Bioloog Stan van Pelt: ‘Wetenschap moet geen wedstrijd zijn wie de hoogste publicatiescore heeft of als eerste iets ontdekt.’ FOTO: PAUL RAPP

Fouten, slordigheden, bedrog, belangenverstrengeling, corruptie, oplichterij: het komt in de wetenschap allemaal voor. Bioloog en wetenschapsjournalist Stan van Pelt waarschuwt: ‘Fraude is een groeiend, maar onderschat probleem.’

‘Er is werk aan de winkel. Het vertrouwen in de wetenschap is groot en terecht: de meeste onderzoekers doen hun werk naar eer en geweten. Maar er zijn veel dingen mis, en onderzoekers zijn zich daar maar gedeeltelijk van bewust’, zegt wetenschapsjournalist Stan van Pelt. Hij beschreef allerlei vormen van fraude – van onzorgvuldigheden tot misdadige praktijken – in het boek Sloppy Science, dat op 24 september verscheen. De conclusie: kwaliteitscontrole schiet tekort. Om dat te herstellen moet het academische systeem op de schop.

Nepartikel
Van Pelt studeerde biologie en werkte als neurowetenschapper tot 2017. Toen stapte hij over op wetenschapsjournalistiek en schreef onder meer stukken over wetenschappelijke integriteit. ‘Daar zitten verschillende aspecten aan. In dit boek had ik de ruimte om ze allemaal aan bod te laten komen.’ Hij dook er letterlijk in. Hij sprak niet alleen met betrokkenen van individuele fraudezaken, zoals klokkenluiders, ‘gevallen’ onderzoekers en afdelingsbesturen, maar nam ook deel aan georganiseerde malafide praktijken door, in alle openheid, een nepartikel te publiceren en een nepcongres te bezoeken. ‘Zo kon ik beter uitleggen wat deze praktijken, die de wetenschap van buitenaf bedreigen, inhouden. Dit was het leukste om te doen.’


ChatGPT
Bij het online tijdschrift Cases diende hij een paper in over de hersenactiviteit van mensen die op telepathische wijze informatie uitwisselen. Om de onzin compleet te maken voegde hij een deelexperiment toe dat inmenging van buitenaardse wezens aantoont. ‘Ik verzon de experimenten en resultaten met AI; ChatGPT schreef de tekst en Dall-E maakte de figuren. Het was in een uurtje klaar.’ Sinds 4 februari staat het online, ogenschijnlijk een doodnormaal artikel. Maar in de discussie en in de verantwoording staat dat het nep is, en de assen bij de figuren zijn onleesbaar. ‘Het laat zien dat geen redacteur of referent er ook maar vluchtig naar heeft gekeken. Neptijdschriften als Cases parasiteren op het Open-Access-verdienmodel van uitgeverijen. Ze nodigen met vleiende woorden een onderzoeker uit om iets te publiceren, vragen een flinke som geld, maar laten de kwaliteitscontrole, waar wel voor wordt betaald, achterwege.’ Zelf hoefde Van Pelt voor deze ene keer niets te betalen omdat zijn publicatiebudget zogenaamd op was.

Artikelfabriekjes
Wat hij kan, kan een ander ook. ‘Er zijn paper mills oftewel artikelfabriekjes waar je een artikel kunt bestellen. Dat wordt dan compleet verzonnen of van andere artikelen geplagieerd. Neptijdschriften publiceren het, maar bonafide tijdschriften soms ook. Het gebeurt meer dan ik wist, het is een gigaprobleem. Het is ook mogelijk om een co-auteurschap te kopen van een artikel vlak voordat het gepubliceerd wordt. Daar wordt openlijk mee geadverteerd op bijvoorbeeld Telegram.’


Sinds 4 februari staat het online, ogenschijnlijk een doodnormaal artikel

Al even brutaal zijn uitnodigingen voor nepcongressen. Van Pelt bezocht een editie van het NeuroTalk-congres waarvoor hij als ex-neurowetenschapper via e-mail werd uitgenodigd. Hij betaalde niet de hoge toegangskosten, maar boekte een kamer in het hotel waar het gehouden werd en wandelde de zaaltjes in. ‘Zo’n congres wordt echt gehouden, er spreken echte wetenschappers van echte universiteiten. Maar als je er bent, zie je dat het toch niet deugt. Van de grootse aankondiging met veel deelsessies en soms indrukwekkende namen is niet veel over. Er zijn maar weinig bezoekers, alleen mensen die een verhaal houden. Zij komen terecht in een sessie met een allegaartje aan onderwerpen. Ze houden hun verhaal voor een publiek dat er niet per se in geïnteresseerd is, er zijn geen vruchtbare discussies, er ontstaan geen waardevolle contacten. Na afloop voelen deelnemers zich bedrogen. Dat was eens, maar nooit meer, vertelden ze me bijna zonder uitzondering.’

Als hij de organisatie confronteert met zijn bevindingen, reageert die boos en dreigt zelfs met juridische stappen. ‘Toch kreeg ik, op een ander e-mailadres, een uitnodiging voor de volgende congres-editie.’

Verleiding
Fraude, nepartikel, nepcongres: de verleiding om zich ermee in te laten kan groot zijn voor wie onder prestatiedruk staat of zijn status als wetenschapper wil opkrikken. Daarom wil Van Pelt af van de metafoor dat wetenschap topsport is. ‘Dat is het namelijk niet. Het moet geen wedstrijd zijn wie de hoogste publicatiescore heeft of als eerste iets ontdekt. Het gaat erom dat onderzoekers gezamenlijk kennis opbouwen.’ Het boek geeft aanbevelingen om de sfeer in de academische wereld minder competitief te maken. Daarnaast moeten uitgeverijen hun verantwoordelijkheid nemen. ‘Ik heb veel respect voor zogenoemde fraude-detectives als Elisabeth Bik en Ben Willem Mol, die publicaties afspeuren op valse afbeeldingen en statistische gebreken. Heel wat dubieuze artikelen zijn door hun actie teruggetrokken of van een waarschuwing voorzien. Het zijn bijzondere mensen, die beseffen dat elke fraude afstraalt op de wetenschap als geheel en zich verantwoordelijk voelen. Als eenpitters verzetten ze veel werk en ze krijgen stank voor dank, tot dreiging met juridische gevolgen aan toe. Wat zij doen, is eigenlijk het werk van de uitgevers. Die verdienen genoeg geld aan de wetenschap om meer mensen in te kunnen zetten voor kwaliteitscontrole.’