Nu alles op z’n gat ligt, lijkt stage lopen even geen optie. Of toch wel? In heel Nederland werken studenten, docenten en begeleiders zich in het zweet om dat voor elkaar te krijgen.

 

In februari leek het allemaal nog zo goed geregeld: in de zomer duikend onderzoek doen naar koraalsponzen in Indonesië, gewild terrein voor menig mariene bioloog. Toen kwam corona. En zo zag de Utrechtse biologiestudent Sanne Janssen haar stageplek in rook opgaan. ‘Even was er nog stille hoop dat het door zou gaan’, vertelt ze, ‘maar inmiddels is het wel duidelijk dat het geen optie meer is. Ook niet op een later moment, het risico op studievertraging is dan echt te groot.’

 

Corona-realiteit
Janssen is niet de enige die is ingehaald door de corona-realiteit; studenten in heel Nederland zagen de deuren sluiten van de instellingen en bedrijven waar ze hun onmisbare praktijkervaring op zouden doen. Toch betekent het niet dat ze daardoor stilzitten, leert een korte rondgang langs een aantal studenten en de docenten die de stageproblematiek met man en macht in goede banen moeten leiden.

 

Paniek
‘Het was die eerste weken voor iedereen erg pittig en onzeker’, zegt Saskia Grooters, coördinator van de mastervariant Science, Business and Policy aan de Rijksuniversiteit Groningen, waarvan het overgrote deel van de studenten een biowetenschappelijke bachelor op zak heeft. ‘Je moet je voorstellen: toen Nederland op slot ging hadden wij in totaal 63 stagiaires bij overheidsinstanties, ngo’s en bedrijven. Veel werden naar huis gestuurd, waardoor er in die eerste fase toch wel even sprake was van paniek.’

 

Grooters’ team van twaalf docenten waarover de 63 studenten verdeeld zijn, kwam direct in actie. Ze namen contact op met de studenten en hun externe begeleiders, en controleerden of de stage in de huidige vorm kon worden voortgezet. Dat bleek te kunnen. Voor alle stages.



Voordeel
‘Onze studenten zijn in januari begonnen, een groot voordeel’, aldus Grooters. ‘Mede daardoor hadden ze meestal al de hoognodige praktijkervaring opgedaan.’ Het schrijfwerk of onderzoek konden de studenten vervolgens thuis afmaken. En voor degenen die nog met onafgerond praktijkwerk zaten, werd een passende oplossing gezocht. ‘Iedereen ging er voor: bedrijven dachten goed mee en er is werkelijk niet één student die heeft gezegd ‘laat mij maar lekker volgend jaar terugkomen’. Echt fantastisch.’

 

Noodsituatie
Inmiddels is de eerste paniek achter de rug en steken andere problemen de kop op. Studenten lopen bijvoorbeeld achter met hun opdracht of weten niet hoe ze structuur moeten aanbrengen aan hun dag. Grooters: ‘We proberen daarin altijd mee te denken en maatwerk te leveren, maar zeggen tegelijkertijd: dit is een noodsituatie, leuker kunnen we het niet maken. We houden onze studenten daarom wel gewoon aan de afgesproken deadlines.’

 

Trucs
Dat het inderdaad lastig is om een dagstructuur te creëren ondervindt Tjitze van der Land, een van de bovengenoemde 63 masterstudenten in Groningen, aan den lijve. ‘Juist die externe motivatie van 9 tot 17 uur op kantoor werkt voor mij goed. Nu ik op mijn kamer zit, vervaagt de grens tussen werk en privé.’ Gelukkig heeft Van der Land inmiddels een aantal trucs bedacht om zijn stage bij OIM Orthopedie succesvol af te ronden. ‘Elke ochtend maak ik me klaar alsof ik naar werk ga, loop buiten een rondje van tien minuten en check bij terugkomst digitaal in bij mijn begeleider. En aan het einde van de dag check ik weer uit. Die stok achter de deur helpt mij de grens tussen werk en privé te bewaken.’



Alternatieven
Ook studieadviseur aan de Radboud Universiteit Sanne Vosters ziet dat dit bij sommige van haar bachelorstudenten speelt. ‘Maar over het algemeen gaat het goed’, merkt ze op. Net als in Groningen lukte het Vosters om samen met de stagebegeleiders en coördinatoren tot alternatieven te komen die gewoon aan de eindtermen voldoen. ‘Veel onderzoekers hebben al verworven data beschikbaar, waardoor studenten thuis aan de slag kunnen met data-analyses en -management, een vereiste van onze stages.’ Hoewel de Nijmeegse bachelorstudenten daardoor niet tot nauwelijks studievertraging op hoeven te lopen, is het zeker geen ideale situatie, geeft Vosters toe. ‘Lab- en veldwerk gingen grotendeels niet door. Alleen al doordat het Radboudumc, één van onze grootste stageaanbieders, in die eerste weken fysieke stages op de campus on hold heeft moeten zetten. Veel studenten missen daardoor het reilen en zeilen van een onderzoeksafdeling, een groot gemis.’ Sommige studenten kozen er zodoende voor om hun stage te verzetten en eerst cursussen te volgen. Aan de andere kant zijn er studenten die thuis data-analyses doen of programmeerwerk, terwijl ze daar in eerste instantie niet voor hadden gekozen. Vosters: ‘Sommige studenten ontdekken dan dat ze er stiekem heel goed in zijn, terwijl het voor anderen juist enorm frustrerend is.’

 

Noodscenario's
Ondanks alle positieve ontwikkelingen is er ook wel reden tot zorg voor de toekomstige stages, zegt Grooters van de RUG. ‘We hebben noodscenario’s klaarliggen en hopen dat het aanpassen van de eindtermen niet nodig zal zijn. Maar soms kijk ik ook wel met angst en beven naar de toekomst. 2021 wordt een spannend jaar waarin we een nog groter beroep gaan doen op ieders flexibiliteit.’

 

De Utrechtse biologiestudent Janssen houdt ondanks haar in het water gevallen sponzenonderzoek de moed er gewoon in: ‘Ik hoop begin volgend jaar alsnog een stage in het buitenland te vinden. Of op een mooie plek in Nederland, bijvoorbeeld bij het NIOZ.’