DOOR GERT VAN MAANEN_ - FOTO: GUY ACKERMANS - 26-02-2022 - Onderwijs
Gewenning, besmettingsangst of reistijd: de reden is onduidelijk maar nu fysieke colleges weer mogen, komen weinig studenten opdagen. Foto: Guy Ackermans
Het fysieke onderwijs keert terug, maar nu mijden veel studenten de collegebanken en blijken vooral hoorcolleges liever via Zoom te blijven volgen. Een zorgelijke ontwikkeling of juist een logische keuze van de Netflix-generatie?
Misschien is het beter om hoorcolleges alleen nog maar online aan te bieden, juist fysieke aanwezigheid van studenten verplicht te stellen of hoorcolleges gewoon maar helemaal af te schaffen.
Onder docenten en studenten biologie in het hoger onderwijs borrelen zeer uiteenlopende suggesties op om een onverwacht opduikend fenomeen het hoofd te bieden. Ondanks de luide oproep om studenten weer fysiek onderwijs te geven, blijkt de opkomst bij colleges heel mager. ‘Bij ons werd er in januari weer hybride onderwijs gegeven. Bij toerbeurt was er plaats voor maximaal 75 studenten in de collegezaal, maar er kwamen steeds hooguit 20 of 30 studenten’, vertelt Thomas Westerhuis, derdejaars biologiestudent in Groningen en voorzitter van studievereniging GLV-Idun. De studievereniging kaartte dit probleem aan bij het Landelijk Overleg Biologiestudenten en Bionieuws. ‘De lage opkomst lijkt geen incidentele kwestie, maar een fenomeen dat veel breder voorkomt bij opleidingen en universiteiten’, signaleert Westerhuis. Hij maakt zich zorgen omdat het wegblijven bij colleges de sociale cohesie tussen jaargenoten ondermijnt. ‘Het heeft ook weerslag bij de opkomst bij activiteiten van de studievereniging. Samen met de faculteit proberen we nu studenten weer naar de campus te lokken met sociale activiteiten en gratis koffie en thee rond hoorcolleges.’
‘Hybride onderwijs geven is niet leuk, je mist interactie en het is lastig je aandacht te verdelen’’
Evolutiebioloog en opleidingsdirecteur biologie Sander van Doorn bevestigt de zeer geringe opkomst bij het niet-verplichte onderwijs. ‘Bij verplichte practica speelt het niet echt, maar ook bij de werkcolleges biostatistiek hadden we zo’n 200 studenten verwacht en kwamen er maar 20 opdagen. Hybride onderwijs – waarbij colleges worden opgenomen of via livestream online worden aangeboden – was bedoeld als noodoplossing, maar weerhoudt studenten er nu van fysiek naar college te komen. Voor docenten is het heel demotiverend: hybride onderwijs geven is niet leuk, je mist interactie en het is lastig je aandacht te verdelen’, aldus Van Doorn. ‘En de studieresultaten zijn merkbaar slechter, dus het raakt ook de onderwijskwaliteit en de studenten zelf.’
GEWENNING
Er is geen duidelijk zicht op de oorzaken van het wegblijven: gemakzucht, gewenning, angst voor besmetting of een weloverwogen keuze omdat veel studenten tijdens de coronacrisis weer bij hun ouders zijn gaan wonen. Een kleine steekproef bij het vak behavioural neuroscience wees uit dat een grote meerderheid – op dat moment zelfs 90 procent – niet in Groningen was. ‘Het zou dus goed kunnen dat studenten om praktische redenen niet voor een college van twee uur naar Groningen komen wanneer ze daarvoor twee uur in de trein moeten zitten’, aldus Van Doorn. ‘Er is ook een groot cohort die zwaar is geraakt en nog nauwelijks op de campus is geweest en gewoon niet weten wat ze missen.’ Hij heeft de indruk dat er een groep is die heel graag fysiek naar colleges komt en een groep die zich prima redt met hybride onderwijs. ‘Het meest zorgwekkend is de middengroep die daar niet zo bewust mee bezig is. Hoe krijgen we die weer naar de campus, want bij academische vorming hoort ook verantwoordelijkheid nemen voor je eigen kennisontwikkeling en daarvoor is echte en ook informele interactie met docenten heel waardevol.’
‘Je merkt dat studenten gewend zijn geraakt aan opgenomen colleges’
Een rondgang langs biologische opleidingen in Nijmegen, Wageningen, Maastricht en Amsterdam leert dat het probleem herkenbaar is. Gedragsbioloog en opleidingsdirecteur biologie Joris Koene van de Vrije Universiteit Amsterdam signaleert dat het vooral speelt bij grote opleidingen. ‘Bij onze kleine biologie-cohorten hebben de studenten veel onderling contact en is de sociale cohesie groot. Die stimuleren elkaar om naar colleges te gaan. Maar bij hoorcolleges van grotere opleidingen met 300 tot 500 studenten, zijn er soms maar 12 in de zaal aanwezig, een groot deel via Zoom, en zijn er afwezigen die alleen de opname achteraf willen terugkijken. Dat is heel frustrerend voor docenten, want een grapje maken, een vraag stellen of je stem verheffen om mensen bij de les te krijgen, werkt meestal niet via Zoom’, meent Koene. ‘Bovendien is onderwijs geen streamingdienst. Je merkt dat studenten gewend zijn geraakt aan opgenomen colleges, die ze kijken wanneer het hen uitkomt. We moeten daarom scherper selecteren wat we opgenomen aanbieden, het moet niet vanzelfsprekend zijn dat we alles ook online aanbieden.’
‘Mijn eigen sentiment is ophouden met aanbieden. We zijn een universiteit, geen LOI.’
De Nijmeegse docent dierfysiologie en statistiek Peter Klaren polste enkele collega’s: ‘De situatie is vrij dramatisch. Opkomst 50-60 procent, soms minder. Hybride is een bastaard. Het was een noodgreep, mijn eigen sentiment is ophouden met aanbieden. ‘Live’ interactie via livestream werkt niet, dat doe je face to face op de universiteit, ook buiten de hoorcolleges. We zijn een universiteit, geen LOI.’ Evolutiebioloog Roy Erkens van het Maastricht Science Programme roept op tot bezinning. ‘Mijn persoonlijke inschatting is dat studenten nog duidelijker zijn gaan kijken naar de waarde van onderwijsonderdelen. Als een activiteit minder toevoegt aan hun leerproces, dan slaan ze die over. Vind ikzelf ook niet zo raar. Waarom zouden studenten en docenten samenkomen voor een activiteit zonder meerwaarde?’, aldus Erkens. ‘Ik denk dus dat dit het moment is om na te denken over de rol van een traditioneel hoorcollege. Soms super nuttig, maar soms ook overbodig.’
‘Ik zit nog thuis’
Al sinds 15 januari is het hoger onderwijs voor studenten weer open, met specifieke maatregelen als anderhalve meter, mondkapjes, voldoende ventilatie en het advies zelftesten in te zetten. Ook gold een maximale groepsgrootte van 75 studenten, waardoor nog steeds veel onderwijs online of hybride plaatsvond. Sinds 18 februari is de groepsgrootte vervallen en is weer volop fysiek onderwijs mogelijk. Het Interstedelijk Studenten Overleg lijkt vooral bezorgd over te weinig aanbod aan fysiek onderwijs en riep 15 februari studenten die nog steeds alleen afstandsonderwijs krijgen zich te melden bij het ‘Ik zit nog thuis’-meldpunt.