Volwassen doornenkronen hebben een verwoestende werking op koraal en uitbraken kunnen behoorlijk onvoorspelbaar zijn.

 

Gebrek aan koraal is geen probleem voor de doornenkroon: hij kan als alg-etende juveniel zeker 6,5 jaar wachten op betere condities.

 

Doornenkronen kunnen hun juveniele fase waarin ze alleen algen eten tot 6,5 jaar uitstellen, waarna ze als volwassenen massaal het koraal afgrazen. Zo vormen de juvenielen een soort verborgen leger, schrijven biologen 8 april in Biology Letters, dat zich onder de juiste omstandigheden ontpopt tot koraalverwoestende zeesterren met doornachtige stekels. Het verklaart volgens de onderzoekers mede waardoor plotselinge uitbraken van doornenkronen (Acanthaster planci) zo onvoorspelbaar kunnen zijn.

 

Algendieet
Zoals veel zeesterren, begint de doornenkroon zijn leven als bentische herbivoor. Voor zover bekend consumeren ze in de natuur gemiddeld dertien tot vijftien maanden algen alvorens over te stappen op koraal. Een black box, noemen de biologen deze levensfase, en dus brachten ze twee groepen juvenielen in het laboratorium groot op een algendieet. Een cohort kreeg na tien maanden koraal aangeboden, de ander na 6,5 jaar.

 

Die lengte bleek geen invloed te hebben op hun groei of hun vermogen om in een latere fase koraal te verorberen. Door deze flexibiliteit zijn de juvenielen moeilijk op leeftijd te brengen. Ook kunnen doornenkronen hierdoor goed overweg met koraalschaarste, zich ophopen en op een later moment een grote uitbraak veroorzaken.