Bioloog Mátyás Bittenbinder in de spinnencollectie van Naturalis: ‘Ik heb er altijd plezier in gehad om over biologie te praten.’ Foto: Naturalis.

Toxicoloog Mátyás Bittenbinder heeft een grote voorliefde voor slangen en deelt deze, net als zijn passie voor zo’n beetje alles wat leeft, graag met zo veel mogelijk anderen.

‘Die titel verandert eigenlijk niet zo veel, los van de ondertekening onderaan m’n mails. Het onderzoek zelf, dat was vooral heel cool!’, benadrukt Mátyás Bittenbinder breed glimlachend als reactie op het feit dat hij zich nu officieel doctor mag noemen, na op 30 oktober succesvol zijn proefschrift te hebben verdedigd. Bittenbinder studeerde biologie in Utrecht en Leiden en begon na zijn master aan het promotieonderzoek waar hij stiekem al langere tijd van droomde. Dat onderzoek was een samenwerking tussen de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) en Naturalis Biodiversity Center, waarbij Bittenbinder het effect van slangengif op het menselijk lichaam onderzocht. ‘Op de VU zijn ze erg goed in het scheiden van biologische mengsels en slangengif is in de basis niets meer dan dat’, vertelt Bittenbinder. Samen met zijn ondergroepsgroep keek hij vervolgens naar het effect van specifieke toxines op menselijke weefsels. ‘We hebben toegang tot een gifdatabase van honderd tot honderdvijftig slangensoorten. Daarvan hebben we er tien bestudeerd; soorten die veel in aanraking komen met mensen, met krachtig gif en die daardoor verantwoordelijk zijn voor veel doden op jaarbasis. We zagen duidelijke verschillen tussen soorten, cobragif heeft bijvoorbeeld andere consequenties dan ratelslanggif.’

‘Dat slangen ondanks dat ze niet groot of sterk zijn toch zo veel angst oproepen bij mensen, vind ik heel fascinerend.’

Uit het promotieonderzoek volgt een proefschrift, getiteld: The good, the bad and the ugly. Dat slaat, vertelt Bittenbinder grijnzend, niet alleen op een van zijn favoriete films. ‘Slangengif is absoluut gevaarlijk, maar er zijn ook medicijnen die zijn gebaseerd op slangengiftoxines die juist veel levens redden; zowel the good als the bad dus.’ The ugly refereert volgens hem aan het letsel dat ontstaat als gevolg van sommige slangenbeten. ‘Weefselnecrose, amputatie... niet fijn om te zien’, aldus Bittenbinder. Daarnaast heeft de titel ook betrekking op de slangen zelf. ‘Veel mensen vinden slangen maar eng, in mijn ogen zijn ze juist heel mooi, en bovendien erg belangrijk voor een ecosysteem. Slangen zijn vaak banger voor ons dan wij voor hen. Dat ze ondanks dat ze niet groot of sterk zijn toch zo veel angst oproepen bij mensen, vind ik heel fascinerend.’

Registratie van de lezing van Bittenbinder over slangengif tijdens de RAVON-dag 2024.

Bittenbinder heeft zijn onderzoekstraject van de afgelopen jaren gecombineerd met regelmatige optredens in de media en schreef bovendien ondertussen twee kinderboeken. Dat was volgens hem niet zo uitputtend als het wellicht lijkt. ‘Ik heb nooit het gevoel gehad dat het te veel was, ik krijg er ook energie van. Een mindere dag op het lab was zo vergeten wanneer ik ’s avonds kon schrijven aan mijn boek, en wanneer een afspraak voor een tv-optreden onverwachts werd geannuleerd, hief een leuke laboratoriumdag de dag erna ook dat weer op. Na een conferentie ’s avonds met de hele toxicologiecommunity het veld in, je verhaal doen in een programma waar miljoenen mensen naar kijken, kinderen die vol enthousiasme vertellen dat ze jouw boek van kaft tot kaft hebben uitgelezen – dat is gewoon allemaal heel erg tof!’ vertelt Bittenbinder. ‘Maar’, voegt hij er vervolgens ook aan toe, ‘ik heb wel veel gewerkt, ook in de avonden en weekenden. Vrienden hebben meermaals bij me ingecheckt of ik echt niet te veel hooi op mijn vork nam.’


VIJVERTJE

Hoewel hij in eerste instantie geen ambitie had om op tv te verschijnen, zat de voorliefde voor verhalen vertellen er, net als zijn zwak voor slangen, al vroeg in. ‘We hadden vroeger thuis een vijvertje in de tuin, waar ik mijn eigen vrienden en vrienden van mijn ouders vaak mee naartoe nam en ze dan vertelde over al het moois dat daar te zien was. Onderbewust heb ik er altijd wel plezier in gehad om over biologie te praten.’ Van Freek Vonk, die hem evenals Jeroen Kool als promotor begeleidde, kreeg Bittenbinder tijdens zijn onderzoeksperiode af en toe wat media-aanvragen toegeschoven. ‘Zo is dat balletje een beetje gaan rollen. Het voordeel van biologie gestudeerd te hebben, is dat je een brede basiskennis hebt. Ik heb dan ook tegen veel dingen ja gezegd.’ Desondanks wijst Bittenbinder bepaalde aanvragen beleefd af. ‘Als ik weet dat iemand anders het beter kan vertellen dan ik, schuif ik de vraag door. Ik heb veel mensen in mijn omgeving die over bepaalde onderwerpen beduidend meer weten; dino’s bijvoorbeeld, daar weet ik vrijwel niks vanaf. We hebben uiteindelijk toch allemaal dezelfde passie, dezelfde boodschap: het overbrengen van de schoonheid en het belang van de natuur.’

‘Als ik weet dat iemand anders het beter kan vertellen dan ik, schuif ik de vraag door’

Het promotietraject van Bittenbinder is afgerond, maar hij is nog zeker niet klaar met gifgerelateerd onderzoek. In de nabije toekomst wil hij zich richten op andere giftige dieren, zoals de komodovaraan en de pijlstaartrog. Ook wat betreft wetenschapscommunicatie wil hij graag op dezelfde voet verder, zij het allemaal met wat meer ruimte voor de niet-werkgerelateerde zaken in zijn leven. ‘Ik hoop op wat meer balans, op meer quality time met vrienden en familie.’ Werk volledig loslaten in het weekend, dat wordt – toegegeven – voorlopig nog wel even afkicken voor Bittenbinder.

Zie ook:
-Mátyás Bittenbinder deed jarenlang onderzoek naar effecten slangengif - (RTL4-Humberto, 31 oktober 2024)