DOOR AAFKE KOK - FOTO: DR. AJAY NARENDRA (MACQUARIE UNIVERSITY, AUSTRALIA) - 20-06-2025 - Entomologie
Hoewel andere ongewervelden ook gebruikmaken van de sterrenhemel, lijken alleen A. infusa-motten dat voor navigatie over langere afstand te doen.
Naast het aardmagnetisch veld blijken Agrotis infusa-motten bij hun migratie gebruik te maken van de sterrenhemel.
Tijdens hun 1.000 kilometer lange migratie, navigeren Australische Agrotis infusa-motten op de sterren. Daarmee zijn ze de eerste bekende ongewervelde diersoort die over lange afstand gebruikmaakt van een sterrenkompas, zo claimt een internationaal onderzoeksteam 18 juni in Nature.
Elke lente ontsnappen de nachtvlinders aan het hete Zuidoosten van Australië, om de zomer door te brengen in koele berggrotten. In de herfst keren ze terug, planten zich voort en sterven dan. Individuen leggen de gehele reis dus slechts één keer af; van een aangeleerd richtingsgevoel kan dus geen sprake zijn, zo beredeneerden de onderzoekers. Wel was al bekend dat A. infusa-motten kunnen navigeren aan de hand van het aardmagnetisch veld.
Vliegtunnel
Dat ze naast het aardmagnetisch veld, informatie halen uit de sterrenhemel, blijkt uit experimenten met een vliegtunnel. Daarin bouwden onderzoekers de Australische sterrennacht na. Nachtvlinders die in de lente dan wel herfst gevangen zijn, vliegen bij een natuurgetrouwe sterrenhemel in zo’n tunnel de voor het seizoen accurate kant op. Ook als onderzoekers het aardmagnetisch veld in de tunnel blokkeren. Draaien de onderzoekers de oriëntatie van de sterren met 180 graden, dan vliegen de motten ook min of meer recht de andere kant op. Bij een willekeurig gegenereerde sterrenhemel raken ze hun oriëntatievermogen kwijt en vliegen ze zomaar ergens heen.
Hoewel andere ongewervelden ook gebruikmaken van de sterrenhemel, lijken vooralsnog alleen A. infusa-motten dat voor navigatie over langere afstand te doen. Mestkevers gebruiken de sterren bijvoorbeeld alleen om zich in een rechte lijn te verplaatsen. De richting van die lijn doet er voor hen verder niet toe. Wel is bekend dat monarchvlinders naast het aardmagnetisch veld gebruikmaken van een hemellichaam ter oriëntatie; in hun geval de zon.
Kompas
Visuele neuronen spelen een belangrijke rol bij de sterrennavigatie van de motten, zo achterhalen de onderzoekers in een vervolgexperiment. Deze neuronen gaan harder vuren als de mot een sterrenhemel ziet in een specifieke oriëntatie. Dit zou de neurale basis voor het interne kompas op basis van de sterren kunnen zijn, denken de onderzoekers.
Welk aspect van de sterrenhemel de motten precies gebruiken, blijft vooralsnog onduidelijk. De Melkweg is in Australië in elk geval goed zichtbaar en licht vooral in het Zuiden sterk op, merken de onderzoekers op – vermoedelijk valt dat ook goed waar te nemen voor de nachtvlinders.