Door klimaatverandering werpen Afrikaanse wilde honden later in het jaar en daalt hun reproductief succes.

 

Om zich aan te passen aan het veranderende klimaat krijgen Afrikaanse wilde honden tegenwoordig later in het seizoen hun jongen. Hiermee verlagen ze wel hun reproductieve succes.

 

De Afrikaanse wilde hond (Lycaon pictus) krijgt tegenwoordig later pups zodat de temperatuur tijdens het werpen over de jaren heen gelijk blijft. Het moment van werpen is in 30 jaar met 22 dagen verschoven onder invloed van de klimaatverandering. Bijkomstig gevolg hiervan is dat de temperatuur tijdens de maanden waarbij de jongen in het hol blijven hoger is, waardoor het reproductieve succes omlaag gaat. (PNAS, 27 juni) Tijdens de eerste drie maanden zijn de pups het kwetsbaarst en dit is een drukke tijd voor de roedel. In 1990 wierpen de honden hun pups vlak voor een koelere periode. Door klimaatveranderingen is deze periode verschoven en de gemiddelde temperatuur gestegen. Als de pups nu geboren worden bij dezelfde temperatuur als in 1990, dan is de koele periode al bijna voorbij en de temperatuur stijgt daarna snel. Dit zorgt ervoor dat minder pups de eerste maanden overleven.

 

Gevaar
Waardoor het reproductieve succes lager is bij een hogere temperatuur is niet duidelijk. Mogelijke oorzaken zijn dat bij warmte de moeder minder melk geeft, of dat de honden dan minder jagen. In de warmere periode heeft de hond bovendien meer kans om een leeuw tegen te komen en loopt zo meer gevaar.

 

De Afrikaanse wilde honden lijken in een fenologische val te lopen. Door de aanpassing aan het klimaat bij het werpen komen ze in de problemen bij het in leven houden van de pups. Geen goede aanpassing dus.