Nuance en stikstof gaan niet per se goed samen, blijkt bij een debat van de vereniging voor wetenschapsjournalisten.

Nog voor het Grote VWN-Stikstofdebat 19 mei van start ging liep de discussie in de mailinglijst van VWN (Vereniging voor Wetenschapsjournalistiek en -communicatie Nederland) dusdanig hoog op dat organisator Enith Vlooswijk van verschillende mensen de vraag kreeg of de avond nog wel doorging. ‘Ja natuurlijk!’, aldus Vlooswijk. ‘Juist nu is het belangrijk om elkaar in de ogen te kijken.’ Hoofdrolspeler van de avond is Arnout Jaspers, schrijver van De Stikstoffuik, een boek dat al veel stof deed opwaaien (zie bijvoorbeeld de bespreking van stikstofexperts Jan Willem Erisman en Wim de Vries in Bionieuws 8).

Jaspers schreef het pamflet uit verontwaardiging, legt hij uit. ‘Het beeld dat de natuur in Nederland op omvallen staat door stikstof ligt echt genuanceerder. Ik wilde die kant belichten.’ Dat is naar eigen zeggen aardig gelukt: ‘Het succes van De Stikstoffuik heeft mijn verwachtingen ver overtroffen en de invloed op het publieke debat ook.’ Naast Jaspers schuift hoogleraar earth surface science Franciska de Vries aan. Zich mengen in het publieke debat vindt ze ‘vrij vermoeiend’, maar ze vindt het toch belangrijk om wetenschappelijke context te bieden. Die rol neemt ze dan ook gelijk op als Jaspers beargumenteert dat het zo slecht nog niet gaat met de Nederlandse natuur, aangezien de Nederlandse Living Planet Index de afgelopen decennia een positieve trend laat zien. De correlatie tussen stikstof en de staat van natuur is volgens hem bovendien zwak. ‘Een positieve trend betekent nog niet dat het goed gaat’, aldus De Vries. ‘Nuanceren van cijfers is belangrijk, en stikstof is inderdaad niet de enige drukfactor op de natuur. Het is wel een factor die bijna overal speelt in Nederland, en bijvoorbeeld in open landschappen gaat het duidelijk slecht.’

Soundbite
‘Er is wel een stikstofprobleem, maar geen stikstofcrisis’, brengt Jaspers zijn naar eigen zeggen tot soundbite verworden frase in. Hij pleit ervoor de situatie per gebied te bekijken, niet eenzijdig op stikstof te focussen en daar af en toe de norm voor te overschrijden. De uitstoot van stikstof daalde in Nederland na 1990 en is inmiddels stabiel – dat de boel nu ineens op omvallen staat lijkt Jaspers onwaarschijnlijk. ‘Het is in elk geval ook niet een probleem van alleen Natura 2000-gebieden’, brengt De Vries daartegenin. ‘Stikstof heeft effect op elk ecosysteem. De metafoor van een overlopende emmer klopt inderdaad niet, want stikstof hoeft niet per se op te stapelen. De effecten van stikstof doen dat echter wel.’ Dat leidt uiteindelijk in elk geval tot een verlies aan biodiversiteit. ‘Dat gaat niet alleen over diversiteit binnen een gebied, maar ook om diversiteit tussen gebieden.

En ja, als er één soort wegvalt, zal de boel niet direct instorten. Maar je haalt wel schakels weg die verandering teweegbrengen. En wie weet levert die ene onontdekte soort wel een nieuw antibioticum.’ ‘Biodiversiteit is niet waardeloos’, stelt Jaspers daarop. ‘Maar moet het land dan op slot vanwege zo’n hypothetische bacterie?’

Om te bespreken hoe Nederland uit de stikstofcrisis moet geraken schuiven jurist Valentijn Wösten en landbouwjournalist Joost van Kasteren aan. Waar Jaspers pleit de stikstofgrens nu al te overschrijden – de huidige feitelijke nulgrens is immers puur juridisch, een ecosysteem zal van die 0,07 gram per hectare weinig merken, beaamt De Vries – stelt Wösten dat de stikstofnorm in Nederland inderdaad best omhoog kan, maar dan moet men tegelijkertijd wel beleid voeren om de stikstofuitstoot onderaan de streep te verminderen.

Betalen
Van Kasteren heeft wel een idee voor die compensatie: een afrekenbare stoffenbalans, waarbij boeren betalen voor hun stikstofuitstoot. Het stikstofprobleem in Nederland is een mestprobleem, en als men moet betalen zal de druk op kunstmestfabrikanten wel toenemen om efficiëntere mest te produceren waarbij minder stikstof de natuur in verdwijnt. Daarnaast stelt hij voor slechts zoveel dieren in Nederland te houden als de plantaardige landbouw aankan qua mest. Volgens Wösten is dat allemaal veel te ingewikkeld en lastig handhaafbaar; er moeten duidelijke regels komen – dus minder dieren, en daardoor minder mest.

De avond eindigt met een reflectie van de aanwezige wetenschapsjournalisten op hun verslaggeving over de stikstofcrisis. Een opvallende conclusie daarbij is dat de overgrote meerderheid GroenLinks/PvdA stemt. Eigenlijk vreemd, volgens de eerdere sprekers, want natuurbelang is niet per se links. Genuanceerde verslaggeving met minder (linkse) bias is nog best lastig, want ‘nuance verkoopt niet’, aldus een aanwezige freelancer. Een ander geluid laten horen is met De Stikstoffuik in elk geval wel gelukt. De voor sommigen aanstootgevende toon van dat boek is echter geschikt om een debat open te breken, maar nodigt niet echt uit tot een genuanceerde discussie.