Door Steijn van Schie - FOTO: IMAGESELECT - 26-02-2022 - Humane biologie

Wanneer de eerste kilo’s eraan vliegen, verdwijnt de motivatie om te stoppen met roken soms als sneeuw voor de zon. Waar komen al die kilo’s toch plotsklaps vandaan?
Stoppen met roken vergt zowel mentaal als fysiek het uiterste van mensen. Want voor wie over de eerste ontwenningsverschijnselen heen is en niet meer dagelijks hunkert naar nicotine, staat alweer een volgende uitdaging voor de deur: gewichtstoename – ex-rokers komen in hun eerste rookvrije jaar gemiddeld zo’n 4 kilogram aan. Hoe komt dat?
Websites die rokers willen helpen met tips en tricks voeren al snel een veelgehoord argument op: nicotine verandert het metabolisme. Oftewel: iemand die rookt heeft een snellere stofwisseling. Stop met paffen en de stofwisseling vertraagt weer, waardoor het lichaam minder energie gaat gebruiken. Wie zijn eetpatroon niet aanpast, wordt dan vanzelf dikker en dikker.
ENERGIEGEBRUIK
Toch is er weinig wetenschappelijk bewijs voor dit fenomeen dat zijn oorsprong vindt in de jaren tachtig, meent Klaas Westerterp, hoogleraar humane energetica aan de Universiteit van Maastricht. ‘Ik doe al mijn hele leven onderzoek naar energiegebruik in mensen en er zijn mij geen studies bekend waaruit blijkt dat het totale energiegebruik anders is voor rokers dan voor niet-rokers of ex-rokers. De verklaring voor het feit dat rokers vaak dunner zijn of aankomen na het stoppen, moet dus echt in een andere hoek worden gezocht.’
Die andere invalshoek komt recent van een groep Israëlische en Duitse onderzoekers, die darmmicrobiomen van muizen die drie weken werden blootgesteld aan sigarettenrook vergelijken met die van controlemuizen (Nature, 8 december 2021). Bij de ‘rookmuizen’ zagen ze de samenstelling van het darmmicrobioom veranderen, een proces dat zich ook ná de rookblootstelling verder voortzette. In deze periode dat de muizen ‘stoppen met roken’ nemen bacteriële metabolieten in de darmen zodanig toe dat er meer energie uit voedsel wordt gehaald. Gevolg: gewichtstoename, ook bij eenzelfde calorische inname. Poeptransplantaties tussen rookmuizen en darmmicrobioomvrije muizen bevestigen dat beeld.
‘Muizen hebben echt een totaal ander dieet dan mensen’
Westerterp is echter niet overtuigd dat dit makkelijk te vertalen is naar mensen: ‘De onderzoekers laten op zich mooi zien dat de verteringsefficientië verandert bij labmuizen die drie weken in rook hebben gezeten, maar muizen hebben echt een totaal ander dieet dan mensen. Ze eten veel vezels en nauwelijks vet. Een veel logischere verklaring is dat mensen simpelweg meer gaan eten als ze eenmaal gestopt zijn met roken. Roken onderdrukt immers het hongergevoel – als rokers honger hebben, steken ze vaak even een sigaretje op.’
Achter deze ogenschijnlijk simpele verklaring, zit een vrij goed beschreven biologisch mechanisme, iets wat de Nature-onderzoekers zelf ook erkennen. Nicotine stimuleert namelijk de zogeheten nAChRs-receptoren op cellen. Dit zijn niet alleen receptoren die betrokken zijn bij beloningscircuits in het brein en waardoor nicotine zo verslavend is, maar ze zitten ook op bepaalde neuronen in de hypothalamus. Via deze weg activeert nicotine de daar aanwezige neuronen, die vervolgens voedselinname onderdrukken (Perspectives in Medicine, 2021). Met andere woorden, wanneer de nicotine wegvalt vermindert de activiteit van deze neuronen weer en komt het hongergevoel terug.
Hoewel nicotinevervangers de gewichtstoename even kunnen uitstellen, moet uiteindelijk ook daarmee worden afgebouwd. Vanaf dan duurt het meestal zo’n zes maanden totdat het lichaamsgewicht zich stabiliseert. Helaas is gewichtstoename voor veel mensen een belangrijke reden om weer een sigaret op te steken. Toch staat een ding vast: die paar extra kilo’s zijn een stuk gezonder dan het dagelijks volpompen van de longen met giftige rook.
Dwarse vragen van leerlingen? Mail uw vragen naar redactie@bionieuws.nl.