De diepzeenaaktslak Bathydevius caudactylus vangt prooien met zijn kap. Foto: MBARI, California.

 

Op een diepte van 2.614 meter troffen onderzoekers bijna vijfentwintig jaar geleden zo’n vreemd wezen aan, dat ze het dier nu pas een wetenschappelijke beschrijving toekennen.

Een mysterieus diepzeewezen met een grote gelatineachtige kap en een peddelvormige staart, hield wetenschappers van het Monterey Bay Aquarium Research Institute (MBARI) in Californië jarenlang bezig. Bijna vijfentwintig jaar nadat ze het dier voor het eerst waarnamen in februari 2000, publiceren de onderzoekers 12 november een uitgebreide beschrijving van het ‘geheimzinnige weekdier’ in Deep Sea Research. Het gaat om een opmerkelijke nieuwe soort zeenaaktslak die voorkomt in de Stille Oceaan, op dieptes van 1.000 tot 4.000 meter.

Genetisch onderzoek bevestigt dat het mysterieuze weekdier dusdanig uniek is ten opzichte van andere zeenaaktslakken, dat het een compleet nieuwe familie krijgt: Bathydeviidae, afgeleid van het Oud-Griekse βαθύς, wat diep betekent en het Engelse devious. Dat achtervoegsel dankt de zeenaaktslak aan de sluwe manier waarop het dier de onderzoekers lange tijd in verwarring bracht met allerlei voor naaktslakken onbekende eigenschappen.

VENUSVLIEGENVANGER

Niet alleen komt geen enkele andere soort zeenaaktslak in zulk diep water voor, Bathydevius caudactylus – zo luidt de volledige genus- en soortstoevoeging – heeft een ademhalingsfrequentie die meer lijkt op die van diepzeekwallen dan die van naaktslakken. Het mysterieuze dier mist bovendien de voor zeeslakken typische rasptong; hij schraapt zijn prooi niet van de zeebodem, maar vangt schaaldieren met zijn kap, zoals een venusvliegenvanger. Hoewel twee andere naaktslakken een vergelijkbare voedingsmethode hebben, is dit waarschijnlijk het resultaat van convergente evolutie, aangezien B. caudactylus nauwelijks verwant is aan deze soorten. De soortstoevoeging caudactylus, zo zeggen de onderzoekers van MBARI, is een samentrekking van de Latijnse woorden cauda (staart) en dactylus (vinger) en verwijst naar de vingerachtige uitsteeksels aan de staart van de diepzeenaaktslak. Ook daar is wat mee aan de hand: B. caudactylus kan die uitsteeksels, die bioluminescent oplichten bij gevaar, als afleidingsmanoeuvre volledig afwerpen, waarna ze vanzelf weer aangroeien.