Door Aafke Kok - Foto: NIOO-KNAW - 18-01-2020 - Entomologie

Ruim zeventig internationale wetenschappers publiceerden een zogeheten roadmap voor het behoud en herstel van insecten. Is dat een goed plan?
Dat het slecht gaat met veel insecten lijkt duidelijk, maar wat valt daar eigenlijk aan te doen? In Nature Ecology & Evolution (NEE) van 6 januari beschrijven ruim zeventig internationale wetenschappers een plan van aanpak: direct starten met maatregelen die sowieso gunstig zijn, zoals het verminderen van insecticiden en het beschermen van bedreigde soorten. Daarna bepalen welke soorten, gebieden en andere zaken de meeste aandacht nodig hebben, vervolgens nieuw onderzoek starten, oude data analyseren en uiteindelijk publiek-private partners zoeken en een wereldwijd monitoringsprogramma opzetten. Bionieuws vroeg betrokkenen en experts wat ze van het plan vinden.

Jeff Harvey, eerste auteur van het NEE-artikel, ecoloog bij NIOO-KNAW en hoogleraar nature conservation and environmental advocacy, Vrije Universiteit
‘Ik ben blij dat het artikel zo goed opgepikt wordt. Het helpt denk ik dat de roadmap zo bondig en to the point is. Door met zoveel wetenschappers samen aan te geven dat we bezorgd zijn over de insectenstand geven we denk ik een duidelijk signaal af.
‘Ik kwam op het idee doordat ik afgelopen zomer in Global Change Biology een artikel las dat stelde dat de insectenachteruitgang wellicht overdreven is. Dat frustreerde me enorm; volgens mij is het nu echt wel duidelijk dat er een groot probleem is. Dus belde ik Hans de Kroon en die zei: waarom zijn we zelf niet proactief? Vandaar het idee voor zo’n roadmap. Veel studies trekken wel aan de bel, maar zeggen niet wat ons vervolgens te doen staat. Wij komen nu met maatregelen voor de korte, midden en lange termijn. Behalve een roadmap is het ook een pleidooi. Biodiversiteit is enorm belangrijk voor het aanpassingsvermogen van de natuur, dus we moeten doen wat we kunnen om dat te redden.’

Hoogleraar plantenecologie en natuurbeheer David Kleijn (Wageningen University & Research), mede-auteur van het NEE-artikel
‘Ik denk dat het een mooie oproep is over de problemen die er zijn met insecten en wat we daaraan kunnen doen. Vaak zie je dat er zo’n alarmistisch paper verschijnt dat dan erg wordt opgepikt door de pers, maar vervolgens wordt er niks mee gedaan. Dat is zonde.
‘Ik werk al heel lang aan insecten, maar tot vijftien jaar geleden waren er maar weinig mensen in geïnteresseerd. Dat veranderde door verhalen over bijensterfte. Eerlijk gezegd was ik nog verbaasd dat de Nijmeegs-Duitse studie van twee jaar geleden zo aansloeg, want dat ging over alle insecten, ook degenen die de meeste mensen niet zo aantrekkelijk vinden. Nu nog het probleem goed aanpakken.
‘Het artikel is geschreven door veel auteurs uit allerlei gebieden, waardoor het lastig is om met concrete dingen te komen. Maar als signaal naar beleidsmakers zijn die open deuren van de no-regret -maatregelen toch belangrijk denk ik. De roadmap is meer een uitgangspunt, mensen kunnen dat specifiek voor hun eigen regio nog verder invullen. Of dit artikel effectief is hangt af van de navolging ervan.’

Entomoloog en ecoloog Kees Booij, oud-medewerker bij Wageningen Environmental Research
‘Ik vind het een mooi initiatief; het insectenbestand beschermen en bevorderen, daar kan ik natuurlijk niet op tegen zijn. Learning by doing , zoals de auteurs voorstellen, lijkt me een goed plan, zolang de doelen ook duidelijk zijn. Insecten als voer voor vogels vraagt om andere maatregelen dan het beschermen van zeldzame soorten of bevordering van natuurlijke vijanden. En dan ook met goede monitoring, zodat je weet wat je meet en merkt welke maatregelen effectief zijn. Daar zit mijn grootste angst, want dat is nog niet zo makkelijk. Met de meeste methodes meet je slechts de activiteit van de insecten, en niet wat er daadwerkelijk in een gebied zit. Helaas begrijpen we onvoldoende waardoor diversiteit en aantallen bepaald worden. De fundamentele kennis daarover ontbreekt. Weinig ecologen durven dat te erkennen. Veel acties die de auteurs noemen lijken me desondanks zinvol en ik ben het eens dat we niet moeten wachten. Over vergroening van de landbouw ten behoeve van insecten is men trouwens nogal optimistisch. In sommige gebieden is het wellicht effectiever natuur en landbouw te scheiden.’

Hoogleraar experimentele plantenoecologie Hans de Kroon (Radboud Universiteit Nijmegen), mede-auteur van het NEE-artikel
‘Voor onze publicatie over insectensterfte twee jaar geleden was veel aandacht, dat was denk ik een soort kantelpunt. Verschillende studies bevestigen de trend, het wordt meer en meer duidelijk dat we een groot probleem hebben. Dit is dus denk ik een goed moment voor zo’n roadmap.
‘Gelukkig gebeurt er al het een en ander, in Nederland hebben we bijvoorbeeld het Deltaplan Biodiversiteit en ook in Duitsland zijn er mooie initiatieven. Het is belangrijk om de effecten van die maatregelen goed te monitoren. Het is nu vaak lastig om data te vergelijken met het verleden. Als we het nou nu allemaal echt netjes gestandaardiseerd doen, dan hebben we straks niet weer datzelfde probleem.
‘De insectensterfte wordt wel gezien als de kanarie in de kolenmijn: een teken dat het in het hele systeem fout zit. Dat betekent ook dat als je gebieden zo inricht dat het goed is voor insecten, je gelijk allerlei andere mooie voordelen krijgt. Zo draagt natuurinclusieve landbouw ook bij aan betere koolstofopslag en minder stikstof.’

Maritza van Assen, directeur brancheorganisatie voor gewasbeschermingsmiddelen Nefyto
‘In de eerste plaats vind ik het heel goed dat er vanuit de wetenschap gewerkt wordt aan het herstel en behoud van insecten. Ik vind het ook goed dat de auteurs aangeven dat we te maken hebben met een multifactorieel probleem waar dus ook verschillende maatregelen bij horen. Ook bijvoorbeeld ziektes, voedselaanbod en veranderd landgebruik door verstedelijking dragen bij. ‘Waar ik natuurlijk vooral tegenaan loop is de zogenaamde no-regret -oplossing ‘ phase out pesticide use, and replace with ecological measures’ . Volgens mij zou dat een regret -oplossing zijn. Ik denk dat het niet slim is chemische bestrijdingsmiddelen helemaal uit te faseren. Waar het kan is het natuurlijk goed andere technieken te gebruiken. Maar om zo min mogelijk schade voor mens, dier en milieu te krijgen, denk ik dat het slim is om alle instrumenten tot je beschikking te blijven hebben. De landbouw is echt niet eenzijdig tegen insecten, er zijn zelfs veel insecten die helpen plagen te bestrijden. Veel van onze bedrijven investeren dan ook in bijvoorbeeld biodiverse akkerranden.’