Gelikt onderzoek haalt een imponerend journal, maar mislukkingen horen ook bij wetenschap. Een rondgang langs vier in de soep gelopen experimenten.

Als Russische ornithologen in de zomer van 2019 een steppearend voorzien van een zender om migratiepatronen te achterhalen, gaat het goed mis. In het afgelegen Kazachstan valt de verbinding weg. Pas wanneer de arend met een achterstand van honderden sms’jes de grens met Iran overvliegt, komt alle data in een klap binnen. Met een sms-prijs die 25 keer hoger is dan in Rusland, gaat het hele onderzoeksbudget in rook op.

Het is een zeldzaamheid dat dergelijke verhalen naar buiten komen; onderzoekers brengen hun onderzoek doorgaans zo goed mogelijk over het voetlicht. Toch horen dergelijke miskleunen wel degelijk bij de wetenschap. Bionieuws zet daarom voor de verandering vier mislukte experimenten van Nederlandse bodem eens goed in het zonnetje.



Salamanders in onderhuur

‘Meerkoetnesten in stedelijk gebied bestaan vaak grotendeels uit plastic zwerfvuil zoals zonnebrillen, condooms of ruitenwissers – nesten van natuurlijk materiaal zijn daar de uitzondering. Al maanden volgden we zo’n zeldzaam natuurlijk nest en we keken ernaar uit om deze na het broedseizoen uit te pluizen. Dat ging dus mooi niet door’, vertelt Auke-Florian Hiemstra van Naturalis Biodiversity Center over het moment dat een student van hem in waadpak in oktober 2021 het beoogde en verlaten meerkoetnest voorzichtig optilt: het blijkt te krioelen van de overwinterende kleine watersalamanders.

‘Mijn maag draaide om toen ik mijn student hoorde roepen: ‘Wow, hier zitten allemaal salamanders!’ Salamanders zijn bijzondere en beschermde beesten, dus we konden het nest nu niet meer meenemen. Ik ben de gekste dingen gewend in meerkoetnesten, maar dit had ik nog nooit gezien. Vluchtig maakten we een foto en lieten het door salamanders gekraakte nest weer achter. Flink balen, want het gebrek aan genoeg natuurlijke nesten had nogal consequenties voor de verdere analyse.’ Maar toen Hiemstra en zijn student Atze van der Goot met salamanderonderzoekers gingen praten, bleek dat salamanders in winterrust nooit eerder in vogelnesten waren aangetroffen. ‘Wat voelde als een mislukking bleek een ontdekking!’ De beschrijving van het fenomeen leidt tot de eerste wetenschappelijke publicatie van student Van der Goot ( Herpetological Bulletin , december 2022). ‘Ik ben hierna ook echt anders naar vogelnesten gaan kijken’, reflecteert Hiemstra. ‘Het zijn geen leegstaande panden waar weinig te beleven valt, maar potentiële biodiversiteithotspots die een veilige plek bieden voor een scala aan soorten!



Terreurhazen

‘Ik had allerlei leuke plannen voor begrazingsexperimenten, dus het leek mij een goed idee om voor mijn promotieonderzoek een zestal in gevangenschap gehouden hazen met een busje uit Wenen op te halen. Met ganzen waren al eerder dit soort experimenten gedaan om hun effect op kweldervegetaties te bepalen; voor hazen was dit een spannende nieuwe uitdaging. Maar wat volgde waren misschien wel de twee donkerste jaren uit mijn carrière’, vertelt Dries Kuijper, tegenwoordig werkzaam als ecoloog bij het Mammal Research Institute in Polen, die via een videoverbinding de nog steeds zichtbare bijtlittekens op zijn handen laat zien.

‘Eenmaal terug op het Biologisch Centrum in Haren bleken de hazen totaal onhandelbaar. Zodra er ook maar iemand in de buurt kwam, draaiden ze helemaal door van angst. Daardoor kon ik ze alleen in kleine kooien houden; in grotere kooien rennen ze zich bij schrik letterlijk te pletter tegen de omheining.’ Hoewel de hazen na verloop van tijd langzaam wennen aan hun verzorger, wordt het daar niet veel beter van: angst slaat om in agressie. ‘Als ik ‘s ochtends aankwam om ze te verzorgen, vlogen ze mij letterlijk naar de strot: met trappende poten en al grommend en bijtend kwamen ze op mij af. Ik moest ze letterlijk met een bezem van mij afhouden. Elke dag.’ Niemand krijgt ooit te zien hoe Kuijper door zijn terreurhazen wordt mishandeld. Als hij vrienden of collega’s meeneemt, staren de hazen hen domweg doodstil aan. ‘Dat was misschien nog wel het meest frustrerende.’

Meer dan twee jaar lang houdt Kuijper het vol, maar tot begrazingsexperimenten met de hazen komt het niet. Wel tot verteringsexperimenten door het aanbieden van verschillend voedsel en het verzamelen van keutels.

‘Nu lach ik erom, maar ik kijk terug op een bijzonder vervelende periode; het was ontzettend zwaar. Óók voor de hazen zelf natuurlijk, dat moet zeker ook benoemd worden. De laatste keer dat ik ze zag was het gelukkigste moment uit mijn PhD-periode. Ik heb geen hekel aan hazen, maar juist een diep respect voor deze duivelse beesten gekregen.’


Onherkenbare planten

‘Giftige soorten als duinkruiskruid en veldhondstong doen het meestal goed onder begrazing, terwijl soorten als ossentong en slangenkruid onder hoge begrazingsdruk bijna verdwijnen. We hebben daarom een experiment uitgezet met proefvakken waarin we deze vier soorten inzaaiden’, vertelt Gerard Oostermeijer, universitair docent aan de Universiteit van Amsterdam en projectleider bij een onderzoek naar de effecten van de uit de klauwen gegroeide populatie damherten in de Waterleidingduinen. Oostermeijer en collega’s brengen in de duinen exclosures aan waar damherten niet van de planten kunnen snoepen; het voordeel van giftigheid zou in zo’n gebied moeten wegvallen. De voorbereiding is tijdsintensief: ‘Verzamelen en schoonmaken van zaden, inzaaien, proefvlakken ontdoen van vegetatie zodat ze dezelfde uitgangswaarde hebben’, somt Oostermeijer op. Alleen al de wortelstokken van zandzegge uit de grond trekken kost dagen werk.

‘Het eerste jaar leek alles goed te gaan, we hadden mooie kieming’, vertelt Oostermeijer. Maar dan slaat de stemming om: bij de eerste opname lukt het onderzoekers niet om ossentong en slangenkruid van elkaar te onderscheiden. En dat terwijl deze planten in volwassen staat niet bepaald lastig te onderscheiden zijn. ‘Slangenkruid is stekelig met knobbels, ossentong heeft een zachte beharing’, legt Oostermeijer uit. Hoe sterk de planten zich als volwassene ook profileren, bij de jonkies valt daar nog geen spoor van te ontdekken. ‘We hadden niet op coördinaat ingezaaid, dus we zagen gewoon veel kiemplanten en hadden geen idee wat het was.’ Wachten heeft geen zin; de verwarring blijft tot een groot rozetstadium aanwezig en als de planten eenmaal volwassen zijn is het onmogelijk te achterhalen hoeveel exemplaren daarvoor al het loodje legden. ‘Je kunt nog soorten poolen, maar dan weet je ook wel dat het onpubliceerbaar wordt. Dus hebben we noodgedwongen besloten een punt erachter te zetten.’

Als docent bij biodiversiteitscursussen legt Oostermeijer regelmatig uit hoe studenten planten kunnen herkennen. ‘Ik achtte mijn eigen expertise wel groot genoeg om zo’n fout niet te maken, maar dan kun je toch behoorlijk op je neus vallen. Je leert te slikken en door te gaan.’



Tegenslag in Trinidad

‘Je raakt altijd dagen kwijt. Bijvoorbeeld met zoeken naar ontsnappingsroutes van guppies uit de poeltjes die we verstevigd hebben. Maar met drie weken kunnen we meestal flink wat doen’, aldus Lysanne Snijders, universitair docent gedragsecologie in Wageningen. Telkens in maart of april vertrekt ze met collega’s naar Trinidad, om veldwerkonderzoek te doen met guppies die in kleine poeltjes aan de zijkant van een rivier verblijven. Als het goed gaat is dat een relatief controleerbare omgeving, waarbij de guppies in door onderzoekers samengestelde groepen blijven. Het gaat alleen lang niet altijd goed.

‘Een van de jaren begon het ondanks het droogseizoen toch ineens enorm te regen. Binnen twee uur steeg het water dusdanig dat al die poeltjes opgingen in een grote rivier; het was voor onszelf ook best gevaarlijk’, vertelt Snijders. ‘We dachten dat we alle guppies met kleurmarkeringen om sociaal foerageergedrag te observeren wel kwijt zouden zijn, maar verrassend genoeg waren er nog best een aantal over. Wel te weinig voor ons onderzoek.’

De experimenten komen in Trinidad wel vaker in de knauw door onvoorziene gebeurtenissen. ‘Op een dag kwamen we terug uit het regenwoud, bleken al onze huurauto’s weg.’ Best penibel, zonder telefoonbereik in het warme woud. Ze besluiten maar naar het politiestation te lopen. ‘Staan ze daar gewoon! Zogenaamd weggehaald omdat ze al een tijdje geparkeerd stonden.’ Ook een vliegtuig dat in Curaçao wegens veiligheid niet verder mag vliegen gooit een keer roet in ’t eten. Met nieuwe tickets komen Snijders en collega’s wat later alsnog aan. ‘Door de korte tijd die overbleef moesten we ons plan aanpassen. Het onderzoek dat we uiteindelijk deden heeft wel een mooie publicatie opgeleverd over seksecomposities in groepen guppies.’

Ondanks alle tegenslagen blijft Snijders naar Trinidad gaan: ‘In het lab zijn de omstandigheden zo anders, onderzoek in het wild heeft echt meerwaarde. Je raakt eraan gewend, we zijn inmiddels verbaasd als er niks gebeurt. En het dwingt je soms wel om creatief te zijn, wat ook mooi is voor de wetenschap.’