Door Steijn van Schie - FOTO: DAY’S EDGE PRODUCTIONS - 31-10-2020 - Zoölogie

De bruine basilisk (Basiliscus vittatus) valt tegenwoordig pas bij een temperatuur van zo’n 5,5 graden Celsius verlamd uit de boom.
Hagedissen in de stad Miami kunnen steeds lagere temperaturen aan en vallen daardoor minder snel verlamd uit de boom.
Na de koudste nacht in Miami in tien jaar, is de temperatuur waarbij hagedissen in en nabij de Amerikaanse stad verlammen en uit de boom vallen naar beneden bijgesteld. Waar individuen van zes verschillende hagedissoorten vier jaar eerder nog een minimumtemperatuur tolereerden van tussen de 7,8 en 11,1 graden Celsius, blijkt die grens na de beruchte nacht van 22 januari 2020 voor alle onderzochte soorten te liggen op 5,5 graden. Dat concluderen drie biologen 21 oktober in Biology Letters door 63 hagedissen in het lab langzaam tot verlamming af te koelen. Vooral het feit dat alle zes de soorten – die sterk verschillen in grootte, ecologie en fysiologie – nu dezelfde lagere temperatuurtolerantie hebben, noemen de onderzoekers opmerkelijk. Het gaat hierbij om een inheemse soort en vijf exoten uit tropisch gebied, waaronder de voorheen relatief temperatuurgevoelige bruine basilisk (Basiliscus vittatus) uit Mexico.
Klimaatverandering
Volgens de onderzoekers laat dit zien dat tropische, ectotherme diersoorten – die er doorgaans om bekend staan plotselinge veranderingen in klimaatcondities slecht te kunnen weerstaan – soms toch omstandigheden aankunnen die buiten hun vastgestelde fysiologische limiet liggen. Met het oog op steeds vaker voorkomende weerextremen door klimaatveranderingen is dat volgens hen relatief goed nieuws.
Het is niet duidelijk of hier sprake is van natuurlijke selectie, waarbij hagedissen met een lagere koudetolerantie overleven en die eigenschap doorgeven aan de volgende generatie, of een fysiologische aanpassing aan hun omgeving.