Door Aafke Kok - Foto: ImageSelect - 04-07-2020 - Zoölogie

Voor de kamsalamander kan droogte een vijand zijn, maar ook een vriend.
Door recente regenval ligt 2020 niet meer vol op koers om het droogste jaar te worden dat ooit in Nederland gemeten is, maar een droge zomer ligt wel weer in de lijn der verwachting. Slecht nieuws voor de natuur. Of niet?
Droogte is niet voor alle soorten problematisch – de kamsalamander (Triturus cristatus) kan er zelfs van profiteren. Een opdrogende poel is namelijk funest voor een van de grootste vijanden van de kamsalamander: stekelbaarzen, die normaalgesproken salamandereitjes opeten. Kamsalamanders kunnen in tegenstelling tot stekelbaarzen op het land wachten tot een poel zich weer met water heeft gevuld. Na een droog jaar nemen ze dan hun intrek in een visvrije poel waar ze zonder gevaar eitjes kunnen leggen. Blijft het echter ook dat jaar droog, dan zullen die eitjes zich niet tot volwassen dieren ontwikkelen en blijft er van het droogtevoordeel weinig over.
Kam
Vanaf half maart keren volwassen kamsalamanders terug naar het water. In de paartijd (de piek ligt in april) zijn de mannetjes op hun mooist, met een grote getande kam over rug en staart. De soortsnaam cristatus , Latijn voor kamvormend, hebben ze hieraan te danken. Het genus Triturus riep homo universalis Constantine Rafinesque in 1815 in het leven. Daarmee verwijst hij naar Triton, een zoon van zeegod Poseidon met een menselijk bovenlichaam en het onderlichaam van een vis. Het achtervoegsel -urus (van het Griekse οὐρά; staart), benadrukt die vissenkant nog eens. Iets eerder, in 1768, had natuuronderzoeker Josephus Laurenti de kamsalamander nog Triton cristatus genoemd. Triton bleek echter tien jaar eerder al in gebruik genomen door Linneaus, voor een genus van zeeslakken.
Vanaf eind juni verlaten volwassen kamsalamanders het water. Waarschijnlijk gaan ze daarbij dit jaar een droge zomer tegemoet. Hopelijk gevolgd door een nat jaar, zodat ze eindelijk eens echt van die droogte kunnen profiteren.