Biologiedocent Joanne Malotaux in megaschooltuin Plantarijn: ‘De tuin is een mooi voorbeeld van de echte wereld: het is complex, onvoorspelbaar.'

 

Een schooltuin is niet alleen leuk voor biologielessen, maar biedt als model voor complexe duurzaamheidsissues ook een kans voor vakoverstijgend onderwijs, besefte Joanne Malotaux.

 

‘Ik woonde en werkte al in Wageningen en heb hier ook gestudeerd. Dus toen ik vijf jaar geleden als leraar in opleiding bij mijn huidige school de Pantarijn aan de slag ging, vond ik het heel vreemd om in zo’n groene stad een schoolomgeving met alleen maar stoeptegels en beton te hebben. Voor mijn opleiding startte ik een onderzoekje naar de mogelijkheden voor een schooltuin, in eerste instantie in een hoekje van het schoolplein. Drie jaar geleden kwam er land op mijn pad, op een paar minuten lopen van school. Met 2.500 vierkante meter ruim een half voetbalveld groot, en dat voor 250 euro per jaar’, vertelt Joanne Malotaux. ‘Plantarijn’, zoals de megaschooltuin gedoopt werd, leverde Malotaux 9 oktober vanuit coöperatie Leren Voor Morgen de benoeming op tot meest duurzame docent in het voortgezet onderwijs.

 

Samenhang
‘De tuin is heel betekenisvol. Leerlingen merken dat wat zij doen echt nut heeft, en zien de samenhang tussen verschillende vakken en de betekenis ervan’, vertelt Malotaux. ‘Vorig jaar zijn we met biologie, scheikunde en kunst aan de slag gegaan, dit jaar sloten ook techniek, aardrijkskunde, economie, verzorging, klassieke talen en informatica aan. De duurzaamheidsissues waar we in de wereld mee te maken hebben beperken zich ook niet tot een vakgebied. Bovendien is de tuin denk ik een mooi voorbeeld van de echte wereld. Het is complex, onvoorspelbaar. Dat maakt leren veel echter dan een hypothetisch probleem in een boek behandelen.’ Zo leverde de arme zandgrond van Plantarijn een uitdaging qua bemesting, waar vierdeklassers mee aan de slag gingen in een project voor biologie en scheikunde: ‘Ze moesten een bodembemestingsadvies uitbrengen en testten de effecten van hun keuze in de praktijk. Op plantgroei, maar ook bijvoorbeeld op de zuurgraad en watervasthoudendheid van de bodem.’



‘Ook met een verticale tuin in de aula kun je al van alles’



Dankzij subsidie van het lerarenontwikkelfonds krijgen Malotaux en collega’s taakuren om het onderwijs rond de tuin te ontwikkelen. ‘Vaak komen docenten zelf met een idee. Zo hebben we een informaticadocent die ook imker is, die wil een bijenkast neerzetten met sensoren die ze koppelen aan een informatiesysteem over hoeveel bijen in- en uitvliegen, hoeveel honing ze produceren en hoe dat dan weer afhangt van de temperatuur. Ook ontstaan er allerlei kruisbestuivingen. Vanuit ons praktijkonderwijs hebben we een winkeltje in het centrum waar leerlingen eigen producten verkopen. Daaruit kwam het idee om in de tuin droogbloemen en theekruiden te telen, om in de winkel te verkopen. Dat maakt dit project ook waardevol. Het is als docent soms best lastig om buiten de bubbel van je eigen vak te kijken.’


Impact
Daarbij benadrukt Malotaux dat het onderwijs rond de tuin niet slechts een aanvulling vormt, maar echt lessen in de klas vervangt. ‘We zijn altijd op zoek naar hoe we het curriculum kunnen halen in en rond de tuin. In de brugklas zetten wij bij biologie de tweede helft van het jaar het boek in de kast en behandelen we alle onderwerpen die dan op het programma staan in de tuin: plantenbiologie, ecologie, onderzoek doen, voeding. Dat leent zich er allemaal prima voor.’ Niet alleen de brugklassers vinden het heerlijk om even niet stil te hoeven zitten in de klas, ook bovenbouwers waarderen de tuin: ‘Het gevoel dat het nut heeft wat ze doen werkt supermotiverend. Dat is denk ik een belangrijk aspect van duurzaamheid: besef van wat de impact is van wat jij doet op de wereld. De tuin geeft daarbij een mooi inkijkje van hoe complex alles is. Als je aan één schakelaartje draait geeft dat niet alleen het beoogde effect, maar beïnvloed je ook elders dingen. Het gaat mij er niet per se om dat ik allemaal duurzame burgers wil creëren, maar wel om leerlingen handelingsperspectief te bieden.’

 

Mazzel
Malotaux mag zich een jaar lang Duurzame Docent noemen. Behalve eer en erkenning geeft de benoeming ook een podium: ‘Ik krijg best veel reacties van andere docenten die vragen om mee te denken hoe zij ook zoiets voor elkaar kunnen krijgen. Wij hebben enorme mazzel met een enorm stuk land, maar ook met een verticale tuin in de aula kun je al van alles. En ook andere levensechte contexten kunnen onderwijs betekenisvol maken.’ Zelf blijft Malotaux in de toekomst ook bezig ‘om de wereld een stukje mooier te maken’, op een iets andere manier. ‘Met mijn vriend ben ik van plan om de boerderij van zijn ooms over te nemen, om er een agro-ecologische boerderij van te maken die rechtstreeks aan leden afzet: Burgerboerderij de Patrijs. Daarnaast blijf ik graag met onderwijs bezig en ga dan aan de slag op proefboerderij de Marke, nu nog onderdeel van Wageningen University & Research. Daar ga ik studenten van agrarische opleidingen in de praktijk kennis laten maken met levensechte vraagstukken; een combinatie van mijn werk in de schooltuin en straks op de boerderij.’