Door Steijn van Schie - FOTO: ANDREA CORPOLONGO - 28-11-2025 - Nieuws

De zwarte structuren in deze 2,5 miljard jaar oude dunne slijpplaat zijn microbieel van oorsprong en mogelijk door fotosynthetiserende microben geproduceerd. Foto: Andrea Corpolongo.
Uit vergruizelde organische resten in miljarden jaren oude gesteenten weet een AI-model alsnog vroege microben en sporen van fotosynthese te herkennen.
In gesteenten van ruim 3,3 miljard jaar oud herkennen onderzoekers chemische patronen die lijken op afbraakproducten van microbieel leven. Ook in ongeveer 2,5 miljard jaar oude gesteenten vonden zij patronen die passen bij materiaal van fotosynthetische micro-organismen. Daarmee schuift het onderzoek, gepubliceerd in PNAS (17 november), de oudste moleculaire aanwijzingen voor leven circa 1,6 tot 1,8 miljard jaar terug, en die voor fotosynthese met ruim 770 miljoen jaar.
De onderzoekers analyseerden 406 monsters – van planten en dieren tot meteorieten en synthetische mengsels – door ze te verhitten en de vrijgekomen fragmenten te meten. Die fragmentpatronen functioneren als chemische ‘vingerafdrukken’. Een computermodel leerde zulke profielen nauwkeurig te onderscheiden.
Patronen
Toegepast op 131 oude gesteenten met organisch materiaal waarvan de biologische oorsprong onzeker was, vielen meerdere formaties op. Resten uit de Josefsdal Chert in Zuid-Afrika (3,33 miljard jaar) en gesteenten uit het Singhbhum-gebied in India (3,51 miljard jaar) vertonen patronen die lijken op die van moderne microben. Materiaal uit de Gamohaan-formatie (2,52 miljard jaar) laat patronen zien die doorgaans worden geassocieerd met een fotosynthetische oorsprong.
Volgens de auteurs bewaren zelfs sterk gedegradeerde organische resten nog chemische echo’s van hun verleden. Dat maakt de methode volgens hen veelbelovend voor het herkennen van mogelijk oerleven op aarde én in monsters van bijvoorbeeld Mars.