Door Gert van Maanen - 29-05-2020 - Zoölogie

Een opgezette seychellenreuzenschildpad (Aldabrachelys gigantea). Foto: Naturalis Biodiversity Center
Serie: Uit de schatkamer
Grasduinen langs 42 miljoen objecten in de collecties van het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie – Naturalis, 1820 – 2020
AFLEVERING 10: AMFIBIEËN EN REPTIELEN
COLLECTIE: Amphibia en Reptilia
AANTAL EXEMPLAREN: 50-150 duizend
TOPSTUK: De vijf meter lange ganges- of langsnuitgaviaal (Gavialis gangeticus)
AANTAL HOLOTYPES: circa 250
BEHEERDER: Esther Dondorp
‘Van reptielen en amfibieën bewaar je het liefst het hele dier. Bij zoogdieren heb je ook al veel aan losse schedels, maar de systematiek van reptielen berust vooral op schubpatronen, afmetingen en anatomie van pootjes en tenen. Het overgrote deel van onze collectie staat daarom op alcohol’, vertelt bioloog Esther Dondorp, die bij Naturalis de collectie reptielen en amfibieën beheert. Omdat ook vissen vaak nat bewaard worden, valt die collectie eveneens onder haar.
Gaviaal
Om exemplaren te fotograferen werkt ze momenteel in het XL-depot, waar ook de lederschildpadden en krokodillen zijn ondergebracht, maar dat verder vooral gevuld is met skeletten en opgezette exemplaren grote zoogdieren. ‘Hier heb ik wel iets leuks’, zegt Dondorp terwijl ze wijst op een enorme gaviaal. ‘Die is al heel oud. Begin 19de eeuw is hij opgevist uit de Ganges door de ontdekkingsreiziger Alfred Duvaucel, stiefzoon van de beroemde Franse anatoom George Cuvier. Hij is wel toe aan een flinke opknapbeurt en we hebben net ontdekt dat de bult voorop de neus door de taxidermist is nagemaakt van hout.’ Grote reptielen werden vroeger vaker opgezet, maar de meeste slangen, schildpadden, hagedissen, kikkers en salamanders worden bewaard onder alcohol, glycerine of formaldehyde in potten. Die staan in twee depots op de negentiende verdieping van de Naturalistoren. ‘Grote exemplaren zitten ook wel in roestvrijstalen kadaverbakken. Als je die openmaakt komen er heel bijzondere geuren vrij’, zegt Dondorp veelbetekenend.
Ringslang
Alle Nederlandse soorten reptielen en amfibieën zitten in de collectie. ‘Dat zijn er ook niet zo heel veel, maar van bijvoorbeeld de ringslang hebben we wel twee ladekasten met in totaal zo’n 75 exemplaren’, vertelt Dondorp. De collectie heeft internationale betekenis doordat er in de 19de eeuw veel dieren zijn verzameld door de Natuurkundige Commissie voor Nederlandsch-Indië, door Von Siebold in Japan en tijdens latere expedities naar onder meer Madagaskar. ‘We hebben komodovaranen, de voor Japanners bijna heilige reuzensalamander en ook kameleons in alle soorten en maten’, aldus Dondorp. ‘De collectie is nu stabiel en kent weinig groei. Omdat veel amfibieën en reptielen simpelweg te zeldzaam zijn om nog te mogen verzamelen.’

De meeste reptielen worden onder alkohol bewaard in potten. Foto: Naturalis Biodiversity Center.