Door Aafke Kok - FOTO: DUKE MARINE ROBOTICS AND REMOTE SENSING LAB - 03-10-2025 - Nieuws
Wrakken in de Potomac-rivier veranderen in eilanden en vormen zo nieuwe, door mensen beïnvloede habitats voor allerlei terrestrische en aquatische soorten. Foto: Duke Marine Robotics and Remote Sensing Lab
Achtergelaten oorlogsschepen en bomkoppen vormen een substraat voor zeeleven.
Resten van oorlogsvoering vormen in zee een habitat voor allerlei soorten. Dat blijkt uit twee studies die 25 september verschenen in Communications Earth & Environment en Scientific Data.
Voor de eerste studie legden onderzoekers op onderwatervideo’s vast welke organismen zich vestigen op de koppen van zogeheten V1-bommen. Die werden tijdens de Tweede Wereldoorlog door Duitsers gedumpt in de Lübeckerbocht, een baai in de Oostzee.
De biodiversiteit blijkt met acht soorten niet heel hoog. Gewone zeesterren (Asterias rubens) en Metridium dianthus-zeeanemonen vallen op, maar het talrijkst zijn slikkokerwormen (Polydora ciliata), die lokaal 90 procent van de totale hoeveelheid organismen uitmaken. Het aantal individuen is met 43.184 per vierkante meter een stuk hoger dan bij omliggende zeebodem zonder bommen: daar zitten zo’n 8.213 individuen per vierkante meter. Hoewel onderzoekers rond de munitie hoge concentraties van onder meer de giftige springstof TNT vinden, blijkt de lokale fauna dit te verdragen.
In Scientific Data stellen onderzoekers een zeer gedetailleerde kaart op van scheepswrakken in de Potomac-rivier (Verenigde Staten). De schepen werden hier in de Eerste Wereldoorlog achtergelaten en zijn overgroeid met vegetatie. De nieuwe kaarten moeten onderzoek naar deze habitat vergemakkelijken.