Door Steijn van Schie - Foto: Imageselect - 30-10-2021 - Entomologie
Honingbijen komen dagelijks honderden keren met elkaar in aanraking.
Onder dreiging van de varroamijt nemen honingbijen een krachtige maatregel: social distancing.
Honingbijen beperken het aantal sociale contacten zodra de kolonie onder vuur komt te liggen van de varroamijt: de befaamde dansjes waarmee foeragerende bijen elkaar informeren over voedsellocaties verplaatsen zich dan naar de randen van het nest, ver weg van de dieper gelegen broedplekken en koningin. Dat schrijft een internationale groep biologen 29 oktober in Science Advances. Tegelijkertijd schroeven individuen bij het broedsel de sociale contacten juist op in de vorm van grooming, waarschijnlijk om elkaar te ontdoen van de destructieve parasiet.
Om voedsel en signaalstoffen uit te wisselen, komen honingbijen (Apis mellifera) dagelijks honderden keren met elkaar in aanraking. Dit intensieve sociale netwerk maakt ze gevoelig voor pathogenen en parasieten.
De organisatie van de kolonie houdt daar al rekening mee: het buitenste compartiment huisvest de oudere foeragerende bijen, terwijl de jongere verpleegsterbijen in het binnenste compartiment dicht bij het broedsel en de koningin zitten. Deze segregatie moet de waardevolste individuen in de kern beschermen tegen indringers.
Lukt dat niet, dan gaan honingbijen soms over op social distancing, blijkt uit een eerdere studie waarbij bijenkorven experimenteel geïnoculeerd werden met het zogeheten Israeli acute paralysis virus (zie ook ‘Ook dieren doen aan social distancing, Bionieuws, 3 juli). Maar of en hoe honingbijen ook een dergelijke sociale immuunreactie op poten zetten na infectie met de gevreesde varroamijt (Varroa destructor) was nog onbekend.
Daarom volgen de onderzoekers nu met video-opnames de reactie van honingbijen in een door de varroamijt geteisterde bijenkorf, en vergelijken die met mijtvrije kolonies. In aanwezigheid van de ectoparasiet blijken de foeragerende bijen niet meer diep de kolonie in te gaan om hun informatieve dansjes uit te voeren; ze blijven vooral nabij de ingang van het nest. De hoeveelheid sociale interacties neemt daardoor effectief af. Grooming wordt alleen opgeschroefd door de individuen die diep in het nest het broed verzorgen. In daaropvolgende labexperimenten met kleinere groepjes bijen blijkt er nog een andere gedragsverandering plaats te vinden onder verpleegsterbijen: ze wrijven frequenter met hun antennen tegen elkaar en geven geïnfecteerde individuen vaker voedsel, terwijl er geen sprake lijkt van social distancing. Waarom ze dat doen is onduidelijk; dit gedrag werkt infectie juist in de hand. De onderzoekers concluderen dat honingbijen hun gedrag aanpassen om een balans te vinden tussen het bestrijden van parasitaire dreiging en uitwisseling van kostbare informatie tussen nestgenoten – hoe gedragsveranderingen er concreet uitzien lijkt mede afhankelijk van cohortgroottes.