Niet alle diepzeemonsters bijten hetzelfde; sommige armvinnigen (Lophiiformes) bijten met relatief dikke tanden langzaam maar krachtig, terwijl andere met lange scherpe tanden juist snel maar slapjes happen – zoals deze wijlen Melanocetus-hengelaarsvis. Deze twee technieken blijken bovendien twee uitersten in een continue schaal van bijtstrategieën, concluderen biologen door 57 soorten armvinnigen onder een microCT-scanner te leggen (Biology Letters, 28 juni). Het ogenschijnlijk specialistische foerageergedrag druist in tegen het idee dat de diepzeevissen door gebrek aan voedsel op de zeebodem generalisten zijn.