Plantum-directeur Michiel Klompenhouwer, op het kantoor met passend plantenbehang. Foto: Steijn van Schie

Zonder zaden geen oogst. Branchevereniging Plantum zorgt dat Nederlandse veredelaars hun uitgangsmateriaal wereldwijd kunnen blijven leveren en vernieuwen.

‘Deze sector gaat niet over vandaag of morgen, maar over de lange termijn’, zegt Michiel Klompenhouwer, sinds tien maanden directeur van Plantum. De branchevereniging vertegenwoordigt ruim driehonderd bedrijven in veredeling, vermeerdering en opkweek van zaden en jonge planten. Variërend van eenpitters tot multinationals bestrijken ze de volle breedte van de landbouw, voedings- en sierteelt. ‘Onze rol is het creëren van een ecosysteem waarin leden kunnen doen waar ze goed in zijn: rassen ontwikkelen en uitgangsmateriaal leveren dat de basis vormt van onze voedselvoorziening.’

Zwaargewicht
Die basis is van mondiale betekenis, schetst Klompenhouwer. Nederland levert 30 tot 35 procent van de wereldwijde handel van groentezaden, de helft van alle pootaardappelen en is ook in de sierteelt een zwaargewicht. ‘De veredelingssector is in Nederland echt een parel. We exporteren jaarlijks miljarden aan zaden en planten.’ Ook op het vlak van innovatie staat Nederland vooraan: bedrijven investeren gemiddeld 15 procent van hun omzet in onderzoek, en in groentezaden kan dat oplopen tot 30 procent.

Om die positie te behouden moet Plantum voortdurend schakelen. De vereniging behartigt belangen in Den Haag en Brussel, onderhoudt relaties met landbouwraden in het buitenland en zet zich in voor soepele markttoegang. ‘Zonder goede afspraken komen onze zaden simpelweg niet door de douane. En zonder duidelijkheid over fytosanitaire regels en rassenregistratie staat de handel stil.’

Daarnaast speelt regelgeving rond intellectueel eigendom een grote rol. Het kwekersrecht met veredelingsvrijstelling maakt innovatie mogelijk, maar octrooien kunnen toegang tot genetisch materiaal blokkeren. ‘We zijn voorstander van bescherming, maar niet als dat innovatie verstikt. Het is cruciaal dat de genenpoel breed toegankelijk blijft.’

Urgent
Het ontwikkelen van robuuste gewassen is een urgent thema. Europa heeft als ambitie geformuleerd om in 2030 het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen met circa 50 procent te verminderen ten opzichte van de periode 2015-2017. ‘Veredelaars investeren daarom massaal in resistenties tegen ziekten en plagen, daar ligt veruit de hoogste prioriteit van onze leden’, vertelt Klompenhouwer. Critici betwijfelen of de sector die omslag wel snel genoeg maakt. Klompenhouwer erkent dat de praktijk weerbarstig is: ‘Iedereen wil dat doel halen, maar we moeten realistisch zijn. Bij grote uitbraken moet je nog steeds kunnen ingrijpen, anders gaat er te veel verloren. En de toelating van groene middelen moet dan sneller en eenvoudiger. Anders wordt 2030 wel erg ambitieus, zo niet onhaalbaar.’


‘Je moet gezamenlijk optrekken om te veredelen voor complexe problemen, zoals abiotische stresstolerantie’

Ook nieuwe technieken kunnen helpen. Nieuwe genomische technieken (NGT’s), zoals crispr-cas, maken veredeling efficienter en gerichter, maar vallen in Europa nog onder strenge ggo-wetgeving. ‘Dat is frustrerend, want elders worden ze al toegepast. We hebben veel contact met Europarlementariërs om uit te leggen waarom die wetgeving niet passend is voor NGT’s.’

Naast belangenbehartiging fungeert Plantum vooral als kenniscentrum. Meer dan de helft van de activiteiten bestaat uit adviseringen naar leden via kennissessies en symposia over marktontwikkelingen, wetgeving of onderzoek. Werkgroepen per gewas en commissies per thema brengen leden bij elkaar. ‘Vooral kleinere bedrijven profiteren, omdat zij niet altijd de capaciteit hebben om zelf alle dossiers te volgen. Door niet-concurrende informatie te delen en gezamenlijke onderwerpen op te pakken, versterken leden elkaar en de sector.’

Stresstolerantie
Dat samenspel maakt volgens Klompenhouwer de vereniging uniek. ‘Het is een brede sector, van aardappel tot anjer. Maar sommige thema’s raken iedereen. Klimaatverandering bijvoorbeeld dwingt tot rassen die beter tegen droogte, verzilting of temperatuurschommelingen kunnen. Je moet gezamenlijk optrekken om te veredelen voor complexe problemen, zoals abiotische stresstolerantie.’

Voor Klompenhouwer zelf is de overstap van twintig jaar bankwezen naar de zaadwereld verrassend natuurlijk verlopen. ‘Ik ben milieueconoom, geen plantenveredelaar. Maar inmiddels is dit helemaal mijn wereld geworden. Het is fascinerend hoe onze leden werken aan oplossingen voor voedselzekerheid en duurzaamheid. Zonder goed uitgangsmateriaal kan geen enkele tuinder of boer ter wereld produceren. Plantum wil ervoor zorgen dat leden dat uitgangsmateriaal kunnen blijven leveren – nu en in de toekomst.’

BEDRIJF: Plantum
PRODUCT: belangenbehartiging, kennisdeling en brancheontwikkeling voor de zaad- en plantensector
STRUCTUUR: branchevereniging (vereniging zonder winstoogmerk)
LOCATIE:
Gouda
AANTAL MEDEWERKERS: 21
OPRICHTINGSJAAR:
2010 (fusie van diverse brancheorganisaties)
OMZET:
niet van toepassing
WEBSITE:
plantum.nl
BIJZONDERHEDEN:
vertegenwoordigt ruim driehonderd bedrijven in veredeling, vermeerdering en opkweek; van eenpitters tot multinationals