Door Steijn van Schie - FOTO: IMAGESELECT - 16-01-2021 - Zoölogie

Hoewel de dolfijn van Cuvier in de bovenste waterkolom graag vertoeft in gezelschap van soortgenoten, zoekt hij in het pikkedonker van de diepzee zielsalleen naar voedsel.
Een luttele twee minuten aan het wateroppervlak is voor de dolfijn van Cuvier genoeg om met een verse hap zuurstof opnieuw in de diepzee te verdwijnen. Daarbij stopt hij zijn borstvinnen in een soort groeven langs zijn lichaam, richt hij zijn spitse snuit loodrecht naar beneden en bereikt hij met zijn haast perfect gestroomlijnde sigaarvormige lichaam ongekende dieptes tot een maximum van bijna 3.000 meter. Geen wonder dat met een indrukwekkende 3 uur en 42 minuten het record adem inhouden op naam staat van deze spitssnuitdolfijn (Journal of Experimental Biology, 23 september 2020).
Ieder voor zich
Dergelijke foerageertochten naar met name pijlinktvissen gaan altijd van start in kleine groepjes van zo’n vijf tot vijfentwintig individuen; in de bovenste zone van de waterkolom staan de sociale tandwalvissen samen sterker tegen roofzuchtige orka’s en andere gevaren. Maar eenmaal veilig op diepte, splitst de groep zich op en is het ieder voor zich (Proceedings of the Royal Society B, 6 januari). Zo voorkomen ze intra-specifieke competitie voor voedsel en verstoring van elkaars prooizoekende klikgeluiden. Wel houden ze via echolocatie contact om weer in de veiligheid van de groep terug te keren naar het oppervlak.
Meloenvormige kop
Hoewel de Nederlandse naam verwijst naar de naturalist en zoöloog Georges Cuvier, die de spitssnuitdolfijn in 1823 op basis van een schedel beschreef in Recherches sur les ossements fossiles, doopt de Fransman hem zelf officieel tot Ziphius cavirostris . De genusnaam komt van het Griekse xiphos, dat zwaard betekent, en verwijst naar de spitse snuit van alle soorten uit dit genus. Cavirostris is een samenstelling van het Latijnse cavus en rostrum, dat respectievelijk hol en bek betekent. Geen gekke keus gezien de karakteristieke en voor deze soort unieke vorm van de schedel, die een diepe holte vertoont. Gevolg: geen meloenvormige kop zoals andere soorten spitssnutidolfijnen, maar juist een die geleidelijk afloopt. Of dit kenmerk ook een rol speelt bij zijn ongeëvenaarde duikkwaliteiten is echter onduidelijk.