Door Steijn van Schie - FOTO: FLEMMING DAHLKE - 04-07-2020 - Zoölogie
Kabeljauwembryo’s zijn extreem gevoelig voor temperatuurveranderingen. Net als veel andere vissoorten in deze fase van hun levenscyclus. Foto: Flemming Dahlke
De reproductieve fase van vis is gevoeliger voor hogere temperaturen. Binnen een eeuw kan dat voor grote problemen zorgen.
Paaiende vissen en vissenembryo’s zijn gevoeliger voor oceaanopwarming dan vissen in een andere fase van hun levenscyclus, concluderen Duitse biologen 3 juli in Science na analyse aan 694 soorten mariene en zoetwatervissen. Indien de opwarming van de aarde in het huidige tempo voortzet, is dat problematisch: 60 procent van de door hen geëvalueerde vissoorten kan dan binnen een eeuw niet meer in hun huidige leefgebied deze cruciale levensfasen overbruggen. Bij een analyse op basis van alleen het adulte stadium ligt dat percentage op 10 procent. Hoewel het bekend is dat de fysiologische tolerantie voor temperatuur kan verschillen per levensfase, richten verreweg de meeste studies in deze context zich op het larvale of volwassen stadium van vis. Nu de Duitse onderzoekers echter ook de paaifase en embryonale ontwikkeling meenemen in hun analyse, blijkt dat zowel mariene als zoetwatervissen veel dichter tegen hun thermale limiet leven dan voorheen gedacht. De temperatuurrange waarbij vis kan overleven is in deze fasen gemiddeld 20 graden Celsius smaller.
Dit betekent dat er waarschijnlijk een sterke selectiedruk komt op het paaigebied van vis. Indien vissoorten niet kunnen migreren naar andere gebieden, zullen vispopulaties sneller afnemen dan tot nu toe voorspeld.