Door Steijn van Schie - ILLUSTRATIE: OSCAR SANISIDRO - 03-09-2022 - Ecologie

Representatie van zoogdieren die van nature leven in Californië (links) en Colombia, met uitgestorven dieren in grijs.
De complexiteit van voedselwebben van zoogdieren neemt al vele millennia af, vooral door menselijk toedoen. Het einde is voorlopig niet in zicht.
Het wereldwijde voedselweb van terrestrische zoogdieren is aan het verloederen: het aantal connecties in het web is de afgelopen 130 duizend jaar met gemiddeld 53 procent afgenomen doordat dieren uitsterven en geschikte leefgebieden drastisch slinken. Dat concludeert een internationaal team biologen 26 augustus in Science. Ook waarschuwen ze dat de versimpeling van het voedselweb in de toekomst verder zal toenemen – de mens is een belangrijke drijfveer achter de voedselwebarmoede, zowel in verleden, heden als toekomst.
En dat kan grote gevolgen hebben voor de diversiteit en stabiliteit van ecosystemen. Op zich kan een ecosysteem wel een stootje hebben wanneer het bestaat uit een ingewikkeld netwerk van veelvuldige predator-prooi-interacties. Haal die interacties stap voor stap weg en het systeem wordt steeds instabieler, totdat het uiteindelijk als los zand uit elkaar valt; vergelijkbaar met een breiwerk waar men telkens een draadje uit verwijdert. Toppredatoren en grote herbivoren hebben over het algemeen de meeste connecties met andere dieren en spelen een disproportioneel grote rol in de stabiliteit van het voedselweb. Zij zijn tevens het meest kwetsbaar voor habitatvernietiging en uitsterving.
Impact
Het is bekend dat sinds het Laat-Pleistoceen, zo’n 130 duizend jaar geleden, ongeveer 6 procent van de terrestrische zoogdiersoorten is uitgestorven, maar het is lastig dit te vertalen naar de impact op voedselwebben; gevonden fossielen zeggen niet direct iets over predator-prooi-interacties. Om die dynamiek beter te begrijpen bouwen de onderzoekers een enorme database van hedendaagse predator-prooi-interacties en koppelen die aan fysieke dierkenmerken als lichaamsgrootte en -gewicht van zowel hedendaagse als uitgestorven zoogdiersoorten. Zo lukt het ze met deep learning modellen te bouwen waarmee ze voedselwebben uit het verleden kunnen reconstrueren.
Vervolgens maken ze voor bekende opgravingsplaatsen van fossielen in Colombia, Australië en Madagaskar telkens twee voedselwebben: een met alleen de hedendaagse zoogdiersoorten en een met zowel hedendaagse als uitgestorven dieren. Hetzelfde doen ze met hedendaagse leefgebieden versus leefgebieden zoals ze er 130 duizend jaar geleden nog uitzagen. Zodoende kwantificeren ze de impact van uitsterving en habitatkrimp op voedselwebcomplexiteit sinds de laatste interglaciale periode op aarde.
Naast de wereldwijde afname van 53 procent in voedselwebconnecties, constateren de biologen dat er gemiddeld überhaupt 35 procent minder terrestrische zoogdiersoorten ‘meedoen’ in het voedselweb. In de toekomst neemt dat nog eens af met respectievelijk 21 en 14 procent. Versimpelingen van voedselwebs in het verleden correleren bovendien met de aankomst en verspreiding van mensen in bepaalde gebieden.
Kandidaatsoorten
‘Het is echt uniek dat de onderzoekers eigenschappen van dieren vertalen naar voedselwebben; hierdoor kun je veel meer zeggen over ecologische systemen in het verleden én de toekomst; heel interessant werk’, oordeelt Liesbeth Bakker, hoogleraar rewilding ecology in Wageningen. ‘Bovendien geeft het handvatten voor de herintroductie van soorten: je kunt met deze modellen een meer onderbouwde keuze maken voor eventueel geschikte kandidaatsoorten. En dat is geen overbodige luxe in deze soms emotionele discussies, zoals rond de terugkomst van de wolf in Nederland.’