Vooral als ze groepen vormen, zijn scholeksters gevoelig voor verstoring door recreërende mensen.

 

 

Vogels en recreanten: het gaat niet altijd goed samen. Daarom stelde de provincie Gelderland op 17 mei een Recreatiezoneringsplan voor de Veluwe vast dat is afgestemd op storingsgevoelige vogels.

 

In een steile zandwand in de duinen hebben twee paar oeverzwaluwen nesten uitgegraven, vlak langs een pad. Ze verraden hun aanwezigheid met een knetterende roep als twee wandelaars passeren. Ze vliegen rond en lijken verstoord. Het roept de vraag op: zijn natuurbezoekers een probleem voor vogels? Volgens een rapport dat Vogelbescherming Nederland eind maart uitbracht, Verstoring door recreatie, wel: ‘Recreatie in zijn huidige vorm heeft op grote schaal effecten op veel soorten in alle biotopen, resulterend in lagere aantallen en/of lager broedsucces. Hierdoor is de draagkracht voor vogels van veel recreatief drukbezochte gebieden in Nederland al substantieel verlaagd.’

 

Het rapport steunt op een wereldwijde literatuurstudie. Daaruit blijkt dat recreatie op water en in open gebieden, waar vogels goed zichtbaar zijn, meer verstoring veroorzaakt dan in bossen. Dat vogels die op de grond broeden of foerageren de meeste hinder ondervinden. Dat wandelaars en fietsers grote invloed hebben omdat ze met zovelen zijn. Dat onvoorspelbaar gedrag bedreigend is voor vogels: mensen die van de paden af gaan, loslopende honden en mountainbikers over kronkelige paadjes. En dat ook mensen die stilstaan en kijken, zoals vogelaars en fotografen, paniek veroorzaken.

 

Die verstoringen hebben grote effecten. Want voordat een vogel opvliegt, is hij al onrustig. Maar ondanks zijn angst wacht hij vaak lang voordat hij vlucht, bijvoorbeeld omdat hij een nest jongen moet achterlaten of een goede voedselplek kan verliezen. Schrikken vogels vaak op, dan kan dat hun voortplantingssucces en overlevingskans verlagen, en zo daalt het aantal vogels dat in een drukbezocht gebied leeft. Verstoring door recreatie is dan ook een probleem voor de natuurbescherming.



REFLEX


En dat probleem groeit, want het aantal mensen dat de natuur in gaat is de laatste tientallen jaren flink gestegen. Ook de bezoekers zelf ondervinden daar hinder van: drukte doet afbreuk aan natuurbeleving. Toch moet niet de eerste, automatische reflex zijn om recreatiemogelijkheden in een drukbezocht gebied te beperken, vindt landschapsecoloog Rogier Pouwels, werkzaam aan Wageningen University & Research en in 2019 gepromoveerd op onderzoek naar vogels en recreatie. ‘Je moet goed afwegen wat de consequenties daarvan zouden zijn, ook voor gebieden elders en voor de recreant. Het is belangrijk dat mensen natuurervaring kunnen opdoen, want dat schept draagvlak voor natuurbehoud’, aldus Pouwels.



‘Het is belangrijk dat mensen natuurervaring kunnen opdoen, want dat schept draagvlak voor natuurbehoud’

 

Het rapport van Vogelbescherming Nederland noemt mogelijkheden om negatieve effecten van recreatie terug te dringen: wijs stukken natuurgebied aan die vrij blijven van recreanten en zorg dat bezoekers op toegankelijke gedeelten zich voor vogels voorspelbaar gedragen, dus vaste vaarwegen aanhouden, op paden blijven en honden aan de lijn houden. Pouwels: ‘Om dat te vertalen in concrete en effectieve natuurbehoudsmaatregelen moet je enerzijds weten hoe een plaatselijke verstoring van vogels uiteindelijk doorwerkt in populatiegroottes en anderzijds hoe de recreatiedruk verdeeld is en hoe recreanten zich gedragen. Die kennis is vaak nog beperkt.’

 

Soms is het moeilijk om aan te tonen dat er verstoring is. Bioloog Henk-Jan van der Kolk, nu projectleider meetnetten bij de Bryologische en Lichenologische Werkgroep van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, liet zien hoe scholeksters last hebben van recreatie zonder dat het opvalt ( Ibis , april 2022). ‘Na het broedseizoen, en dat is al vanaf eind juli, overwinteren scholeksters in groepen in het Waddengebied en het Deltagebied’, vertelt hij. ‘In zo’n groep zijn ze extra gevoelig voor verstoring. Want zodra een paar schuwe vogels opvliegen, gaat de hele massa de lucht in.’

 

Hij rustte een aantal scholeksters uit met een zender en volgde zo de bewegingen van vogels die foerageren bij Vlieland en bij De Richel, een zandplaat ten oosten van het eiland. De vogels die bij Richel foerageren, rusten bij hoog water op de zandplaat en de vogels die bij Vlieland foerageren gaan bij hoogtij naar Vlieland. Althans: als het daar rustig is. Zijn er veel toeristen op Vlieland, dan wijken ze uit naar De Richel. Ze moeten dan verder vliegen en zijn dus meer energie kwijt, maar dat weegt kennelijk op tegen hun angst voor mensen. De verstoring blijft verborgen: recreanten verjagen scholeksters zonder dat te zien.

 

‘Het verlaagt in dit geval waarschijnlijk niet de kans dat scholeksters de winter overleven’, vertelt Van der Kolk. ‘Ze kunnen best wat extra vliegkosten hebben zolang het goed weer is. Bij langdurige kou is er weinig voedsel beschikbaar en dan is het een groter probleem. Maar dan is er doorgaans minder verstoring en kunnen ze op Vlieland overtijen. Dit neemt niet weg dat zulke onzichtbare verstoringen op andere locaties of bij andere vogelsoorten wel negatief kunnen uitpakken voor overleving.’



PARKEERPLAATSEN


Op de Veluwe speelt verstoring door wandelaars duidelijk een rol voor drie in open gebied levende soorten: boomleeuwerik, nachtzwaluw en roodborsttapuit. Bioloog Henk Sierdsema van Sovon Vogelonderzoek Nederland en Pouwels berekenden dat hun populaties door de aanwezigheid van recreanten een kwart kleiner zijn dan ze anders zouden zijn (Journal of Environmental Management, augustus 2017). Ze gebruikten cijfers van bestaande vogeltellingen en relateerden vogelaantallen aan bezoekersdichtheden. Die schatten ze op grond van het aantal beschikbare parkeerplaatsen en hun locatie, uitgaande van het feit dat wandelaars binnen een paar kilometer van hun auto blijven, zoals gps-gegevens laten zien, en liever geen wegen oversteken.

 

Pouwels ging ook na wat het effect van maatregelen kan zijn. In New Forest in Zuid-Engeland, waar door recreatie bijna 40 procent minder nachtzwaluwen leven dan mogelijk is, zouden beheerders het aantal wandelaars in nachtzwaluwgebieden met maar liefst 80 procent omlaag kunnen brengen door simpelweg parkeerterreinen te verplaatsen (Applied Geography, maart 2020). En in de Amsterdamse Waterleidingduinen kan het aantal veldleeuweriken verdubbelen als het toch al rustige centrale deel wordt afgesloten. Pouwels: ‘Dan krijg je elders wat meer wandelaars, maar tien mensen extra in druk gebied verstoren minder dan tien mensen in rustig gebied.’



BROEDTIJD


Voor de Veluwe maakt de provincie Gelderland er werk van: op 17 mei stelden Gedeputeerde Staten een Recreatiezoneringsplan vast, dat vooral op vogels is afgestemd (www.gelderland.nl/projecten/recreatiezonering-op-de-veluwe). De Veluwe is het grootste terrestrische natuurgebied van Nederland met ruim achtduizend betrokken grondeigenaren; zij doen bijna allemaal aan het zoneringsplan mee. Het plan wijst kleinere gebieden met vooral bos aan voor intensieve dagrecreatie en centraal gelegen grotere gebieden met bos, heide en stuifzand voor extensieve recreatie. In de extensieve zones zullen fiets- en wandelpaden worden afgesloten om het aantal bezoekers terug te dringen en meer rust te creëren. Sommige terreinen worden het hele jaar of tijdens de broedtijd gesloten, waaronder een aantal zandverstuivingen zoals het Hulshorsterzand.

 

Sierdsema adviseerde de provincie over een optimale zonering voor vogels. Hij is enthousiast over het zoneringsplan: ‘Voor grofwild waren er al rustgebieden, nu wordt er ook iets gedaan voor vogels. Ik ben verrast over hoe gemeenten en beheerders het idee oppakken.’

 

De Veluwe is volgens de Europese Vogelrichtlijn aangewezen als leefgebied voor tien soorten vogels. Sierdsema: ‘Voor die soorten is een minimaal aantal broedparen vereist. Zes van die tien soorten voldoen daar niet aan. Zij zijn kwetsbaar voor recreatie: boomleeuwerik, draaihals, duinpieper en tapuit leven in open of halfopen gebied en de bossoorten wespendief en zwarte specht foerageren deels op de grond. Zonering kan de situatie voor deze soorten verbeteren.’

 

Voor de boomleeuwerik is recreatie de belangrijkste bedreiging. Die soort zal dus het meest van het zoneringsplan profiteren en de doelstelling, het vereiste aantal broedparen, is haalbaar. Maar voor de zwarte specht en de wespendief is meer rust waarschijnlijk niet voldoende; er moet ook meer voedsel beschikbaar zijn. Voor de draaihals is de doelstelling, ook als het zoneringsplan wordt uitgevoerd, vooralsnog niet in beeld. En voor de duinpieper, die al niet meer op de Veluwe voorkomt is, en de tapuit blijft de toekomst er slecht uitzien vanwege de bodemkwaliteit, die door een overmaat aan stikstof is verpest.

 

Sierdsema: ‘Hoe succesvol het plan is, zal afhangen van uitvoering en handhaving. De gemiddelde Nederlander laat zich door een bordje ‘verboden toegang’ niet tegenhouden. In stuifzanden waar geen duidelijke wandelpaden zijn, is het beter om afgesloten delen met een lint af te zetten. Verstorende wandelpaden en fietspaden kunnen het beste helemaal dichtgegooid of omgeleid worden.’

 

Pouwels is positief over het zoneringsplan: ‘Het is wel belangrijk dat wordt bijgehouden of de maatregelen inderdaad de vogelpopulaties doen groeien en hoe het uitpakt voor de recreanten. Worden bijvoorbeeld mensen die rustige wandelpaden zoeken nog voldoende bediend? Er zijn natuurdoelen gedefinieerd, maar voor een goede belangenafweging zijn ook recreatiedoelen nodig voor de gehele Veluwe.’

 



FOTO: F. LAMIOT

 

Reptielen

Veel slangen, hagedissen en hazelwormen zijn letterlijk slachtoffer van recreatie: ze worden doodgereden op fietspaden. Er is geen ontsnappen aan: de dieren komen op de gladde ondergrond nauwelijks vooruit en sommige verstijven bij naderend fietsverkeer, schrijft Ravon (Reptielen Amfibieën Vissen Onderzoek Nederland) in zijn Balans 2021. Een zorgelijke ontwikkeling is dus dat er nieuwe fiets- en mountainbikepaden worden aangelegd en dat veel bestaande paden worden verbreed en verhard om het groeiende aantal fietsers op te vangen. Ook in beschermde natuurgebieden.

 

Maar er is enige tegenbeweging. Een voor reptielen belangrijk gebied dat populair is bij mountainbikers is de Sallandse Heuvelrug. Het is onderdeel van het Europees netwerk van beschermde natuurgebieden, Natura 2000. Een paar weken geleden besloot de provincie Overijssel om er de smalle mountainbikepaden te sluiten gedurende de piek van het reptielenseizoen, van 1 april tot 1 september. Ook voor vogels is dat gunstig. Op de Veluwe zullen reptielen profiteren van het Recreatiezoneringsplan, omdat een deel van de fietspaden wordt afgesloten.

 

 

Wadden

Voor vogels die langs de kust broeden, zoals de strandplevier, is nauwelijks nog gebied beschikbaar. Vrijwel alle stranden zijn vrij toegankelijk en worden druk bezocht. In het Waddengebied werkt een aantal natuurbeschermingsorganisaties samen in het project Wij&Wadvogels (www.waddoejij.nl). Zij willen op verschillende eilanden en langs dijken op het vasteland stukken inrichten waar vogels ongestoord kunnen broeden, en ook plaatsen inrichten waar ze bij hoog water kunnen rusten.