Door Aafke Kok - FOTO RON WOLF/UNIVERSITY OF WASHINGTON - 16-02-2024 - Entomologie
Een gestreepte pijlstaart (Hyles lineata) drinkt nectar en bestuift zo een bleke teunisbloem (Oenothera pallida).
Nachtbestuiving komt in de problemen door luchtvervuiling. Nitraat kan de geur van bloemen maskeren, waardoor motten ze niet meer kunnen lokaliseren.
Luchtvervuiling kan bloemgeur dusdanig maskeren dat pijlstaarten hun nectarbron niet meer kunnen vinden. Dat betekent dat ook bestuiving van de bloemen door nachtvlinders uitblijft. De problemen ontstaan bij een vervuilingsniveau dat gangbaar is in stedelijk gebied, demonstreren Amerikaanse onderzoekers met lab- en veldexperimenten 8 februari in Science. Boosdoener is nitraat (NO3), dat in de lucht kan ontstaan door reacties tussen andere stikstofoxiden. Die komen bijvoorbeeld vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen. Overdag wordt nitraat onder invloed van zonlicht grotendeels afgebroken, maar ’s nachts niet. Chemische analyses tonen dat bepaalde geurstofcomponenten van de bleke teunisbloem (Oenothera pallida) nagenoeg verdwijnen na reactie met nitraat. Dat terwijl nachtvlinders voornamelijk geur gebruiken om bloemen – en daarmee nectar – te lokaliseren. De antennes van pijlstaarten blijken in een experiment onder meer sterk te reageren op zogeheten beta-ocimeen, een van de componenten die door nitraat sterk wordt aangedaan.
Nepvariant
Windtunnelexperimenten bevestigen dat beeld. Als onderzoekers normale O. pallida-geur vrijlaten in zo’n tunnel, weten gestreepte pijlstaarten (Hyles lineata) en tabakspijlstaarten (Manduca sexta) de geurbron feilloos te vinden. Met nitraat behandelde O. pallida-geur bleek voor H. lineata onvindbaar; M. sexta vond de bron nog slechts in de helft van de gevallen. Een zelf gemaakte bloemgeur met onder meer 67 procent minder betaocimeen gaf vergelijkbare resultaten. Ook in het veld blijkt de maskerende werking van nitraat desastreus. Een O. pallida-bloem of nepvariant met normale geur krijgt ongeveer twee bezoekjes van pijlstaarten per nacht, zo blijkt uit camera-observaties, terwijl een nepbloem waar met nitraat behandelde bloemgeur uitkomt gemiddeld slechts 0,57 bezoekjes krijgt – een vermindering van 70 procent.
Luchtvervuiling
Bij alle experimenten gebruikten de onderzoekers concentraties stikstofoxide die representatief zijn voor stedelijk gebied. Berekeningen met een computermodel laten zien dat onder meer Europa, Noord-Amerika en Centraal-Azië zoveel last hebben van luchtvervuiling met nitraat, dat er problemen met nachtelijke bloembestuiving kunnen ontstaan. ‘Prachtig’, oordeelt Astrid Groot, hoogleraar populatie- en evolutiebiologie aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Heel bijzonder dat ze lab- en veldexperimenten hebben gecombineerd. Met een windtunnel heb je een mooie gecontroleerde omgeving, maar het is helemaal mooi als je de resultaten met veldwerk kunt bevestigen. De onderzoekers hebben daar indrukwekkend veel werk verzet’, zegt Groot.
‘Dat het onderzoek überhaupt gericht is op nachtbestuivers vind ik sowieso een goede zaak; de nacht wordt vaak vergeten. Lichtvervuiling krijgt over het algemeen iets meer aandacht, maar chemische vervuiling in de nacht had ik zelf ook niet zo op de radar. Terwijl NO3 dus juist ’s nachts vervuilend blijkt, met een duidelijk effect op plantengeur. Nachtbestuivers worden vaak vergeten, terwijl die voor sommige bloemen misschien nog wel belangrijker zijn dan dagbestuivers. Dit soort vervuiling heeft dus niet alleen effect op nachtvlinders die op zoek zijn naar nectar, maar ook op de fitness van planten. Dat is zorgelijk, en goed om van bewust te zijn.’