Ahu Nau Nau, een rij van zeven Moai bij het koraalstrand Anakena, de plek waar volgens overlevering de eerste Polynesiërs voet aan wal zetten op Rapa Nui.

Op Paaseiland vond geen instorting van de bevolking en ‘ecocide’ plaats, blijkt uit dna-analyses. Die bevestigen ook dat de Polynesische inwoners al vroeg contacten onderhielden met continentaal Amerika.

De mysterieuze cultuur van de kolossale Moai-beelden op Rapa Nui of Paaseiland is niet verbonden met ecologische zelfmoord en instorting van de bevolking. Uit genoomanalyses van vijftien individuen die tussen 1670 en 1950 op Rapa Nui leefden is geen enkele aanwijzing voor zo’n instorting en ‘ecocide’ gevonden (Nature, 12 september). Wel is ongeveer 10 procent van Rapa Nui-genen van inheems-Amerikaanse oorsprong. Dit levert nieuw bewijs dat de uit Polynesië afkomstige Rapa Nui-voorouders al contact hadden met Amerika vóór Middelburger Jacob Roggeveen dit afgelegen eiland in de Stille Oceaan in 1722 ‘ontdekte’ en Paaseiland doopte.

Stabiliteit
‘Onze genetische analyse laat een stabiel groeiende bevolking zien vanaf de 13de eeuw tot aan het Europese contact in de 18de eeuw. Deze stabiliteit is van cruciaal belang, omdat het direct in tegenspraak is met het idee van een dramatische ineenstorting van de bevolking vóór dit contact’, stelt eerste auteur en humaan geneticus Bárbara Sousa da Mota van de Universiteit van Lausanne. Het hardnekkige denkbeeld dat het gebruik van bomen voor transport van beelden tot kaalkap, stammenstrijd, hongersnoden en zelf kannibalisme heeft geleid, is te danken aan de Collapse-theorie die de Amerikaanse bioloog Jared Diamond populariseerde. Zijn bestseller uit 2005 waarschuwt tegen uitputting van hulpbronnen en ecologisch instorting, met de beeldencultuur op Rapa Nui als het meest tot de verbeelding sprekende voorbeeld.

Overblijfselen
Rapa Nui is door de bijzondere rijke cultuur en afgelegen ligging in de Stille Oceaan populair onder archeologen, antropologen en genetici. De nu gepubliceerde genetische analyses zijn uitgevoerd aan vijftien deels herontdekte overblijfselen in Musée de l’ Homme in Parijs. Van in totaal elf beenderen en vier tanden zijn koolstofdateringen verkregen en is het dna vergeleken met dertig genomen uit populaties van onder meer Fiji, zeven Polynesische eilanden en het huidige Rapa Nui.

Zetmeelsporen
De genetische analyses leveren niet alleen bewijs tegen ineenstorting, maar benadrukken volgens de onderzoekers ook de veerkracht van de Rapa Nui-bevolking die eeuwenlang met milieuproblemen te maken kreeg en met totale ontwrichting na de contacten met Europeanen. Al eerder zijn in het dna van Rapa Nui-inwoners sporen gevonden die duiden op genetische uitwisseling met inheemse bewoners van het Amerikaanse vasteland. Ook zetmeelsporen van zoete aardappels, pijlwortels en cassave in archeologische opgravingen op Rapa Nui wijzen op zulke contacten (Plos One, 20 maart). De huidige studie levert de eerste aanwijzingen dat deze ontmoetingen al tussen de 13de en 15de eeuw plaatsvonden, ruim voordat Columbus Amerika en Roggeveen Rapa Nui bereikten. ‘Wij geloven dat dit betekent dat Rapanui in staat waren om nog formidabelere reizen over de Stille Oceaan te maken dan voorheen voor mogelijk werd gehouden’, aldus Sousa da Mota.

De Leidse milieubioloog en Rapa Nui-expert Jan Boersema, auteur van Beelden op Paaseiland (2020), noemt in een reactie de nieuwe studie ‘een mooie en degelijke onderstreping van hetgeen in de afgelopen jaren mondjesmaat al duidelijk werd’.