Size matters, in ieder geval tijdens paringen van Nieuw-Zeelandse girafkevers (Lasiorhynchus barbicornis). Foto: ImageSelect

 

Na jaren van larvale ontwikkeling, hebben mannelijke Nieuw-Zeelandse girafkevers slechts enkele weken de tijd om al knokkend een vrouwtje voor zich te winnen.

 

In de zomermaanden is het zover en komt het dode hout in de Nieuw-Zeelandse bossen langzaam tot leven. Na minstens twee jaar op een dieet van schimmels, steken daar geheel volgroeide Nieuw-Zeelandse girafkevers hun kopjes een voor een uit hun houten holletje. Enkele blijven steken door een te krappe doorgang en sterven. De rest kruipt naar buiten, waarna de strijd om de felbegeerde vrouwtjes losbarst.

 

Bekvechten

De mannen gaan elkaar dan te lijf met hun sterk verlengde snuit of rostrum – geen nek dus, hoewel de naam girafkever anders doet vermoeden –, die haast net zo lang is als hun lichaam. Terwijl de mannen trekken, grijpen, duwen en stoten, boren de veel kleinere vrouwtjes alvast nieuwe holletjes – één voor ieder nog te bevruchten eitje. Hoewel enkele van de kleinere snuitkevertjes in de schaduw van de bekvechtende kanjers een paring weten te stelen, loont het vooral om groot te zijn: hoe meer grote kevers op een vierkante meter, hoe lager het paringssucces van de kleintjes (Proceedings of the Royal Society B, 2 juni). Zij storten dan ook regelmatig ter aarde na een flinke zet vanaf blad of boom.

 

Hoewel Lasiorhynchus barbicornis zijn volksnaam deelt met de net iets kleurrijkere Malagassische girafkever, zijn ze niet aan elkaar verwant. Sterker nog, L. barbicornis is het enige spitsmuisje in dit genus, waarbij zowel genus als soortstoevoeging verwijzen naar de zwarte, naar achter gerichte haartjes onder het rostrum van het mannetje, en mogelijk zijn behaarde antennes – Lasiorhynchus betekent dichtbehaard rostrum, en barbicornis behaarde hoorn.

 

Kano's

Maar lang voordat de nomenclatuur überhaupt ter wereld kwam, hadden de Maori’s al zelf een passende naam bedacht voor Nieuw-Zeelands langste kever: tūwhaipapa en tūwhaitara , beide verwijzingen naar de Maorische god van nieuw gebouwde kano’s of waka’a, schepen die onlosmakelijk verbonden zijn met de cultuur van de inheemse bevolking en een centrale rol spelen in hun oude verhalen.


YouTube-filmpje van New Scientist over het paargedracht van de Nieuw-Zeelandse girafkevers: