Een zeldzame opname met een cameraval van een zevenslaper (Glis glis) bij daglicht, in Hongarije. Foto: Azay.

De relmuis of zevenslaper is een notoire langslaper, wordt gehaat door rustminnende recreanten en was ooit een geliefde vette snack voor Romeinen.

Ze leven graag in het dakbeschot of op zolders van vakantiewoningen op het platteland, maken daar ’s-nachts veel stampei, knagen kabels door en planten zich voort als konijnen. De zevenslaper of relmuis (Glis glis) is meestal geen geliefde medebewoner, hoewel deze overwegend grijze slaapmuis er als een schattige eekhoorn uitziet, meer dan de helft van het jaar slapend doorbrengt en ‘s zomers minder dan vier uur per etmaal actief is. Dat is dan wel altijd tijdens de kleine uurtjes en met zoveel gepiep en bombarie dat ze lichtslapende benedenburen gebroken nachten bezorgen. De vooral noten en zaden etende diertjes zijn bovendien zeer honkvast, kroostrijk en langlevend.

Vrouwtjes zijn al na een jaar geslachtsrijp, kunnen jaarlijks vijf tot elf jongen grootbrengen en in het wild wel twaalf jaar overleven. Poolse onderzoekers laten in een onderzoek met in het wild gevangen vrouwtjesrelmuizen nu zien dat zij hun lange leven mogelijk danken aan het onderdrukken van hun afweer tijdens hun vruchtbare periode, waardoor hun weefsels minder oxidatieve schade oplopen (Biology Letters, 30 oktober). Bovendien zijn oudere individuen in staat hun telomeerlengte te verlengen (Scientific Reports, 2016), terwijl verkorting van telomeerlengte juist een biomarker is voor veroudering. Relmuizen leven vooral in Centraal-Europa, maar hebben – dankzij de excentrieke Britse bankier en dierenverzamelaar baron Lionel Walter Rothschild – zich als edible dormouse ook in het wild gevestigd in Centraal-Engeland rond Rothschilds landgoed en natuurmuseum in Tring, Hertfordshire. Ze worden daar overigens niet gegeten, maar dat was in de Oudheid wel anders: onder Romeinen waren ze een geliefde en lang houdbare vette snack. Ze werden in terra cotta-potten vetgemest met noten om tijdens de wintermaanden te grillen en verorberen. Die voorraadpotten heten gliraria en ontlenen dit – net als de genus- en soortsnaam – aan de Latijnse aanduiding voor relmuis: glis. Destijds geen lastpost, maar een niet te versmaden lekker vet hapje.

Een BBC-filmpje over de bijzondere populatie invasieve zevenslapers (edible dormice) in Engeland, die op weg lijken Londen te veroveren.