Tijdens de jacht detecteert de netwerpende spin Deinopis spinosa geluid met zijn poten.


Laagfrequente tonen laten de netwerpende spin Deinopis spinosa een achterwaartse aanval uitvoeren.

 

De spin Deinopis spinosa detecteert de laagfrequente tonen die vliegende insecten produceren en gebruikt deze auditieve aanwijzingen om prooien uit de lucht te vangen. Dat schrijven Amerikaanse onderzoekers 29 oktober in Current Biology. De spin vangt in de nacht zowel prooien op de grond als uit de lucht en gebruikt hiervoor een net dat hij tussen zijn vier voorpoten spant. Voor de prooien op de grond gebruikt de spin zijn enorme nachtzicht-ogen en een voorwaartse aanval. Maar voor het vangen van vliegende insecten voert het dier een achterwaartse aanval uit.

 

Onderzoekers ontdekten dat laagfrequente tonen deze achterwaartse aanval uitlokten bij bijna de helft van de spinnen. De lage frequenties zijn vergelijkbaar met de frequenties die vleugels van prooidieren produceren, zoals muggen en motten. Daarnaast was er bij zowel laag als hoogfrequente tonen een neurale respons meetbaar in de hersenen en in de zenuwen van de poten. Bij hoge frequenties bleef de spin echter roerloos zitten.

 

Aangezien vogels die jagen in het leefgebied van de spin hoogfrequente geluiden produceren, speculeren de onderzoekers dat de spinnen deze hoge frequenties niet gebruiken om te jagen maar om predatoren af te luisteren.