Door Steijn van Schie - Foto: Kalyan Varma - 24-04-2021 - Entomologie
Vechtende Harpegnathos saltator-mieren. Afhankelijk van hun taak in de kolonie passen deze mieren de grootte van hun brein aan.
Paren en eitjes leggen stelt cognitief weinig voor vergeleken met prooien vangen, en dus slinken de hersenen van Indian jumping ants wanneer ze zich storten op het seksleven – deze opmerkelijke verandering blijkt volledig reversibel.
Hersenweefsel is duur in onderhoud. Heel duur. Voor reproducerende werkers van de zogeheten Indian jumping ant is dat verspilde energie; na een leven lang jagen doen deze mieren niks anders meer dan paren en eitjes leggen in de veiligheid van het nest. Dat is op cognitief vlak toch een stuk minder uitdagend dan prooien uitschakelen, en dus laten ze hun energieslurpende breintje gewoon slinken. Soms met wel 25 procent. Tot dusver niks nieuws. Maar wanneer onderzoekers de reproducerende mieren in het lab dwingen hun oude jagersleventje weer op te pakken, blijkt de eerdere hersentransformatie volledig reversibel (Proceedings of the Royal Society B, 14 april).
Een deel van de kolonie blijft jager of nestwerker, terwijl een select groepje zich stort op het seksleven
Toernooi
Meestal is er in een mierenkolonie slechts één individu dat eitjes legt: de koningin. Hoewel dat in een beginnende kolonie ook geldt voor de Indian jumping ant (Harpegnathos saltator), verandert dit wanneer de koningin veroudert of sterft. In dat geval wordt er een toernooi georganiseerd om een nieuwe hiërarchie vast te stellen; een deel van de kolonie blijft jager of nestwerker, terwijl een select groepje zich stort op het seksleven. Met alle gevolgen van dien, waaronder een kleiner brein, grotere eierstokken en een hele reeks aan gedragsmatige veranderingen – jagen zit er bij een confrontatie met een krekel bijvoorbeeld niet meer in. Om te achterhalen in hoeverre deze transformatie reversibel is, plaatsen de onderzoekers de reproducerende werkers in een sociaal isolement. Na drie tot vier weken zonder sociale interacties, waren ze op fysiologisch en gedragsmatig vlak weer volledig gedegradeerd tot werker.
Honingbijen en fruitvliegen kunnen nog een puntje zuigen aan deze extreme vorm van breinplasticiteit; in het grote rollenspel van de kolonie zien ook zij hun brein soms slinken. Jammer genoeg is dat bij hen echter altijd een one way ticket.