In 2018 spoelde er zoveel sargassum aan bij Lac Bay op Bonaire dat er een grote schoonmaakactie met vrijwilligers nodig was.

 

Een uitdijende massa drijvende bruinwieren groeide de laatste jaren uit tot de Great Atlantic Sargassum Belt. Slecht nieuws voor de Caribische eilanden, waar de wiermassa aanspoelt en de boel verstikt.

 

In 2016 zag Paulo Bertuol, bioloog bij natuurbeheerdersorganisatie Stinapa op Bonaire, voor het eerst grote problemen met sargassum op het eiland. De baai aan de oostkant van het eiland was volgestroomd met een dikke algenmat. ‘Kreeften vluchtten de zee uit omdat het helemaal zuurstofloos werd. Ik heb er zeventig moeten redden door ze elders terug te zetten in zee’, herinnert hij zich. De Caribische eilanden en de kust van Mexico liggen sinds 2011 met enige regelmaat bezaaid met het bruinwier van het geslacht Sargassum, waarvan twee soorten alleen in drijvende vorm voorkomen. Toeristische stranden veranderen in stinkende wiermoerassen, en zeegrasvelden, mangroven en koraalriffen worden bedreigd. Waar het op zee nog een bron van leven is (zie kader ‘Oase voor schildpad en sargassovis’), verandert het aan de kust in een rottende zuurstofloze moordenaar. ‘Jonge vissen, kreeften, garnalen, zeekomkommers, zee-egels, alles gaat dood’, aldus Bertuol. ‘En die dode dieren gaan ook weer rotten, wat het proces weer versterkt. Bovendien ontstaan er zwavelgassen, die ook voor mensen gevaarlijk kunnen zijn.’ Bonaire krijgt nu jaarlijks te maken met inspoelend sargassum, met als hoogtepunt 2018, toen de hele eilandbevolking werd opgeroepen om te helpen ruimen en uiteindelijk het leger werd ingezet. Op andere plekken is het nog erger, zoals het Franse eiland Guadeloupe of de gewoonlijk hagelwitte stranden van Cancun in Mexico.

 

Ellende
De oorsprong van de ellende op de eilanden ligt waarschijnlijk verder op zee. De hoeveelheid drijvend sargassum, dat tot voor kort voornamelijk voorkwam rond de Golf van Mexico en in de Sargassozee, is enorm gegroeid en uitgebreid over een groot deel van de (sub) tropische Atlantische Oceaan. Daardoor is er nu een Great Atlantic Sargassum Belt, lopend van West-Afrika tot de Cariben, zo melden Amerikaanse onderzoekers in juli in Science . Ze beschrijven de explosieve groei van sargassum aan de hand van beelden van NASA’s Moderate Resolution Imaging Spectroradiometer (MODIS) en computermodellen. De satellietbeelden van 2000 tot 2018 toonden vanaf 2011 elk jaar – op 2013 na – een grote bloei van sargassum. De dip in 2013 kwam waarschijnlijk door een ongewoon lage startconcentratie, zo suggereren veldwaarnemingen in de winter van 2012. Al lang wordt gespeculeerd over de oorzaak van de toegenomen sargassumbloei. Klimaatverandering en toevoer van voedingsstoffen uit de Amazone worden vaak genoemd. De Amerikaanse wetenschappers vonden aanwijzingen voor twee belangrijke nutriëntenbronnen. In de winter levert opwelling voor de West-Afrikaanse kust voedingsstoffen uit diep water naar het oceaanoppervlak. In de lente of zomer spoelen nutriënten de zee in vanuit de Amazone. Zulke geloosde voedingsstoffen zijn mogelijk afgelopen jaren toegenomen als gevolg van voortgaande ontbossing en toename in gebruik van kunstmest, suggereren de onderzoekers. Het massaal voorkomen lijkt geen verband te hebben met verhoogde watertemperatuur, zoals vaak wordt gesuggereerd.

 

Amerikaanse onderzoekers ontdekten met satellietbeelden de Great Atlantic Sargassum Belt die in 2011 begon.

 

Supergenotype
Alhoewel de Amerikaanse onderzoekers correlaties vinden tussen nutriëntentoevoer en sargassumbloei, levert dit nog lang geen antwoorden op alle vragen rond dit wier, meent Linda Amaral-Zettler, bijzonder hoogleraar mariene microbiologie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) en sargassum-onderzoeker bij het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ).

 

Zij trok afgelopen zomer met een internationale groep wetenschappers vanuit het NIOZ met onderzoeksschip de Pelagia naar de Great Atlantic Sargassum Belt. Alle denkbare aspecten werden onderzocht, waaronder de genetische diversiteit van het wier. ‘De sargassumbloei van 2012 werd gedomineerd door een wier dat later een nieuw genotype bleek te zijn. Mogelijk is de enorme bloei een gevolg van een supergenotype’, zegt Amaral-Zettler op basis van haar eerdere werk in Amerika. Er zijn twee beschreven soorten drijvend sargassum, maar er bestaan drie genotypen, ontdekte ze. ‘Wij willen bekijken of er een fysiologie achter dit genotype zit dat ervoor zorgt dat ze het beter doen dan andere, en ook hoe de genotypen zich verspreiden en welke factoren daar invloed op hebben.’


Toevluchtsoord
Naast oorzaken van de plotselinge bloei, kijken de onderzoekers ook naar de gevolgen voor het leven in de open oceaan, positieve dan wel negatieve. ‘Helaas denkt iedereen bij sargassum aan de schade aan de kustlanden waar het aanspoelt, waaronder delen van Caribisch Nederland. Maar op de open oceaan is het een toevluchtsoord. Het wordt ook wel de golden floating rainforest genoemd. Het is een enorm refugium voor een rijke schakering aan organismen, waaronder veel vissen met grote economische en ecologische waarde’, aldus Amaral-Zettler. Maar de invloed van het uitdijende sargassum gaat verder dan een vergroting van dat refugium. Zo kijkt NIOZ-collega en microbioloog Corina Brussaard, tevens bijzonder hoogleraar virale ecologie aan de UvA, wat er onder het sargassum in de waterkolom gebeurt. ‘Je hebt te maken met een oligotrofe oceaan waar vanuit dit drijvende zeewierpakket met al zijn organismen weleens een enorme verrijking zou kunnen komen’, zegt Brussaard. ‘Alles in deze tropische en subtropische zeeën draait om recycling, hooguit is er wat input van fosfaat in de vorm van stof en van stikstof door stikstoffixerende algen. Als dan dat sargassum – in plaats van mondjesmaat zoals in het verleden – ineens heel veel voorkomt, krijg je meer organisch materiaal. Ik wil onderzoeken wat dit betekent voor de microbiële gemeenschap onder het sargassum en voor het overige oceaanleven. De eerste resultaten laten zien dat deze plekken hotspots zijn voor het microbiële leven.’

 

'Jonge vissen, kreeften, garnalen, zeekomkommer, zee-egels, alles gaat dood'

 

Er liggen voorlopig nog veel vragen open over wat de sargassumbloei beïnvloedt en wat zorgt voor de verspreiding. Meer kennis kan in elk geval helpen bij het voorspellen van strandingen in de Cariben. ‘Het is vooral de vraag wat we kunnen doen als het de kust bereikt en lokale habitats bedreigt, maar ook: wat is de kwaliteit van sargassum voor het oogsten en gebruiken van de biomassa voor diverse toepassingen?’, zegt Amarald-Zettler. ‘Er zijn allerlei toepassingen in ontwikkeling, zoals biogas, bioplastic, het winnen van eiwitten. Het probleem is dat er toxinen in het zeewier zitten, dus dat vergt nog wat onderzoek.’ Dat probleem kennen ze ook op Bonaire, waar ook stemmen opgaan om van de nood een deugd te maken. ‘Wij kijken met interesse naar onderzoeken die gaande zijn naar gebruik van sargassum als bouwmateriaal, of als compost’, zegt Bertuol van Stinapa. ‘Dat laatste is nog niet zo makkelijk, het wier moet gespoeld worden om te voorkomen dat er heel veel zout in de bodem komt. Maar zoet water is hier op het eiland heel schaars. En het wier kan ook arsenicum bevatten. Daarover is nog weinig bekend, wel een reden om voorzichtig te zijn.’ Voorlopig ligt de focus vooral op tegengaan van blijvende schade aan het ecosysteem. Stinapa doet dat sinds vorig jaar door het wier af te vangen met oliebooms, die ook worden gebruikt bij olierampen op zee. ‘Daarmee kunnen we het wier niet helemaal tegenhouden, daarvoor is de zee aan de oostkant veel te ruig. We kunnen we het wel naar een stuk zandstrand leiden waar we het makkelijker kunnen opruimen, en sommige kanalen in het mangrovegebied en bij de zoutpannen kunnen we ermee afsluiten.’ Het opruimen is nog geen gemakkelijke bezigheid. De kleine natuurbeheerorganisatie is niet tegen het enorme werk opgewassen en de afvoer van het rottende wier is ook een probleem. ‘Stinapa en ons eilandbestuur kan dit niet zelf oplossen, daarvoor hebben we meer hulp uit Nederland nodig, bijvoorbeeld speciale machines om het wier weg te halen zonder zand mee te nemen. Want voor je het weet vernietigt het sargassum indirect alsnog onze kust.’

 

Ramp voor Bonaire
Van alle Caribische eilanden in het Koninkrijk heeft Bonaire door zijn ligging de meeste problemen met sargassum. Sinds 2016 spoelen vrijwel elk jaar, soms meerdere keren per jaar, grote matten sargassum aan in de baaien en mangrovebossen aan de zuidoostkant van het eiland.

 

Jonge vissen, kreeften, garnalen, zeekomkommers en zee-egels vinden de dood. De grote toestroom van sargassum in 2018 heeft er ook voor gezorgd dat veel van het zeldzame zeegras is afgestorven. ‘Dat is nog steeds niet hersteld’, vertelt Paulo Bertuol van Stinapa. ‘En er zijn plekken in de mangroven waar we niet bij konden om het sargassum te verwijderen, daar zie je nu stukken afsterven.’ De grootte van de ecologische schade op lange termijn is nog niet goed te overzien. ‘We zagen na de eerste keer wel een herstel optreden in de getroffen gebieden. Maar als dit een jaar of vijf elk jaar opnieuw gebeurt, dan is de vraag of herstel nog mogelijk is. En op langere termijn heeft dat ook gevolgen voor het koraalrif aan de westkant van het eiland. De mangroven en lagunen dienen namelijk als kraamkamer voor veel soorten vissen, dus uiteindelijk heeft het ook gevolgen voor de koraalgemeenschap.’



Oase voor schildpad en sargassovis


 

Waar sargassum langs de kust voor dood en verderf zorgt, vormt het op zee juist een rijke levensgemeenschap die cruciaal is voor veel soorten. Larven en juvenielen van zo’n 120 soorten vis groeien op in het sargassum, evenals diverse soorten slakken, zeenaaktslakken, garnalen, krabben en zeepaardjes. Uniek voor het sargassum zijn de sargassovis (Hitrio histrio, foto) en de zeenaaktslak Scyllaea pelagica, die hun camouflage geheel aan het zeewier hebben aangepast.

 

Het rijke leven tussen het sargassum trekt ook roofvissen aan, evenals keerkringvogels, stormvogels, albatrossen, sterns en genten, die zelfs hun nest op het drijvende wier maken. Ook jonge zeeschildpadden zijn er te vinden. Van hen was lange tijd onbekend waar ze verbleven in de eerste jaren na het uitkomen van het ei, ook wel de lost years genoemd. Amerikaanse biologen lieten in 2014 in Proceedings of the Royal Society B zien dat gezenderde onechte karetschildpadden die jaren doorbrengen in het sargassum, waar de temperatuur tot 4 graden warmer kan zijn dan het omringende zeewater, wat een boost geeft aan hun metabolisme en groei. Daarnaast biedt het sargassumbed voedsel en bescherming.