Door Gert van Maanen - Foto: Moebius - 18-06-2022 - Biologie
Kenneth Rijsdijk bij zijn inheemse heg van bloeiend hout, krentenboompjes en sleedoorn: ‘Heggen bieden veel onverwachte ecosysteemdiensten.’
Heggen kunnen de driehoek landschapnatuur-mens weer nieuw leven inblazen, ontdekte de Amsterdamse biogeoloog Kenneth Rijsdijk. ‘De heg is eigenlijk een metafoor van wat er in Nederland allemaal is misgegaan.’
‘Nee, ik kan nog niet claimen een heggenexpert te zijn. Mijn pleidooi stoelt op wetenschap, maar is nu nog wel deels de ideologie van Rijsdijk. Er zijn veel aanwijzingen dat heggen een belangrijke bijdrage leveren aan een vitaal en gezond landschap. Dat geldt zelfs voor zoiets als het tegengaan van verspreiding van infectieziekten en zoönosen, maar er is nog wel onderzoek nodig om dat beter te onderbouwen. Met mijn boekje wil ik vooral inspireren en vragen opwerpen. Hoe kan het dat voor Britten heggen zo ongeveer heilig zijn en we in Nederland in een race naar efficiëntie ze als kinderen met het badwater hebben weggegooid?’, zegt Kenneth Rijsdijk (1968), landschapsonderzoeker en -docent bij het Amsterdamse Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED-UvA) en auteur van de paperback Heg. Een boekje waarvan Rijsdijk het eerste exemplaar 16 mei na een hagenpreek aanbood aan NIOO-directeur Geert de Snoo en zijn voorganger Louise Vet, nu voorzitter Deltaplan Biodiversiteitsherstel dat in 2021 het Aanvalsplan Landschapselementen lanceerde.
CONTRAST
Voor Rijsdijk, die vanuit zijn achtergrond in de fysische geografie onder meer betrokken is bij onderzoek naar het uitsterven van dodo’s op Mauritius, was de koerswissel naar heggen ook een persoonlijke zoektocht. ‘Het begon drie jaar geleden na een vakantie in Midden-Frankrijk in het Creusedal, een schitterend landschap van weilanden met kleine bospercelen, houtwallen en heggen, waar het wemelt van insecten en vogels. Dat staat in schril contrast met de eindeloze en doodse graanvelden in Noord-Frankrijk die je op de terugreis ziet. Eerder was me in Noord-Nederland ook al opgevallen hoe saai, leeg en eentonig weilanden vaak zijn: strakke, felgroene biljartlakens. Alles in het teken van één functie: veevoer. Ook ik voel dan landschapspijn. Het past ook in het plaatje dat opborrelt na alle berichten over insectensterfte. Met dat allemaal in mijn achterhoofd ben ik met studenten begonnen aan onderzoek naar het nut van heggen, met als hypothese dat herintroductie van heggen helpt de soortenrijkdom in onze natuur te herstellen. Tevens een praktische aanpak om ecosysteemdiensten van heggen in kaart te brengen’, aldus Rijsdijk. Zo blijkt uit metingen met een laserscanner en schuifmaten aan een scheerheg tussen zijn woonplaats Bunnik en Amelisweert dat een kilometer heg bovengronds ongeveer 1.400 kilogram koolstof vastlegt.
‘Nederland had ooit 225 duizend kilometer heg en tientallen hegtypen’
‘Al snel had ik het idee dat we ook aan outreach moesten doen. Dat er een boekje moest komen om te laten zien dat de heg eigenlijk een metafoor is van wat er in Nederland allemaal mis is gegaan’, vertelt Rijsdijk. ‘Ik heb toen de échte Nederlandse heggenkoning, Jaap Dirkmaat van de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap, opgezocht in Ubbergen. Dat is vlakbij de Ooijpolder, waar op zijn initiatief vanaf 2005 weer dertig kilometer heg is aangeplant langs landbouwpercelen. Daar stijgen de aantallen soorten weer gestaag en recreanten brengen extra inkomsten het gebied binnen. Mijn idee was Dirkmaat over te halen een populair boek over heggen uit te brengen, maar hij is zo welbespraakt dat hij mij wist te overtuigen dat ik dat boekje moest schrijven’, glimlacht Rijsdijk. ‘Dat was voor mij een zoektocht en om het onderwerp ook dicht bij mensen te brengen heb ik ervoor gekozen het ook als een speurtocht op te schrijven. Door eerlijk vragen te stellen en verslag te doen van bezoeken aan experts en boeren die uitleggen waarom heggen in Nederland uit het landschap zijn verdwenen en wat er nodig is om herintroductie van de grond te krijgen. Mijn oogmerk is nadrukkelijk het herstel van de driehoek landschap-natuur-mens’, aldus Rijsdijk. ‘Nederland had ooit 225 duizend kilometer heg en tientallen hegtypen. Een rijke hegtraditie die je deels ook nu nog vindt in het coulisselandschap van de Achterhoek, de tuunwallen op Texel en de Maasheggen in Limburg.’
In het boekje identificeert Rijsdijk minstens zestien functies die het belang van heggen onderstrepen. ‘Heggen bieden beschutting tegen wind en vormen een belangrijke woonplaats en verbindingsroute voor veel planten en dieren. Maar er zijn ook ecosysteemdiensten waar je minder snel aan denkt, zoals bescherming tegen overstroming, waterberging, drainage en plaagonderdrukking. Niet alleen voor plagen in gewassen, maar heggen bufferen ook muizenplagen en knaagdieren zijn vaak dragers van zoönosen als Q-koorts of zelfs reservoirs voor coronavirussen’, aldus Rijsdijk. ‘Een landschap met heggen is behalve gezond ook gewoon mooi, dus het helpt in ieder geval tegen landschapspijn. Bij veel boeren leeft helaas nog het idee: heggen kosten alleen maar geld. Ze moeten ook al zoveel, als slaven van banken, supermarkten en agribusiness. Het subsidiesysteem voor tuunwallen op Texel bewijst dat het anders kan en als boeren dan ook nog complimenten krijgen van recreanten zorgt dat zelfs voor een trots eigenaarschap van heggen. Maar een vitaal landschap is in ieders belang, dus in mijn ideologie betalen we boeren gewoon voor iedere strekkende meter heg.’

HEG – EEN BEHAAGLIJK LANDSCHAP VOOR MENS EN NATUUR - Kenneth Rijsdijk
Paperback, 112 pagina’s, 14,90 euro