Microscooptraining van leraren biologie. Foto: NIBI

In het voortgezet onderwijs dreigt een ‘dramatische korting op de lesuren biologie’. Hoe erg is zo’n reductie eigenlijk, want er zijn ook klachten dat het huidige programma uit zijn voegen barst.

Er zijn veel verbijsterde reacties op het bericht dat de actualisatie van het curriculum ervoor kan zorgen dat het aantal uren biologieles op vwo en havo met zo’n 18 tot 30 procent afneemt in 2026 (zie: ‘Dramatische korting op lesuren biologie’, Bionieuws 2 februari). Het Nederlands Instituut voor Biologie startte al een petitie voor juist ‘meer biologie’, de Raad voor de Biologie noemt de plannen ‘zeer zorgwekkend’ en de 4TU.Federatie en het Landelijk Overleg Bètadecanen sturen brandbrieven naar de minister van onderwijs. Zij vinden dat investeringen in taal, rekenen, burgerschap en digitale vaardigheden niet ten koste moeten gaan van de lessen in de biologie. Zit er eigenlijk nog lucht in het biologieonderwijs of zijn er ook onderwerpen die best wel geschrapt kunnen worden?


Jorrit Blaas, teamleider curriculum en doorstroom vo bij het ministerie van OCW en leraar economie op het ABC Noorderlicht, in een reactie per mail

‘Wat heeft een nieuwe generatie leerlingen nodig aan kennis en vaardigheden? Met die vraag zijn tientallen leraren en vakexperts aan de slag gegaan. Niet alleen voor het vak biologie, maar voor het maken van eindtermen van alle vakken. We zien daar mooie dingen uitkomen: nog meer samenhang tussen de natuurwetenschappelijke vakken en ook eindelijk een betere aansluiting tussen vmbo, havo en vwo. Maar we zien ook dat dit vraagt om moeilijke keuzes. Als leraar wil je immers dat je leerlingen met een zo rijk mogelijke bagage de school verlaten. Maar soms is die rugzak te vol en gaan leerlingen daar gebukt onder. Daarom hebben de makers van de eindtermen een kader meegekregen zodat leerlingen voldoende tijd hebben om het vak zich eigen te maken. Het vorige kader dateerde van bijna twintig jaar geleden en bevat bovendien fouten en inconsistenties. Daarom is een update gekomen. Dat kader zegt: ‘het vak moet binnen [x] uur te doen zijn voor een leerling’. Het kader zegt verder niets over de onderwijstijd die een leerling daadwerkelijk volgt. Sommige leerlingen hebben immers meer lessen nodig dan andere leerlingen. Het kader zegt ook niets over het aantal uren dat daadwerkelijk op de lessentabel moet komen te staan. Of dit dus daadwerkelijk leidt tot minder lessen biologie, valt op basis van dit kader niet te zeggen.’


Margot Lamotte, docent biologie (onder- en bovenbouw) op het Kalsbeek College in Woerden

‘Biologie heeft door de jaren heen bij ons op school wel vaker een beetje moeten inleveren, maar ik schrok nu vooral van de omvang. Er zit weinig lucht in het biologieprogramma, dus het wordt erg ingewikkeld om daar tijd te winnen. Misschien is het wel mogelijk om specifieke onderwerpen, zoals diversiteit, seksualiteit en gezondheid, over te hevelen naar een nieuw vak burgerschap. Maar ik zie eerlijk gezegd geen onderwerpen die je weg kunt snijden zonder dat het schade aanricht. Erfelijkheid, ecologie en de stikstofcyclus zijn ook verbonden met grote politieke vragen, waarvan je juist wil dat leerlingen daar weet van hebben. Practica zijn in de huidige lestijd van 45-50 minuten al een race tegen de klok. Vooral lange practica die geduld vragen, zoals een osmoseproef met aardappel, gaan als eerste verloren en dat gaat ten koste van onderzoeksvaardigheden. Als ik om mij heen luister dan denken veel docenten dat de reductie in uren ook te maken heeft met het tekort aan docenten in bètavakken. Daarnaast moeten we ook niet vergeten dat bij uitstek zaakvakken contexten bieden voor taalontwikkeling. Als een tekst gaat over de wereld om je heen helpt dat nieuwe begrippen te leren en er duiding en betekenis aan te geven.’


Bernadette Kruijver, fysicus en als portfoliomanager bèta bij uitgeverij Malmberg verantwoordelijk voor de veelgebruikte methode Biologie voor jou

‘Minder lesuren wordt heel lastig, want we hebben bij alle bètavakken al te maken met een overladen programma. Dat maakt het nu al lastig om te behappen en docenten geven aan dat er veel te weinig tijd overblijft voor leuke en belangrijke dingen als practica. Het lijkt ook wrang dat juist onderwijsvernieuwing en meer aandacht voor burgerschap, taal en digitale vaardigheden ten koste gaan van biologieonderwijs. Want juist bètavakken zitten vol met waardevolle maatschappelijke contexten als klimaat, gezondheid en energievraagstukken, waarin die vaardigheden dus goed geoefend kunnen worden. Iedere biologiedocent heeft rond de coronacrisis in de klas discussie gevoerd en uitleg gegeven over vaccinaties. Praktisch gezien zal Malmberg ook niet in 2026 al een nieuwe methode klaar hebben liggen. SLO werkt namelijk op dit moment nog aan nieuwe eindtermen. Die komen op zijn vroegst deze zomer. Vervolgens moet de stof voor een schriftelijk examen nog specifiek worden uitgewerkt in de syllabus. Pas als we die hebben kunnen onze docententeams gaan schrijven. Als uitgevers worden we wel om advies gevraagd, maar wij gaan niet over eindtermen en syllabi. We maken ons wel zorgen, en hebben ook aangegeven dat het verkleinen van de ontwerpruimte voor de bètavakken onwenselijk is, maar in principe zijn wij volgend in wat de overheid daar voorschrijft.’


Wessel Lageweg, gepromoveerd bioloog en bijna 25 jaar biologiedocent op het Calandlyceum in Amsterdam-Osdorp

‘Het bericht heeft me verrast, maar ik ben erover gaan nadenken. Het programma zit nu – zeker bij de havo – echt boordevol. Hetzelfde doen in minder uur kan niet, dus moeten we gigantisch gaan snijden in het curriculum. Dat klinkt dramatisch, maar hoe belangrijk is het dat alle onderwerpen aan de orde komen? We kunnen best wat minder inzetten op kennis en wat meer op vaardigheden. Ook vervolgopleidingen hebben meer aan leerlingen die hebben leren nadenken over complexe problemen. Dat kan door brede onderwerpen aan de orde te stellen die te maken hebben met mens, natuur en milieu. Dus uitleggen hoe een vaccin werkt, maar niet de hele celbiologie erachter behandelen. Wel iets leren over erfelijkheid en het mysterie van dna, maar niet teveel lastigvallen met details over genexpressie. Het is op school een soort automatisme om moord en brand te roepen als ze aan je uren komen, maar volgens mij brengen jongeren juist te veel tijd door op school. Ze komen pas om half vijf thuis en dan verwachten we ook nog dat ze huiswerk gaan maken. En als we de ‘nieuwe’ biologie opschrijven in mooie rijke teksten dan pakken we de investering in taal gelijk mee. Er valt ook met minder uren best nog wel winst te behalen.’

Zie ook:
-'Biologiewereld in rep en roer om dalend aantal lesuren' (Telegraaf, 17 februari 2024)
-Actualisatie van de examenprogramma’s & ontwerpruimte (Website NWV, 16 februari 2024)