Door Koen Moons - Foto's: Bart Koelmans en Matthias Tilly - 01-02-2020 - Ecologie

Experiment waarbij een bakje sediment met toegevoegde nanoplastics in een sloot werd geplaatst. Foto Bart Koelmans, WUR
Hoge concentraties nano- en microplastics hebben op langere termijn een negatief effect op Naidideawormen in de waterbodem.
Waterbodems met een percentage van 5 procent microplastics hebben sterke invloed op de aanwezigheid en soortensamenstelling van de macrofauna in het sediment. Vooral wormen van de familie Naididae worden getroffen. Dat schrijven onderzoekers van Wageningen University & Research in Science Advances van 31 januari. Eerder lieten labonderzoeken al zien dat microplastics negatieve effecten hebben op groei en overleving van bepaalde soorten, maar het is voor het eerst dat het ecologische effect op langere termijn in een realistische setting wordt onderzocht.
Sediment
De onderzoekers plaatsten bakken met levenloos sediment in de bodem van een ondiepe sloot op het universiteitsterrein, waar representatieve bronpopulaties voorkomen. Aan dit sediment waren nano- en microplastics toegevoegd in concentraties van 0,005 tot 5 procent plastic per sediment droog gewicht. Na drie en vijftien maanden haalden de onderzoekers de bakken naar boven en identificeerden en telden de soorten die het sediment geherkoloniseerd hadden. In de laatste twaalf maanden steeg met name het aantal Naididae-wormen sterk in de bakken met lage percentages, met een factor 13 en 70 voor respectievelijk nano- en microplastics. Terwijl bij de hoogste concentraties slechts een toename was met een factor 2 (nano-) en 30 (microplastics).
Dit kan gevolgen hebben voor het
hele ecosysteem in de sloot
Volgens co-auteur Bart Koelmans, hoogleraar aquatische ecologie en waterkwaliteitsbeheer in Wageningen, kan dit gevolgen hebben voor het hele ecosysteem in de sloot. ‘De wormen hebben een belangrijke functie bij het mengen van materialen in de bodem en bij het poreus houden ervan. Daarnaast heb je natuurlijk een effect in het voedselweb’, aldus Koelmans.
Implicaties
Willie Peijnenburg, hoogleraar milieutoxicologie en biodiversiteit aan de universiteit van Leiden en zelf niet betrokken bij de studie, is enthousiast, maar relativeert de implicaties. ‘Er zijn weliswaar significante effecten te zien, maar alleen bij de groep met 5 procent plastics in het sediment. Dat is ontzettend hoog, dat is honderd keer de realistische concentratie op dit moment.’ Deze kanttekening maken de auteurs zelf ook, al sluiten ze deze waarden in de toekomst op sommige hotspots niet uit.
Peijnenburg vermoedt anderzijds dat de effecten mogelijk toch groter zijn dan nu uit deze studie komt. ‘Er zijn aanwijzingen dat vooral additieven in sommige plastics een gevaar vormen. Er is nu maar één soort plastic gebruikt, je zou de effecten van meerdere plastics kunnen onderzoeken. Maar tegelijkertijd moeten we oppassen dat we niet eerst jarenlang onderzoek naar effecten gaan doen, waardoor maatregelen om te voorkomen dat plastic in het milieu komt vooruit worden geschoven. Want we willen ze sowieso niet in het milieu hebben.’

Een van de bekendste vertegenwoordigers van de Naididea-wormen, Tubifex in een zoetwateraquarium. Foto: Matthias Tilly