Kippenbotjes zonder kalk worden slap en elastisch, maar breken niet, getuige een proefje in de onderbouw. Waarom maakt botontkalking botten dan zo broos?

Iedereen moet er rond zijn 40ste helaas aan geloven: botten die met de dag ietsje brozer worden. Wie pech heeft, ontwikkelt uiteindelijk zelfs botontkalking. De naam suggereert dat een verlies aan kalk debet is aan de toenemende kans op gebroken benen, heupen of armen, maar biologiedocent Wessel Lageweg van het Calandlyceum zet daar zijn vraagtekens bij. ‘In de onderbouw doen we altijd een proefje met kippenbotjes geweekt in azijn of verbrand boven een bunsenbrander’, mailt hij de redactie. ‘De azijnbotjes verliezen hun kalk en worden slap en buigbaar. Breken doen ze niet. De verbrandde botjes verliezen hun elastische vezels en collageen en behouden hun kalk, maar breken zeer gemakkelijk. Waarom is botontkalking dan zo’n geriatrisch bottenbreekprobleem?’

Botmatrix
Allereerst: bot is geen dood materiaal, maar levend weefsel dat bestaat uit verschillende cellen en botmatrix. De matrix is het harde materiaal in botten dat zorgt voor de stevigheid en op zijn beurt weer bestaat uit collageen en mineralen, waaronder calciumfosfaat. De matrix wordt voortdurend aangemaakt en afgebroken door botmakende en botafbrekende cellen, respectievelijk de osteoblasten en osteoclasten. Tot je 30ste zijn de osteoblasten in het voordeel en zorgen voor botopbouw, maar vanaf je 40ste verschuift de balans richting de osteoclasten en wordt er meer bot afgebroken dan erbij komt.

Collageen maakt de botten juist sterk en een beetje flexibel

‘Osteoporose of botontkalking is een chronische ziekte waarbij de balans tussen opbouw en afbraak zoek is en botten versneld afbreken’, legt Nico Sommerdijk, hoogleraar botbiochemie bij het Radboudumc, uit via de mail. ‘Door die verstoring ontstaat er netto minder matrix, die daardoor een poreuze structuur krijgt. De verhouding tussen collageen en mineraal is hier echter nog steeds ongeveer hetzelfde.’ Met andere woorden: het harde bot wordt niet zozeer ontkalkt, het is de matrix in zijn geheel die afneemt en botten brozer maakt. Aangezien oestrogenen het effect van osteoclasten remmen, hebben vrouwen na de menopauze een verhoogde kans op osteoporose.

Hoe vertaalt dit zich naar de kippenbotjes in de onderbouwklas van Lageweg? Simpel gesteld: fosfaat en calcium maken de botten hard, maar wel kwetsbaar met kans op barsten. Zoals een kalkrijke schelp. Collageen maakt de botten juist sterk en een beetje flexibel. De combinatie van collageen en calciumfosfaat zorgt ervoor dat botten hard én sterk zijn. Valt er een volledig weg, dan krijg je dus – in het geval van kalkgebrek – slappe, buigzame botjes en – in het geval van collageengebrek – juist harde en breekbare botjes. Terwijl ze in dat laatste geval dus ramvol kalk zitten.

‘Botontkalking is eigenlijk een ongelukkige naam’, meent Sommerdijk. ‘Vermoedelijk komt de naam van het feit dat de botstructuur en -dichtheid in het ziekenhuis worden vastgesteld met röntgenopnamen. Daarop zie je voornamelijk het zwaardere, kalkachtige materiaal met een hoge dichtheid. Het lijkt dan net alsof er sprake is van verminderde verkalking van de botten, terwijl eigenlijk de hele botmatrix is afgenomen.’

Heeft het om osteoporose tegen te gaan dan zin om veel melk te nuttigen? Waarschijnlijk niet. Voor een stevig geraamte spelen naast kalk – wat overigens ook in groenten en noten zit – ook andere factoren een rol, zoals vitamine D, K en voldoende beweging. Uit een Zweedse studie blijkt zelfs dat stevige melkdrinkers net iets vaker hun heup breken ( British Medical Journal , 2014). Melk is dus geen wondermiddel.

Dwarse vragen van leerlingen? Mail uw vragen naar redactie@bionieuws.nl.