Veertig jaar aquatische ecologie leverde Ellen van Donk bijzondere inzichten op. ‘Mijn meest geciteerde papers komen voort uit toevalsontdekkingen.’

Thuis in Abcoude, waar aan de muur kunstige afbeeldingen van algen hangen, legt hoogleraar aquatische ecologie Ellen van Donk de laatste hand aan haar afscheidsrede die ze 10 oktober uitspreekt. ‘Het is toch een extra bijzondere rede, daar wilde ik even goed voor zitten.’ Van Donk heeft een carrière van veertig jaar in de aquatische ecologie om op terug te kijken. Probeer dat maar eens in een rede van een half uur samen te vatten.

 

Wortels
Van Donk begon haar carrière met een promotieonderzoek naar de factoren die de groei en successie van fytoplanktonsoorten sturen in de Maarsseveense Plassen. Na een periode bij de Provinciale Waterstaat Utrecht kwam ze bij de Universiteit van Wageningen en later het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) terecht. De onderzoekslijnen die ze daar opzette – gastheer-parasiet-interacties, ecologische restoratie, global change ecology en chemische informatieoverdracht – vinden hun wortels in eerdere banen. Zo was Van Donk bij de Provinciale Waterstaat ook bezig met restoratie, maar dan meer in de praktijk. De lijn van gastheer-parasiet-interacties komt voort uit haar promotieonderzoek, waarbij ze een parasitaire schimmel op algen ontdekte.

 

Toeval
Desgevraagd kan Van Donk wel enkele hoogtepunten uit haar onderzoek noemen. ‘Een belangrijke boodschap daarbij is overigens dat ik veel ontdekkingen per toeval heb gedaan. De parasitaire schimmel die ik vond op algen, die ontdekte ik gewoon door goed door de microscoop te kijken. Ondertussen werken hier nog steeds meer dan honderd mensen aan.’

 

Ook bij het onderzoek naar ecologische restoratie speelde toeval een rol. ‘In de Loosdrechtse Plassen hadden we een soort bakken neergezet, waarbinnen we bepaalde factoren manipuleerden om het water helder te krijgen. Ineens viel op dat de bakken waar we eigenlijk niets deden al helderder werden. De verklaring was vrij logisch; in zo’n bak is het windstiller, waardoor er minder sediment opwervelt. Die opwerveling van sediment maakt het water troebel en zorgt ervoor dat waterplanten zich niet goed kunnen vestigen.

 

‘Tegenwoordig bepalen sommige promovendi bij de start al welke hoofdstukken ze in hun thesis gaan behandelen. Bij veel projectaanvragen wordt ook geëist dat je al precies aangeeft wat je wil gaan vinden. Dat kan wel, maar ondertussen moet je wel je ogen openhouden voor dingen die je niet verwacht had.’

 


 

Hoogleraar aquatische ecologie Ellen van Donk : ‘Dat vind ik erg waardevol, om kinderen op de schoonheid en kwetsbaarheid van natuur te wijzen.’ Foto: Perro de Jong/NIOO-KNAW.

 

Op het gebied van global change ecology noemt Van Donk als belangrijke onderzoeksfaciliteit de limnotrons, speciale vaten waarin onderzoekers omgevingen met bijvoorbeeld veranderde temperatuur simuleren.

 

Daarmee vond haar groep onder andere dat toxische dinoflagellaten en blauwalgen toenemen bij hogere temperatuur, en dat mixotrofe algen bij opwarming minder autotroof gaan leven, waardoor ze minder CO2 opnemen.

 

Medicijnresten
De onderzoekslijn naar chemische informatieoverdracht krijgt een vervolg waar Van Donk bij betrokken blijft. ‘Ik kan voorlopig parttime bij het NIOO blijven, waarbij ik onder andere een promovendus begeleid die de invloed van medicijnresten in het water op natuurlijke chemische communicatie onderzoekt. Zo vonden we eerder dat watervlooien stoffen uitscheiden die kolonievorming in algen induceren. Dat soort natuurlijke chemische stofjes lijken erg op sommige medicijnresten in ons oppervlaktewater. Hier is nog veel te weinig onderzoek naar gedaan. Ik vond het maar een raar idee om te stoppen met werken, dus ik vind dit erg leuk om te doen.’

 

Bloei
Voor de andere onderzoekslijnen heeft Van Donk ook wel suggesties voor vervolgonderzoek: kunnen parasitaire schimmels gebruikt worden om bloei van giftige algen te stoppen? Kunnen we opgeslagen fosfaat uit de waterbodem krijgen en hergebruiken? Welke rol speelt evolutie in de aanpassing van algen aan een veranderende omgeving? ‘Ik heb er natuurlijk niks meer over te zeggen, maar daar zou ik op inzetten.’

 

Van Donks vakgebied raakt aan bredere thema’s als natuurbeheer en klimaatverandering. ‘Ik probeer in oplossingen te denken. Eerdere problemen, zoals zure regen, het gat in de ozonlaag en eutrofiering zijn gedeeltelijk teruggedrongen met een aantal maatregelen. Het kan dus wel. Ik hoop dat zoiets met het stikstof- en CO2-probleem ook gebeurt.’ Van Donk ziet zichzelf niet als activist, maar vindt de koppeling tussen fundamenteel onderzoek en de praktijk wel belangrijk. Ook zet ze zich graag in voor lokale initiatieven als ‘milieuvriendelijke oevers in de Vinkeveense Plassen’. ‘En vorig jaar heb ik de opleiding tot natuurgids gedaan bij het Instituut voor Natuureducatie. Dat vind ik erg waardevol, om kinderen op de schoonheid en kwetsbaarheid van natuur te wijzen.’

 

Voldoening
Het motiveren van een jongere generatie is altijd een drijfveer geweest voor Van Donk. ‘Ik vond het altijd heel leuk om een groep te leiden, hen te motiveren. Ik zie mezelf meer als starter; anderen kunnen dan vervolgens de draad oppakken. Het geeft me ook veel voldoening als “mijn” studenten later ergens een mooie baan krijgen.

 

‘Het moet je wel liggen, en het is een relatief zware baan als afdelingshoofd. Ik snap ook wel dat het daarom lastig is een opvolger te vinden, zeker als ze daar per se een vrouw willen neerzetten. Ik wil het graag goed achterlaten bij het NIOO, en vind het dus ook wel jammer dat er nog geen permanente vervanging is gevonden. Gelukkig heb ik veel vertrouwen in Dedmer van de Waal, die het nu interim van mij overneemt.’