Door Gert van Maanen - Foto: Moebius - 15-02-2020 - Zoölogie

Serie: Uit de schatkamer
Grasduinen langs 42 miljoen objecten in de collecties van het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie – Naturalis, 1820 – 2020
AFLEVERING 3: WEEKDIEREN
COLLECTIE: Mollusca
AANTAL EXEMPLAREN: 11 miljoen
TOPSTUK: Reuzenpijlinktvis – Architeuthis dux
AANTAL HOLOTYPES: 4.500
BEHEERDER: Jeroen Goud
‘Afgezien van de insecten zijn er hier maar tweeënhalf collectiebeheerder voor de rest van de evertebraten. Ongewervelden zijn ondergeschoven kindjes’, zegt Jeroen Goud berustend. Hij is bij Naturalis Biodiversity Center als collectiebeheerder onder meer verantwoordelijk voor de weekdieren, waartoe slakken (gastropoda), schelpen (bivalvia) en inktvissen (cephalopoda) behoren. In totaal zijn er zo’n honderdduizend weekdiersoorten, waarvan de Naturalis-collectie ruwweg zo’n vijftigduizend soorten herbergt. ‘De soortenrijkdom onder weekdieren is enorm omdat veel soorten heel lokaal voorkomen. Ongeveer 80 procent betreft gastropoden, vooral heel veel hele kleine slakjes’, aldus Goud. ‘Vrijwel iedereen verzamelt wel een tijdje schelpen, maar wij verzamelen met het oog op onderzoek. We nemen wel privécollecties over, maar dan moeten die aan strikte voorwaarden voldoen en informatie bezitten over waar ze zijn verzameld.’ Uit cultuurhistorische overwegingen heeft Goud hier een kleine uitzondering op gemaakt voor een vrijwel volledige Shell-verzameling in originele doosjes. ‘Die voornamelijk tropische schelpen gaf Shell in de jaren zeventig bij de pomp cadeau aan hun klanten.’
‘Vrijwel iedereen verzamelt wel een tijdje schelpen, maar wij verzamelen met het oog op onderzoek’
Als Goud in de Naturalis-toren een van de twee magazijnen voor weekdieren betreedt, wijst hij naar een reuzenpijlinktvis (Architeuthis dux) met papegaaiachtige snavel in een pot. ‘Die is net als een hele collectie snaveltanden afkomstig uit ingewanden van potvissen die zijn geslacht op het Nederlandse walvisfabriekschip de Willem Barendsz. Ons echte topstuk is een mannelijk exemplaar van zo’n reuzenpijlinktvis met zuignappen en vangarmen in een grote tank met alcohol, oorspronkelijk ingebracht door een visser uit IJmuiden. In het depot zijn de schelpen en slakkenhuizen keurig opgeborgen in doosjes, maar staan ook veel weekdieren op alcohol in potten. ‘Een schelp zegt niet genoeg, wij bewaren liever het hele dier’, legt Goud uit. ‘Hier staat een deel van de historische collectie.’ Op een potje staat in sierlijke letters ‘Testacella haliotidea’ , een ‘3’ en ‘S.J. Brugmans’. ‘Dat is afkomstig van de Leidse hoogleraar natuurlijke historie Brugmans en het derde exemplaar dat in 1820 officieel in de collectie van het Rijksmuseum is opgenomen’, weet Goud. ‘Een gewone schildslak, maar toch heel bijzonder.’