Producent van kaviaar en bijna een levend fossiel: de sterlet. Foto: Andreas Hartl

 

De kleine steursoort sterlet blijkt in miljoenen jaren maar weinig veranderd. Zelfs een oeroude dnaverdubbeling is nog grotendeels terug te vinden in het erfelijk materiaal.

 


E
erder dan de dinosauriërs verschenen ze op aarde en sinds hun ontstaan zijn ze nauwelijks van uiterlijk veranderd: steuren – een familie van ongeveer 25 vissoorten – staan bekend als levende fossielen. Nu heeft een internationaal team het genoom gesequenst van de sterlet, Acipenser ruthenus, een kleine steursoort uit rivieren van Oost-Europa en Rusland (Nature Ecology & Evolution, 30 maart). En net als het uiterlijk blijkt ook het dna bar weinig veranderd sinds de familie zich 345 miljoen jaar geleden als eerste afsplitste van de tak der straalvinnige vissen. Het genoom van steuren staat dus dicht bij het oorspronkelijke genoom van straalvinnigen en zal overeenkomsten hebben met dat van de gemeenschappelijke voorouder van straalvinnige en kwastvinnige vissen, waar vierpotige dieren van afstammen. De studie vormt een belangrijk puzzelstukje van de menselijke evolutie, stelt een bijbehorend persbericht dan ook. Wat de onderzoekers verbaasde is dat het genoom zelfs na een duplicatie behoorlijk stabiel was. Het genoom van de steurfamilie verdubbelde zo’n 200 miljoen jaar geleden van 60 naar 120 chromosomen. De sterlet heeft er nog steeds 120, er zijn ook soorten met 240 of 360 exemplaren. Als bij andere diergroepen zo’n duplicatie plaatsvindt, treedt vervolgens een proces van ontdubbeling op. Het dubbele erfelijk materiaal verdwijnt grotendeels, genen die in tweevoud behouden blijven, krijgen verschillende functies. Een polyploïde situatie verandert zo in een functioneel diploïde toestand. Zo niet bij steuren, blijkt uit het sterletgenoom: 70 procent van het erfelijk materiaal zit er nog dubbel in.


Speelsheid
Acipenser ruthenus is dus een behoudend type, net als zijn familieleden. Daar past de naam goed bij die Linnaeus hem gaf, want ook daar zit geen speelsheid in. Acipenser is het Latijnse woord voor steur. Ruthenus komt van ruthenia, een Latijns woord dat verwijst naar Oost-Slavische gebieden. Russisch, dus. Onveranderlijk is ook de populariteit van de onbevruchte eitjes van steuren: kaviaar, dat al in het oude Egypte werd gegeten. Mede door die consumptie staan de vissen nu op de Rode Lijst van bedreigde soorten. En dat na ruim driehonderd miljoen jaar volharding.