Turbotaxonomen grijpen bij naamgeving vrijwel iedere inspiratiebron aan, zo bewijzen de snuitkevertjes Trigonopterus obelix en T. idefix van Sulawesi.

Het is een trend, turbotaxonomie: in het veld veel exemplaren verzamelen, ze door snelle (moleculaire) analyses als soorten indelen en een naam geven. Als taxonomen hierbij goede protocollen volgen is zo snel diversiteit in relatief onontgonnen groepen vast te stellen, schrijven taxonomen in een prepublicatie (BioRxiv, 15 september). Als ‘beste voorbeeld’ noemen ze snuitkevergeslacht Trigonopterus, waarvan een Duits-Indonesisch onderzoeksteam in één klap 103 nieuwe soorten van het eiland Sulawesi identificeerde (ZooKeys, 2019): waaronder Trigonopterus obelix en T. idefix (zie foto), vernoemd naar de vechtlustige en vadsige Franse stripheld Obelix en zijn onafscheidelijke hondje Idéfix.

Het bliksembezoek aan Sulawesi was bewust gepland. Sinds 1885 was daar maar één nieuw snuitkevertje beschreven, terwijl er honderden soorten bekend zijn van de buureilanden Nieuw-Guinea, Java en Borneo. Succes verzekerd en hetzelfde team publiceerde in een nabrander nog eens 28 nieuwe soorten van Sulawesi (ZooKeys, 2021). Waaronder Trigonopterus corona, vernoemd naar de pandemie die zorgde voor annulering van veldwerk waardoor tijd vrijkwam om die klus te klaren. Bij naamgeving wordt vrijwel alles aangegrepen: natuurlijk verwijzing naar opmerkelijke kenmerken van morfologie of vindplaats, maar ook vernoeming naar favoriete personen. Zo kregen oerbioloog Charles Darwin, dna-pioniers James Watson en Francis Crick, en dna-barcode-bedenker Paul Herbert een eigen Trigonopterus. Ook zochten de onderzoekers inspiratie bij de sciencefictionfilmreeks Star Wars en Franse stripreeks Asterix, wat namen opleverde als Trigonopterus yoda, T. asterix en – natuurlijk – voor de dikste en kleinste: Trigonopterus obelix en T. idefix.

Ook de genusnaam is te danken aan een lopendebandentomoloog: Albert Fauvel (1840-1921), die maar liefst 1.851 soorten en 96 geslachten kortschildkevers een naam gaf. Trigonopterus leidde hij af van het oud-Griekse τρίγωνον en πτερόν dat respectievelijk driehoek en vleugel betekent en verwijst naar de driehoekige dekschilden. Geen echte vleugels, want deze snuitkevers kunnen niet vliegen en zijn dus makkelijk te vangen: ideaal voor turbotaxonomen.