Door Aafke Kok - FOTO: ANNELIES HEMELTJEN - 16-01-2021 - Ecologie
Met zijn gecamoufleerde camera en veel geduld lukte het bioloog Hilco Jansma om de ‘zoetwaterambassadeur van Nederland’ te filmen.
Drie jaar van lange dagen, veel geduld, in de vrieskou of harde wind: ‘Soms ging het eigenlijk over de grens’, aldus Hilco Jansma. Otters filmen was een flinke uitdaging.
‘De populatie otters in Nederland groeit weer, maar niemand krijgt ze ooit te zien. Otters zijn echte zwervers, ze hebben geen vast territorium. Bovendien zijn ze zeer schuw, zwemmen veel onder water en zitten ook vaak in ontoegankelijke gebieden’, vertelt natuurfilmmaker Hilco Jansma. Toch is het Jansma gelukt: sinds 2 januari, toepasselijk aan het begin van het Jaar van de Otter, kan het brede publiek genieten van de eerste film over de otter in Nederland: De otter – een legende keert terug.
Boegbeeld
‘De otter is een mooi boegbeeld, dat mensen aanspreekt met zijn aaibaarheidsfactor. Tegelijkertijd noemen we de otter niet voor niets de zoetwaterambassadeur van Nederland. Hij is destijds onder meer uitgestorven door milieuverontreiniging. Pas na veertien jaar van investeringen in het herstel van ons zoetwatermilieu, werd nationaal park De Weerribben-Wieden als eerste aangemerkt voor herintroductie. Als het goed gaat met de otter, gaat het ook goed met de rest van de flora en fauna in dat gebied. Dat laat ik in de film ook naar voren komen. Zelf heb ik de natuur altijd interessant gevonden, daarom ben ik ook biologie gaan studeren. Met mijn films probeer ik ook het brede publiek te boeien, te laten zien dat het belangrijk is de natuur te beschermen.’
Pannekoekschip
De eerste otter die Jansma zelf zag was echter niet in de Weerribben-Wieden of een ander natuurgebied, maar middenin de stad Groningen. ‘Gewoon bij ‘t Pannekoekschip! Midden in de stadsdrukte, terwijl iedereen naar de kroeg ging, keek ik naar beneden en zie daar een otter van meer dan een meter in vol ornaat op een verhoging klimmen. Via de stadsecoloog was ik in contact gekomen met bioloog Arend van Dijk, die op een woonboot in de gracht woonde. ’s Winters, als de vissen door de kou naar de stad trekken, kwam daar af en toe een otter slapen. Hij kon mij tippen, en toen zijn we met een lichtgevoelige camera zo onopvallend mogelijk gaan rondlopen. Af en toe duikt hij op, en voor je ’t weet is ‘ie weer weg. Die eerste avond heb ik misschien vier seconden kunnen filmen. Bij elkaar heb ik wel genoeg mooie shots gekregen om het stadsverhaal te vertellen.’
Familie
Daaruit volgde logischerwijs de verhaallijn die de film volgt: hoe is de otter in Groningen terecht gekomen? ‘Het was een mooie aanleiding om te vertellen over het uitsterven, de herintroductie en verspreiding door Noord-Nederland. Het filmen in de veenmoerassen heeft veel langer geduurd. Samen met otterspecialist Marten Boonstra ben ik volle bak aan de slag gegaan. Met zijn hulp vonden we goede ottergebieden. Alleen verhuizen die dieren continu, dus zo’n gebied kan na een tijdje zomaar leeg zijn. In de zomer van 2017 hebben we op heel veel plekken gefilmd, maar in totaal slechts vier bruikbare beelden geschoten. In 2018 konden we heel mooie beelden maken in de Weerribben-Wieden. Daar kwamen we uiteindelijk een moeder met drie jongen op het spoor. Dat kon ik natuurlijk niet laten liggen, dus toen hebben we er nog een jaar filmen aan vastgeplakt om het verhaal van de opgroeiende jongen te vertellen. Met die familie is het ons uiteindelijk ook gelukt om otters op het ijs te filmen, waar ik al een tijdje op hoopte. Dat was wel extra lastig: normaal volgen we de waterrimpelingen om te voorspellen waar ze opduiken, maar die heb je dan natuurlijk niet.’
‘Aan de hand van uitwerpselen wisten we waar we moesten beginnen met zoeken’
Camouflagepakken
Otters filmen vergt dus veel geduld, al heeft het volgens Jansma geen zin om in een tentje te gaan zitten wachten. ‘Van Marten heb ik geleerd dat je juist moet rondlopen, meters maken. Wel heel voorzichtig en stil natuurlijk, in camouflagepakken. Aan de hand van uitwerpselen wisten we waar we moesten beginnen met zoeken. Maar ze hebben een groot territorium, dus als je stil zit is de kans aanzienlijk dat ze rustig een kilometer verderop zitten te vissen. Omdat ze voornamelijk ’s nachts actief zijn maakten we lange dagen: ’s ochtends vroeg en ’s avonds laat zie je ze dan het vaakst. Verder heb ik natuurlijk veel cameravallen ingezet.’
Vertrouwen
Het publiek kan mooie dingen opsteken van Jansma’s film, maar zelf leerde hij ook veel van het filmen: ‘Bijvoorbeeld dat otters bruggen vaak niet vertrouwen. Op hun lange zwerftochten stuiten ze soms op een weg, maar in plaats van eronderdoor te zwemmen, lopen ze dan liever over het land. Met alle gevaren van dien: een kwart tot een derde van de Nederlandse populatie komt jaarlijks om in het verkeer. Heel triest natuurlijk, maar daarmee laat ik ook zien hoe belangrijk het is om die knelpunten op te lossen met afrasteringen, loopplanken en faunapassages – waarmee je ook gelijk andere dieren helpt. Nederland is een klein landje met een groot wegennetwerk en versnipperde natuurgebieden die we zo snel mogelijk moeten zien te verbinden. De film blijft gewoon te zien op NPO Start, dus het hele Jaar van de Otter kunnen natuurbeschermers er naar blijven refereren.’