Als stukjes krill, mossel, inktvis of vis te groot zijn voor henzelf, serveren zwarte anemoonvissen het voedsel aan hun gastheer-anemoon.

Als anemoonvissen het zelf niet op kunnen eten, geven ze voedsel aan hun anemoon.

Zwarte anemoonvissen voeren de anemoon waarmee ze in symbiose leven, op proactieve wijze. Ze voorzien hun gastheer dus niet per ongeluk van voedingsstoffen, maar bieden voedsel echt actief aan. Dat blijkt uit veldexperimenten van Japanse dierkundigen, die ze beschrijven in Scientific Reports van 26 februari.

De grootte van het stuk krill dat onderzoekers via een touw aanbieden, bepaalt of zwarte anemoonvissen (Amphiprion clarkii) het voedsel zelf opeten, of aan hun gastheer (Entacmaea quadricolor) geven. Kleiner dan 7 millimeter? Dan eten de vissen het meestal zelf op; grotere stukken gaan naar de anemoon. Voor mosselen, inktvis en vis ligt de grens ongeveer bij 3 millimeter. Groenwieren, bruinwieren en sponzen laten de anemoonvissen helemaal links liggen – alleen kleine stukjes groenwier eten ze zelf op.

Als de anemoonvissen steeds nieuwe stukjes krill krijgen, geven ze die uiteindelijk ook door. Vermoedelijk geven ze prioriteit aan hun eigen voedselbehoefte. Dat zou ook kunnen betekenen dat zwarte anemoonvissen in het wild niet heel vaak aan het voeren van anemonen toekomen. Gevoerde anemonen blijken wel sneller te groeien, stellen de onderzoekers vast. Daar hebben de vissen mogelijk profijt van: vrouwtjes leggen bijvoorbeeld meer eieren in grote anemonen.