Door Gert van Maanen - FOTO;S: ROB VENDERBOS - 02-07-2022 - Ecologie
Op Schiermonnikoog beschikken Groninger biologen vanaf 26 augustus over Herdershut 3.0. Bionieuws ging vanuit dit veldstation op stap met botaniserende en vogelende eerstejaars.
Vier fanatiek pietende scholeksters vliegen over. En op het klinkerpad zit een haas die uiteindelijk in de greppel duikt. In het ochtendzonnetje doemen in de verte de duinen en kwelders van Schiermonnikoog al op. Nog net binnen de zeedijk en verscholen achter een boomsingel ligt het nieuwe biologisch veldstation van de Rijksuniversiteit Groningen: de Herdershut 3.0 (zie: ‘Nieuwe Herdershut is ‘heel goede investering’). In het strak met hout afgetimmerde pand heerst om half acht nog rust op dinsdag 21 juni. Rijen fietsen en een hal vol bergschoenen, gympen en laarzen zijn de eerste aanwijzingen voor aanwezigheid van biologen. Het definitieve bewijs levert cursusassistent Rob Venderbos met op zijn vingertop een suffig padje. ‘Deze rugstreeppad was in de Herdershut doorgedrongen. Uit de familie Bufonidae, inheems maar wel een beetje invasief’, constateert Venderbos terwijl hij het beestje naar buiten brengt. Binnen in de Herdershut beginnen een aantal biologiestudenten al aan het ontbijt. ‘Schoenen uit. We hanteren een strak shoes off -beleid. Je merkt op kwelder en wad wel waarom’, zegt ecoloog Chris Smit, leider van de flora- en faunacursus waaraan deze dinsdag en woensdag 28 eerstejaars biologen deelnemen, op donderdag en vrijdag afgewisseld door 28 andere studenten.
Ecoloog Chris Smit (met rugzak en hoedje) geeft tijdens de botanische excursie de eerstejaars biologen uitleg over vegetatieprocessen (boven), terwijl even later de loep en flora ter hand worden genomen om de witbloeiende grasmuur te kunnen determineren (onder).
Luxe
‘Dit is luxe’, constateert Smit over het nieuwe veldstation. ‘Studenten slapen met maximaal vier op een kamer en begeleiders met twee. Er komt elke week een schoonmaakploeg uit het dorp en een cateraar verzorgt het avondeten: vega, want we moeten natuurlijk het goede voorbeeld geven’, aldus Smit, die al twaalf jaar deze cursus coördineert. ‘De afgelopen twee jaar is die vanwege covid niet hier gegeven. In 2020 helemaal niet en vorig jaar moesten we volstaan met excursies rondom universiteitscomplex Zernike.’ De studenten hebben voorbereidende colleges en practica gehad, en krijgen op Schier een dag botanische excursie van wad tot strand en een dag fietsexcursie vogelen over het hele eiland. ‘Er zijn eerstejaars die nog geen merel van een spreeuw kunnen onderscheiden, maar gelukkig is de interesse er wel. Een bioloog behoort parate kennis van een aantal soorten te hebben. Maar nog belangrijker is het dat studenten ecologische relaties in het veld herkennen. Schier is hiervoor ideaal, omdat we kunnen putten uit vijftig jaar eigen onderzoek, het eiland rijk is aan soorten en habitats, en je hier ook echt de belevenis van veldwerk meekrijgt’, aldus Smit.
Filosoferen
Na een kort appèl gaat de helft van de studenten met Smit en Venderbos mee naar de kwelder en de andere helft in kleinere groepjes op vogeljacht. Voorzien van loep, flora en een checklist fietst de plantengroep richting Kobbeduinen. Een eerste stop vindt plaats bij een langjarig begrazingsexperiment. Hierbij zijn delen begraasd, delen door omheiningen afgeschermd voor begrazing en delen bemaaid door onderzoekers. Door gerichte vragen te stellen laat Smit de studenten filosoferen waar de biodiversiteit het grootst is, waarom zeekweek op oudere kwelders de dominante soort is en welke rol stekelige zeerus speelt bij het ontstaan van gefragmenteerde vegetatiepatronen. Op de wandeltocht door de kwelder, heen en weer van duin tot de vloedlijn van het wad, komt van alles aan de orde: de rol van successie, overstroming, opslibbing, kwelderspringers, hazen, ganzen, bultvorming door gele weidemieren en de problematiek van predatie door verwilderde katten. En passant wijzen Smit en Venderbos ook op overvliegende kiekendieven en veldleeuweriken. Teruglopend vanaf de vloedlijn worden serieus alle plantensoorten geoefend die de studenten voor de toets moeten kennen: van Engels slijkgras en zeekraal, de gestreepte witbol (‘pyjamabroek’), gerande schijnspurrie (‘roze bloem, die bij overstroming dichtklapt’) tot gewone rolklaver, kleine leeuwentand (‘meerdere bloemen op één rozet’) en Engels lepelblad (‘een kruisbloemige’).
Goedgemutst
De groep werpt zich vlak voor de lunch in een duinpan nog op het determineren van een witbloeiend plantje: grasmuur ( Stellaria graminae ). Eerstejaars Vincent Feijen betoont zich enthousiast over de veldexcursie: ‘Als je dit niet leuk vindt, heb je gewoon de verkeerde studie gekozen.’ Ook het vogelgroepje van zeven studenten ondergaat rond lunchtijd op de Wassermanbunker goedgemutst de tweetalige doorloop van de tachtig vogelsoorten die ze voor de eindtoets moeten herkennen. ‘ Blackheaded gull – koksmeeuw – need to know – kleiner dan andere meeuwen’, dicteert de begeleidende vogelaar Koen Stork, terwijl collega Jeroen Onrust bijpassende illustraties uit een vogelgids toont. ‘Het gaat natuurlijk eigenlijk niet zozeer om het memoriseren van soorten, maar dat studenten een beetje besef krijgen van welke vogels je ergens kunt verwachten’, zegt Onrust. Het vervolg van hun fietstocht voert door een bos – met onder meer tjiftjafs, gekraagde roodstaarten en staartmezen – de vogelhut aan de Westerplas – met aalscholvers, futen, lepelaars, kleine zilverreigers, berg- en krakeenden – en op de terugweg naar de Herdershut langs zeedijk en weilanden: eidereenden, kievieten, grutto’s en tureluurs, veelal met jongen. ‘Van de tachtig vogelsoorten hebben we vandaag al bijna de helft op het eiland gezien’, schat de Duitse eerstejaars Benja Blaschke. ‘De futen en jonge lepelaars vond ik het schattigst. Twee dagen is veel te kort, konden we maar langer op dit eiland blijven’.
Het nieuwe veldstation (links) is een modern gebouw dat veel plaats biedt aan onderzoekers en studenten. Helemaal rechts de oude Herdershut. FOTO: MOEBIUS
Nieuwe Herdershut is ‘heel goede investering’
Het heeft in ruim zestig jaar zo’n zestig proefschriften opgeleverd en meerdere generaties Groninger biologen liefde voor veldwerk bijgebracht: het veldstation de Herdershut op Schiermonnikoog, van waaruit talloze cursussen flora en fauna zijn gegeven en langlopend onderzoek naar grazen van runderen en ganzen, foerageren van scholeksters en successie in kwelderplanten is uitgevoerd. Het veldstation is nu volledig herbouwd en wordt – enigszins uitgesteld vanwege de coronacrisis – vrijdag 26 augustus feestelijk heropend.
Het nieuwe gebouw is volledig gasloos, voorzien van zonnepanelen en uitgerust met een grote onderwijsruimte annex kantine, twee moderne labs, een tiental werkplekken met computers en verbeterde slaap- en verblijffaciliteiten voor zo’n tien onderzoekers of begeleiders en dertig studenten of cursisten. ‘We hebben de universiteit weten te overtuigen dat een veldstation op Schier gewoon een heel goede investering is voor zowel onderzoek als onderwijs’, vertelt de Groninger ecoloog Han Olff. ‘Zeker als je het afzet tegen dure faciliteiten als deeltjesversnellers, sterrentelescopen of C14-apparatuur. De Herdershut heeft honderden wetenschappelijke publicaties en veel dissertaties opgeleverd en – minstens zo belangrijk – heel veel Groninger biologen geïnspireerd en een band voor het leven bezorgd met veldwerk en Schier’, aldus Olff.
Universiteitsgebouw
Het veldstation is nu een regulier universiteitsgebouw van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en als zodanig beschikbaar voor onderwijs en onderzoek. Het is daarmee de enige universiteit die nog steeds over een volledig geoutilleerd veldstation beschikt, dat grote groepen studenten kan huisvesten voor veldcursussen. Veldstation De Klip in Meijendel van Universiteit Leiden en Het Groene Glop op Schier van Vrije Universiteit Amsterdam zijn hooguit uitvalsbases voor veldcursussen en -excursies.
De huidige nieuwbouw van de RUG op Schier vervangt het gesloopte verblijfsgebouw uit 1983, dat niet meer aan moderne eisen voldeed. Uit historische overwegingen blijft de oorspronkelijke Herdershut gehandhaafd. Dit kleine gebouwtje was oorspronkelijk in gebruik door een herder in verband met zomerbeweiding op de kwelders van jongvee afkomstig van het vasteland. Dat werd in 1956 de kern van het biologisch veldstation. Van hieruit werd onder leiding van gedragsbioloog Gerard Baerends onderzoek gedaan naar kemphanen, die daar toen nog baltsten.
Mekka
Dierecoloog Rudi Drent gebruikte de hut als uitvalsbasis voor zijn promotieonderzoek naar broedgedrag van zilvermeeuwen en plantenecoloog Dingemans Bakker startte er botanisch onderzoek naar duin- en kweldervegetaties. In hun kielzog werd de Herdershut het Mekka van een hele trits Groninger biologen. In de begintijd kampeerden biologiestudenten voor hun cursussen op het terrein en werd een warm hap bereid op een sissende primus in een open schuurtje. Vanaf 1983 kon dat in het verblijfsgebouw en bij grote toeloop op de kampeerboerderij de Kooiplaats.
De Herdershut ligt in de Banckpolder op de rand van kwelders en vormt de meest Oostelijke behuizing op Schiermonnikoog. Grote groepen biologen vertrokken bij nacht en ontij met veldflessen en verrekijkers op de fiets richting Kobbeduinen, Oosterkwelder, Wad, Westerplas, Rif of Badstrand, of ter ontspanning naar terrasjes of de Toxbar in het dorp. Het zorgde voor een bijzondere band met Schier en de lokale bewoners. Zo staat een doorsteek achterlangs de eendenkooi onder eilanders nog steeds bekend als het Biologenpad en heeft de Dorpsbode van Schier de rubriek ‘Uit de Herdershut’.