Door Steijn van Schie - 29-05-2020 - Zoölogie

Dierfysioloog Gert Flik: ‘Het is echt een raar gevoel om na veertig jaar opeens te moeten stoppen met werk. Zeker in deze rare tijden.’
De lage aaibaarheidsfactor van vissen speelt hen parten, vooral in de aquacultuur, meent afzwaaiend hoogleraar Gert Flik. ‘Je wilt niet weten wat men allemaal uitspookt om maximale groei te bereiken.’
‘Vissen zijn uiterst gevoelig voor wat er om hen heen gebeurt. Als je de tijd en aandacht neemt om naar ze te kijken, voel je dat intuïtief al aan, maar inmiddels is het ook wetenschappelijk bewezen. Toch dringt het bij het grote publiek nog maar mondjesmaat door dat ook vissen last kunnen hebben van stress. Op zich niet gek natuurlijk. Ga op een kat zijn staart staan en hij maakt zijn ongemak onmiskenbaar duidelijk. Bij vissen moet je echt weten waar je op moet letten: ze gaan hyperventileren, houden hun kieuwdeksels dicht, veranderen van kleur, laten vermijdingsgedrag zien of gaan bijvoorbeeld met hun buik over de bodem schuiven. De impact van die stress kan, net als bij zoogdieren, gigantisch zijn.’
Dat vertelt Gert Flik, hoogleraar organismale dierfysiologie aan de Radboud Universiteit, over zijn koudbloedige lievelingen die hij vier decennia lang van lip tot staartvin doorlichtte. In die periode legde hij een breed scala aan mechanismen bloot die bij gestresste vissen kunnen leiden tot fysiologische en gedragsmatige veranderingen. Van het functioneren van het endocriene systeem en de afweer, tot de sturing van dergelijke systemen door hogere hersenstructuren. Op 6 juni neemt hij afscheid van de universiteit waar hij verreweg het grootste deel van zijn carrière doorbracht en tevens zeven jaar lang opleidingsdirecteur biowetenschappen was.
Schoolplein
‘Toen we in 1980 naar Nijmegen verhuisden voor mijn promotieonderzoek, ben ik wel een aantal keer raar aangekeken door andere ouders op het schoolplein wanneer ik vertelde dat ik stressonderzoek bij vissen deed’, aldus Flik. ‘Niet dat ik me daar iets van aantrok, ik vond het onderzoek fantastisch.’ Dagelijks gingen er grote hoeveelheden tilapia’s door zijn handen om te achterhalen hoe cortisol en prolactine de transportsystemen van calcium reguleren. Flik merkte toen al dat er echt interactie was met zijn vissen. ‘Al vrij snel kwamen ze naar mij toe gezwommen als ik het lab binnenkwam. Ze herkenden mij, en zaten echt op mij te wachten als ik ze kwam voeren.’
Botmisvorming
Uit dat onderzoek volgden vele spin-offs, waaruit langzaam maar zeker de uiteenlopende gevolgen van omgevingsstress bij vissen aan het licht kwamen. De uitwerking daarvan is het zichtbaarst in de viskweek, weet Flik. ‘Je wilt niet weten wat men allemaal uitspookt om maximale groei te bereiken. De keerzijde is vis waar van alles aan mankeert. Botmisvorming door een disbalans tussen bot- en spiergroei is daar een schrijnend voorbeeld van. Soms passen vissen niet eens meer in de fileermachine!’ Ook filetkwaliteit gaat bij stress hard achteruit doordat de bindweefselschotten die de spieren hun stevigheid geven losraken, net als de lamellen. Zelfs de hele zouthuishouding raakt soms volledig verstoord, en doordat cortisol het immuunsysteem onderdrukt heerst er veel ziekte in de viskweek.
‘Al vrij snel kwamen ze naar mij toe gezwommen als ik het lab binnenkwam’
‘Ook buiten de wetenschap zijn mensen zich daar gelukkig steeds bewuster van, zelfs van het feit dat vissen reageren op pijnprikkels’, meent Flik. Als voorbeeld noemt hij de vele labels die inmiddels op de supermarktverpakkingen zitten. ‘Tegelijkertijd is vissenwelzijn vooral een elitaire bezigheid waar met name Noord-Europa zich om bekommert. In Azië, waar de aquacultuur immens veel groter is, speelt dit absoluut niet.’ Toch heeft de Nijmeegse hoogleraar altijd moeite gedaan om zoveel mogelijk mensen goed te informeren, bijvoorbeeld met praatjes of rondetafelgesprekken met mensen van de visserijsector, dierenbescherming en aquacultuur. ‘Een van de grootste spelers op de Nederlandse palingmarkt doet het inmiddels ontzettend goed: ze verdoven de vissen voordat ze onder het mes gaan. Echt geweldig.’
Stressvol
Zeven jaar opleidingsdirecteur noemt Flik als een van de stressvolste periodes uit zijn werkende leven, een hectische tijd met in aanloop naar de visitatie soms heel wat slapeloze nachten. ‘Goed fundamenteel onderwijs voor studenten is ontzettend belangrijk en vormt de basis van goede wetenschap. Veldexcursies en practica zijn duur en intensief, en worden doorgaans als eerste uit het onderwijs gegooid. Dat heb ik dus mooi niet laten gebeuren, de meerwaarde van praktijkonderwijs is ongekend groot’, zegt Flik trots. Ook introduceerde hij een studentenportfolio voor meer zelfreflectie en het concept flipping the classroom . Studenten krijgen daarbij eerst de middelen aangereikt om zelf te studeren en pas daarna volgen hoorcolleges. ‘Dan kon ik tenminste echt een beetje uitpakken en de diepte in, iets wat de studenten zelf ook erg waarderen.
Afscheidsfeestje
‘Het is echt een raar gevoel om na veertig jaar opeens te moeten stoppen met werk. Zeker in deze rare tijden’, aldus Flik. ‘Ik had natuurlijk een mooi afscheidsfeestje op het programma staan, maar dat zal waarschijnlijk niet doorgaan.’ Wat mogelijk wel doorgaat is het onderzoeksproject FishFacts, waarvoor nu een subsidieaanvraag bij de Europese Unie loopt. ‘Daarbij gaan we niet alleen vier aspecten van visfysiologie onderzoeken, we zullen ook drie promovendi zetten op de socio-economische aspecten van vissenwelzijn. Een cohort van onderzoekers die een belangrijke rol gaat spelen in het adviseren en verbeteren van de aquacultuur. Als het wordt gehonoreerd, ben ik daar nog zeker vijf jaar coördinator van.’