De klimaatcrisis heeft veel biologische consequenties. Experts leggen de vinger op de zere plek aan de hand van zorgwekkende grafieken.

‘We staan aan de vooravond van een onomkeerbare klimaatramp. Dit is zonder enige twijfel een mondiale noodsituatie. Een groot deel van het leven op aarde is in gevaar. We stappen in een kritieke en onvoorspelbare nieuwe fase van de klimaatcrisis.’ Dit was de dramatische waarschuwing waarmee veertien gerenommeerde klimaatonderzoekers recent naar buiten traden in een Staat van het klimaat 2024-rapport (BioScience, 8 oktober). Een waarschuwing die mede was ondertekend door 15.682 wetenschappers en veel media-aandacht kreeg. In hun publicatie signaleren ze dat het met het klimaat nog steeds de verkeerde kant uitgaat en presenteren ze grafieken van 34 vitale planetaire functies die deze conclusie onderschrijven. Opwarming van de aarde is volgens hen al meer dan een halve eeuw correct voorspeld en wetenschappers luiden ook al jaren de noodklok over de gevaren die klimaatverandering met zich meebrengt. Terwijl de voorspellingen steeds meer zichtbaar worden in – voorspelde – extreme weersomstandigheden, rampzalige overstromingen, natuurbranden en verdwijnende gletsjers blijkt het onmogelijk om de achterliggende oorzaken terug te dringen. De door mensen veroorzaakte uitstoot van kooldioxide en andere broeikasgassen vlakt nog steeds niet af.

Het Planbureau voor de Leefomgeving constateerde 24 oktober in haar jaarlijkse Klimaat- en Energieverkenning dat Nederland vrijwel zeker het klimaatdoel van 55 procent CO2-reductie in 2030 niet gaat halen. Dat komt onder meer doordat het kabinet klimaatplannen heeft afgeschaft of versoepeld. Minister Sophie Hermans (VVD) van Klimaat en Groene Groei stelt dat er keihard wordt doorgewerkt om de klimaatdoelen in zicht te houden, maar erkent ook ‘dat we niet genoeg doen’. Aan de vooravond van de internationale Klimaattop (COP29) in Baku van 11 tot 22 november vroeg Bionieuws experts om commentaar te geven bij een grafiek naar keuze die volgens hen duidelijk de biologische implicaties van klimaatverandering laat zien.


CO2-uitstoot

Christiaan Both, hoogleraar ecologie bij de Rijksuniversiteit Groningen:

‘Je kunt er bijna moedeloos van worden maar ik kies toch voor de simpele trend in de jaarlijkse uitstoot van CO2, want die laat goed zien dat we ondanks alle waarschuwingen er niet in slagen die te laten afvlakken, terwijl die juist moet dalen naar nul. Die uitstoot veroorzaken we zelf, met als gevolg temperatuurstijging en verandering in neerslagpatronen die grote consequenties hebben voor een groot deel van de ecologische processen. In het klimaatakkoord van Parijs is vier jaar geleden al afgesproken dat we de temperatuur niet met meer dan 1,5 graden moeten laten stijgen, maar dat gaan we niet halen. Zelfs als de uitstoot van broeikasgassen nu zou gaan dalen, hebben we nog tientallen jaren te maken met opwarming. Extra zorgwekkend zijn ecologische terugkoppelmechanismen die hierdoor verstoord raken. We zien nu gebieden met permafrost ontdooien en daarvan weten we dat het zal leiden tot extra uitstoot van CO2 en methaan, een heel sterk broeikasgas. We weten niet precies waar alle omslagpunten zitten, maar er zijn veel gebieden waar de vastlegging van broeikasgassen kan omslaan in het produceren ervan. Wat mij persoonlijk de meeste zorgen baart, is dat er nog steeds mensen zijn die het probleem bagatelliseren of ontkennen. Je kunt wat mij betreft best discussiëren over welke oplossingen het beste en meest rechtvaardig zijn, maar als we niet snel handelen zullen de problemen steeds rampzaliger worden.’



Extreem warme dagen

Astrid Groot, hoogleraar populatie- en evolutiebiologie aan de Universiteit van Amsterdam:

‘Hier zie je de oplopende trend van het aantal extreem hete dagen. Dat raakt heel veel organismen omdat veel biologische processen nu eenmaal door temperatuur zijn gereguleerd. Zulke extreme temperaturen zorgen voor een extreme selectiedruk omdat dieren zijn aangepast aan specifieke klimaatomstandigheden. Als evolutiebioloog maak je je dan vooral zorgen over hoe snel dit allemaal gebeurt: krijgen organismen nog wel genoeg tijd om zich te kunnen aanpassen. Dat is onder meer afhankelijk van de generatietijd: insecten die wel twaalf generaties per jaar kennen zijn daar beter toe in staat dan zoogdieren die veel langere generatietijden hebben. Extreme hitte kan grote gevolgen hebben als in één seizoen maar 10 procent van de populatie overleeft. Dat levert dan een enorme genetische verschraling op. Zeker als het volgende seizoen een andere omgevingsfactor juist extreem de andere kant uitslaat. Dan is er in twee generaties al sprake van een decimering aan genetische variatie. Een toename van het aantal extreem hete dagen levert dus evolutionaire flessenhalzen op en de gevolgen zijn nu al zichtbaar in het verlies aan biodiversiteit. Wat mij nog het meest verontrust aan het Staat van het Klimaat -artikel is dat er zoveel waarschuwingslampjes op rood staan.’



Bosbranden

Masha van der Sande, bosecoloog bij Wageningen Universiteit:

‘Op wereldschaal zien we inderdaad een toename in bosbranden en is er sprake van een verschuiving van meer brandbare ecosystemen als savannes naar bossen. Veel bosecosystemen zijn door de hoeveelheid water die ze vasthouden in principe minder kwetsbaar voor branden en dat maakt deze trend extra zorgelijk. In bossen zijn enorme hoeveelheden brandstof aanwezig en bosbranden leveren dan ook een aanzienlijke bijdrage aan de CO2-uitstoot. Terwijl ze in vitale staat juist grote hoeveelheden CO2 vastleggen. De toename aan bosbranden is zeker niet alleen een gevolg van klimaatverandering, maar ook een politieke kwestie. Oude landbouwvelden of bossen worden vaak in brand gestoken om vrij te maken voor landgebruik en dat kan al dan niet moedwillig uit de hand lopen. In het Amazonegebied zie je in 2023, door een extreme El Niño en extreme droogte, veel branden in bossen die daar normaal gesproken veel te nat voor zijn. Dat werkt nog steeds door en in Bolivia worden dit jaar alle eerdere records verbroken wat betreft branden. Dat kun je goed zien aan de grafiekjes van Global Forest Watch. Het land heeft maanden in de rook gestaan en veel mensen zijn hun huizen en gewassen kwijtgeraakt. Een brand maakt regenwouden kwetsbaarder voor toekomstige branden, heeft een negatief effect op waterrecycling en neerslagpatronen, wat weer droogte en dus vuur kan versterken. Die neerwaartse spiraal moeten we zien te doorbreken.’



Oceaanverzuring

Katja Peijnenburg, marien bioloog bij Naturalis en de Universiteit van Amsterdam:

‘Een daling van de zuurgraad van 8,1 naar 8,0 lijkt misschien niet zoveel, maar pH is een logaritmische schaal. De daling met 0,11 eenheden betekent een stijging van het aantal H+-ionen in het zeewater van 30 procent. Dat heeft effect op al het leven in de oceaan, van vissen tot plankton, maar vooral voor alle organismen die een kalkskelet maken zoals koralen, kalkalgen en schelpdieren. We zien dat kalkskeletten steeds dunner en kwetsbaarder worden, met name in gebieden waar de pH al laag was, bijvoorbeeld bij de polen. Door de opwarming zien we ook verschuivingen van de planktonpopulaties: die schuiven nu zo’n 20 tot 30 kilometer per jaar op naar de polen. Wat het precies betekent is moeilijk te zeggen, want dit is een experiment waarvan we de uitkomst niet weten. Zo’n snelle verstoring van de oceaan heeft zich de afgelopen 65 miljoen jaar niet voorgedaan. Het betekent ook uitsterven van planktonsoorten en grote veranderingen in de biodiversiteit. Plankton bestaat al meer dan 550 miljoen jaar. Als groep hebben die al meerdere grote extincties doorstaan, maar meestal duurt het minstens 100 duizend jaar voor alles weer een beetje in balans is. Dat zijn tijdschalen die politiek geen betekenis hebben. We moeten alarm slaan, maar ik merk dat ik zelf ook een beetje uit het veld geslagen raak. Hoeveel grafieken zijn er nog nodig om iets ook bij politici goed tussen de oren te krijgen?’

CO2-concentratie

Arnold van Vliet, fenoloog bij Wageningen University, Natuurkalender.nl en NatureToday:

‘Graag verwijs ik naar de grafieken uit de Keeling Curve-reeks die veranderingen in de CO2-concentratie in meerdere tijdschalen zichtbaar maken. De grafiek die over 800 duizend jaar loopt (zie boven: GvM) is gebaseerd op metingen aan luchtbelletjes uit ijskernen. Deze grafiek moeten mensen eens goed op zich in laten werken. Hoe bizar ver we in zo’n korte tijd uit de bocht zijn gevlogen en met welk experiment we bezig zijn. Zeker als je bedenkt van wat ons nog te wachten staat. Het laat zien dat de concentratie volledig buiten de natuurlijke variatie is geraakt. En dan is er de grafiek van de laatste twee jaar (zie onder: GvM), gebaseerd op metingen van de CO2-concentratie op Hawaii die al sinds 1958 ieder uur wordt gemeten. Wat ik daar mooi aan vindt is dat het ademen van de biosfeer zichtbaar is. Gedurende het groeiseizoen nemen planten CO2 op en in het najaar en winter loopt de concentratie weer op omdat fotosynthese stopt. Maar door de uitstoot van CO2 door de mens loopt die curve sterk omhoog, met alle gevolgen voor het klimaat, zeespiegelstijging, neerslagpatronen en vervolgens op allerlei manieren de voor natuur. Waar ik me vooral aan erger is dat Nederland zich als een Calimero gedraagt: als een klein landje dat weinig gewicht in de schaal legt. Maar qua emissie per hoofd van de bevolking zitten we in de kopgroep en doorrekeningen laten zien dat we door spill-over-effecten veel andere landen belemmeren hun klimaatdoelen te behalen. We moeten ons kapot schamen en ook zelf in actie komen.’


Aanbevelingen Staat van het Klimaat 2024

Ecoloog William Ripple (Oregon State University, Corvallis, VS) en 13 medeauteurs geven in het Staat van het klimaat -rapport ( BioScience , 8 oktober) ook enkele dringende actiepunten:

• Implementeer een mondiale koolstofprijs die de uitstoot van rijken kan beperken en tegelijkertijd financiering kan opleveren voor verdere klimaatactie.

• Verbeter energie-efficiëntie en -besparing en vervang tegelijkertijd fossiele brandstoffen door koolstofarme hernieuwbare energiebronnen.

• Dring de uitstoot van broeikasgassen terug, inclusief kortetermijnverontreinigende stoffen zoals methaan.

• Bescherm en herstel biodiverse ecosystemen, die een sleutelrol spelen in de koolstofcyclus en -opslag.

• Stimuleer een verschuiving naar eetgewoonten die de nadruk leggen op plantaardig voedsel.

• Bevorder een duurzame ecologische economie en verminder overconsumptie en verspilling door rijken aanzienlijk.

• Integreer onderwijs over klimaatverandering in mondiale leerplannen om bewustzijn, geletterdheid en actie te stimuleren.