Door Gert van Maanen - Foto: Henri Weimerskirch - 01-02-2020 - Biologie
Een grote albatros met datalogger stijgt op om op zee te gaan patrouilleren.
Albatrossen met dataloggers maakten de eerste schatting van illegale scheepvaart mogelijk in de zuidelijke Indische Oceaan.
Maar liefst 169 albatrossen hebben gedurende zes maanden meegewerkt aan het opsporen van illegale schepen in een uitgestrekt stuk oceaan rond de Kerguelen-eilanden. Ze zijn hiertoe uitgerust met draagbare dataloggers die radarsignalen van schepen detecteren en snel GPS-locaties via een satelliet naar een centrale databank verzenden (PNAS, 27 januari). Door gedetecteerde radarsignalen te vergelijken met openbaar beschikbare gegevens van de Automatic Identification Systems (AIS’s) van schepen, konden onderzoekers schatten hoeveel schepen zich illegaal in de nationale exclusieve zeezones rond eilanden ophielden. In totaal zijn zo 353 schepen gedetecteerd, waarvan binnen de bewuste zeezones ongeveer een kwart geen passend AIS-signaal uitzond. Soms blijkt het hier overigens te gaan om militaire vaartuigen of legale vissersboten, die tijdelijk geen signaal voeren. De resultaten zijn echter zo bemoedigend dat het volgens de onderzoekers haalbaar is albatrossen in te zetten voor oceaanpatrouilles.
Met name volwassen exemplaren van de grote albatros (Diomedea exulans) zijn geschikt, omdat deze grote afstanden over zee afleggen en consequent vaartuigen opzoeken en benaderen. Zij hebben hierbij een voorkeur voor vissersboten. De onderzoekers suggereren dat met enige aanpassingen ook andere zeedieren, zoals haaien en zeeschildpadden, inzetbaar zijn voor vergelijkbare innovatieve gegevensverzameling voor natuurbehoud.