Door Aafke Kok - 19-09-2020 - Humane biologie
Dna van Kata, een vrouwelijke skelet uit een Vikinggraf in het Zweedse Varnhem, is gesequenst in dit onderzoek naar de genetische achtergronden van de vikingen. Foto: Västergötlands museum
Archeologisch en geschiedkundig onderzoek ging al aan de haal met het populaire beeld van de Viking; dna-analyse laat nu nog eens zien dat ‘de Viking’ niet bestond.
Vikingen, dat zijn die puur Scandinavische, blonde krijgers die Europa plunderden, toch? Niet echt, zo blijkt uit een grootschalige genetische analyse van Viking-dna. De resultaten waren al enige tijd in te zien op bioRxiv, maar staan nu ook in Nature van 17 september. Vikingen waren veel diverser dan het geromantiseerde beeld voorschrijft, concludeert een internationale groep van wetenschappers in die studie.
Opgravingen
Daarvoor analyseerden ze het oude dna van 442 individuen, gevonden bij archeologische opgravingen van Europa tot Groenland. De menselijke resten stammen van 2400 voor Christus tot 1600 na Christus, maar de meesten leefden in de Vikingtijd – grofweg de 8ste tot 11de eeuw na Christus. Uit de analyse blijkt onder meer dat Vikingen uit Gotland (Zweden) voorouders in de Baltische regio hadden, terwijl overige Zweedse en Deense Vikingen verbonden zijn met boeren uit Anatolië. Ook vanuit de Kaukasus en Oost-Azië zijn er genetische invloeden.
'Ze tonen duidelijk aan is dat ‘Viking’
eigenlijk een parapluterm is'
‘Het is een fantastische studie natuurlijk’, oordeelt populatiegeneticus Maarten Larmuseau (KU Leuven en genealogievereniging Histories vzw, niet betrokken bij de studie). ‘Wat ze duidelijk aantonen is dat ‘Viking’ eigenlijk een parapluterm is. Het zijn heel diverse groepen, die ook binnen Scandinavië sterk verschillen. Zodra de Vikingtijd begint zie je in Noorwegen, Denemarken en Zweden duidelijk aparte populaties, die ook grotendeels naar verschillende streken trekken; Deense Vikingen naar Engeland, Noorse naar de Britse eilanden en Groenland, Zweedse naar de Baltische staten. Dat vermoedde men ook al vanuit de archeologie – dit is echt een interdisciplinair vakgebied. Je kunt de informatie niet los van elkaar zien; het vult elkaar juist mooi aan.’ In de kustregio’s, waar de interactie en handel met andere Europeanen het hoogst was, is de genetische diversiteit het hoogst onder Vikingen.
Broers
Larmuseau is ook erg te spreken over de patronen die te halen zijn uit het dna van 34 Vikingen die bij elkaar zijn gevonden in Salme, Engeland. Vier van die individuen zijn broers. ‘En ook verder is het echt een homogene groep die samen op expeditie was gegaan’, aldus Larmuseau. Tegelijkertijd vond men ook twee familieleden in de dataset die zich juist honderden kilometers uit elkaar bevonden, wat nog maar eens de mobiliteit van de Vikingen onderstreept.
‘Die Viking-expedities zijn in ons
collectief geheugen gegrift'
Van die expedities door Europa is weinig terug te vinden in het dna van huidige inwoners, zo meldt het onderzoek – in Engeland is die bijdrage bijvoorbeeld maximaal 6 procent. ‘Die Viking-expedities zijn in ons collectief geheugen gegrift, maar die migraties leveren genetisch niet zo’n drastische bijdrage. Dat geldt hoogstwaarschijnlijk ook voor Nederlanders en Vlamingen’, vertelt Larmuseau.