Door Gert van Maanen - Foto: Jinze Noordijk, EIS Kenniscentrum Insecten - 15-02-2020 - Entomologie
Een volwassen Gallische tak gefotografeerd in de Nederlandse natuur. Foto: Jinze Noordijk, EIS Kenniscentrum Insecten
Entomologen hebben in Nederland een populatie Gallische wandelende takken gevonden die daar al minstens tien jaar rondstruinen.
Door klimaatverandering rukken veel soorten insecten vanuit Zuid-Europa op naar Nederland. Het betreft vooral gevleugelde soorten, maar nu blijkt ook een lopend insect zich in Nederland te hebben gevestigd: een populatie van de Gallische wandelende tak (Clonopsis gallica) leeft zelfs al minstens tien jaar hier, zo meldt Nature Today (31 januari).
Terraria
Op Waarneming.nl zijn er vaker meldingen van wandelende takken. Meestal betreft het ontsnapte of losgelaten Indische wandelende takken (Carausius morosus), een geliefd huisdiertje en bewoner van terraria in biologieklassen. De bewegende stokjes zijn een mooi voorbeeld van mimicry en makkelijk te kweken omdat ze zich ongeslachtelijk voortplanten. Dat laatste geldt ook voor de Gallische wandelende tak, maar omdat deze soort voorheen alleen ten zuiden van Parijs is aangetroffen is de opmars naar Nederland toch een verrassing. De soort komt voor op foto’s van 2008, 2017 en 2018 in een – niet nader bekendgemaakt – natuurgebied. De entomologen beschouwen de komst als een natuurlijk fenomeen, maar exacte herkomst en migratieroute is lastig te achterhalen. De wandelende takken kunnen zijn meegekomen met planten uit Zuid-Europa of als eitjes zijn opgegeten door vogels en hier zijn uitgepoept. Ze lijken verdwaald, maar kunnen hier voortplanten en overleven.
Stok
Qua naamgeving heeft de Gallische wandelende tak ook een omzwerving gemaakt. In 1825 doopte amateur-entomoloog Toussaint de Charpentier de soort tot Bacillus gallicus, geïnspireerd op het Latijnse baculus voor ‘stok’ en hun voorkomen in Frankrijk of Gallia. Bijna een eeuw later vond een taxonoom het echter nodig de soort naar een nieuw genus te verhuizen (Bulletin de la Société entomologique de France , 1915): Clonopsis , naar het Oudgriekse klon voor ‘tak’ en opsis voor ‘achtig’, waarbij de soortsaanduiding door spellingsregels automatisch veranderde in gallica. Dat de Britse evolutiebioloog J.B.S. Haldane zich ook door klon als botanisch equivalent voor ‘stekken’ liet inspireren tot de introductie van de term klonen, lijkt puur toeval. Net als het opduiken van deze klonale wandeltakjes in dit kikkerlandje.