ETAPPE 4 - Fernando de Noronha - Salvador da Bahía - 9-17 oktober 2023 e.v.


1832

‘Het was een verrukkelijke dag. Verrukking op zichzelf is echter een zwak woord om de gevoelens uit te drukken van een natuuronderzoeker die voor het eerst in zijn eentje door een Braziliaans woud heeft kunnen dwalen’, schrijft Charles Darwin over zijn eerste uitstapje op het vasteland van Zuid-Amerika. ‘De sierlijke grassen, de ongewone woekerplanten, de prachtige bloemen, het glanzende groen van het gebladerte, alles vervulde me met bewondering. (...) Het lawaai van de insecten is zo luid dat men het zelfs kan horen aan boord van een schip dat honderden meters uit de kust voor anker ligt, en toch lijkt diep in het woud een volstrekte stilte te heersen’.

Hij raakt in Salvador (zie illustratie van reisschilder Augustus Earle) voor het eerst fel in debat met kapitein FitzRoy over het onrecht van slavernij, waardoor hij bijna van het schip wordt gezet. Een belangrijke waarneming doet Darwin aan de kust aan de egelvis Diodon antennatus (nu: Chilomycterus antennatus ). Hij merkt op dat deze ook in opgeblazen toestand goed kan zwemmen al gaat de vis daarbij door het veranderde drijfvermogen ‘ondersteboven drijven’.


2023

Ok bij Salvador da Bahía gaat het Darwin200-team weer in zee met ngo Tamar – van Tartarugas Marinhas (zeeschildpadden) – die daar broedplaatsengebieden van onechte karetschildpadden (Caretta caretta) en warana’s of dwergschildpadden (Lepidochelys olivacea) beschermt. Salvador ligt op het schiereiland Baia de Todos os Santos, dat wordt omzoomd door mangrovebossen. Die worden bedreigd door stadsuitbreiding en vestiging van kwekerijen van onder meer garnalen. In 2019 veroorzaakte een lekkende tanker met ruwe olie uit Venezuela een enorme milieuramp voor de Braziliaanse kust. De gevolgen hiervan voor dit kwetsbare gebied worden onder meer bestudeerd door de Universidade Federal da Bahia. Daarnaast werken natuurbeschermers aan herbeplanting van mangrove. Die zijn in Brazilië in 2002 wettelijk aangewezen als permanente beschermingszones. De poging van de voormalige Braziliaanse president Bolsonaro om deze bescherming in te trekken is in 2020 door een federale rechter geblokkeerd. Rond Salvador da Bahía ligt een ecozone van tweeduizend vierkante kilometer met zowel rode mangrove (zie foto), zwarte mangrove als witte mangrove, waarin veel jonge vis, schaaldieren, zeeschildpadden en vogels leven.


ETAPPE 3 – Kaapverdische eilanden-Fernando de Noronha – 20 september-1 oktober 2023

1832

De net 23 jaar oud geworden Darwin bracht op 20 februari ‘een heerlijke dag door met dwalen door het bos’ op het hoofdeiland Fernando de Noronha van de kleine vulkanische en gelijknamige archipel. ‘Het hele eiland vormt één bos en dit is zo nauw verweven dat het grote inspanning vergt om er doorheen te kruipen’, aldus Darwin, die signaleert dat er magnolia’s, laurierstruiken en bomen met delicate vingerhoedskruidachtige bloemen groeien. Ondanks zijn ultrakorte bezoek en verslag beschrijft Darwin hier een situatie die al spoedig verloren gaat. Het afgelegen eiland werd toen al als strafkolonie gebruikt en – om te voorkomen dat gevangenen op zelfgebouwde vlotten ontsnappen – later in de 19de eeuw bijna volledig ontbost. De vegetatie op het eiland, sinds 1988 voor tweederde nationaal park, is nog steeds bezig zich hiervan te herstellen. Een bijzondere vlinderbloemige ‘koraalboom’, die Darwin wellicht ook heeft gespot, is de mulungu (Erythrina velutina). Die bloeit kort en wordt op dit eiland bestoven door drie endemische vogels – de Noronha duif (Zenaida auriculata noronha), vireo (Vireo gracilirostris) en elaenia (Elaenia ridleyana) – en de inheemse Noronha skink (Trachylepis atlantica, zie foto).

De Noronha skink bezoekt en bestuift bloemen van de koraalboom mulungu (Erythrina velutina). Foto: Tatiana Gerus




2023

Het Braziliaanse Fernando de Noronha is nu een paradijselijke bestemming voor duikers, snorkelaars en toeristen. De archipel en koraaleiland Atol das Rocas zijn in 2001 door Unesco op de Werelderfgoedlijst geplaatst. De omringende wateren zijn belangrijke paai- en voedergebieden van tonijnen, haaien, schildpadden en zeezoogdieren en op de eilanden leeft de grootste concentratie tropische zeevogels in de West-Atlantische Oceaan. Het Darwin200-team bezoekt het Projecto Golfinho Ratador rond de acrobatische langsnuit- of spinnerdolfijn (Stenella longirostris) en projecten voor haaien, rifvissen, koraalriffen en octopussen. Het eiland Fernando de Noronha zelf kampt vooral met problemen door invasieve soorten, waaronder veel narigheid rond de Teju-hagedis (Salvator merianae), nota bene in de jaren vijftig bewust geïntroduceerd om invasieve ratten te bestrijden. Deze tot wel 1,5 meter grote, dagactieve hagedis keerde zich niet zozeer tegen nachtactieve ratten, maar vergrijpt zich ook aan eieren (zie foto) en kuikens van zeevogels en aan pas uit het ei gekropen zeeschildpadjes op stranden. De ngo TAMAR – van Tartarugas Marinhas (zeeschildpadden) – zet zich in om die broedgebieden te beschermen.

De geïntroduceerde Teju-hagedis heeft zich op Fernando de Noronha ontpopt tot een predator van eieren van inheemse zeevogels. Foto: Robert David Siegel MD PhD


ETAPPE 2 – Tenerife-Cabo Verde – 3-11 september 2023


1832

‘Een kind met nieuw speelgoed had niet blijer kunnen zijn’, schrijft Beagle-kapitein Robert FitzRoy over Charles Darwins eerste excursie op een tropisch eiland. Op 16 januari 1832 gaat hij aan land bij de havenstad Praia op het Kaapverdische eiland Santiago (toen: St. Jago) en maakt tijdens zijn bezoek van 21 dagen vooral veel notities over de geologie van dit eiland, als ‘interessantste onderdeel van zijn natuurlijke historie’.

De ontmoeting op Kaapverdië die op hem de meeste indruk maakt is die met een constant van kleur veranderende octopus in een getijdenpoeltje. ‘Deze inktvis toonde zijn kameleontische vermogen zowel tijdens het zwemmen als wanneer hij stil op de bodem lag. Ik vermaakte me kostelijk over de verschillende manieren waarop een van deze inktvissen ontdekking probeerde te vermijden – het dier leek heel goed te weten dat ik het in het oog hield’, aldus Darwin. Een octopus – mogelijk het exemplaar dat zich nu in de collectie van het Natural History Museum in Londen bevindt (foto) – blijkt hem even later vanuit een poeltje te bestoken met een straaltje water.




2023

Het Darwin200-team bezoekt projecten van de Kaapverdische ngo’s Biosfera en Terrimar op en rond de bovenwindse eilanden Saõ Vicente en Santo Antão. Naast projecten over endemische flora en de invloed van visserij en toerisme op haaien, roggen en zeeschildpadden is er ook aandacht voor de unieke, endemische vogels van Kaapverdië. Zo lijkt er sprake van succesvolle herintroductie van de razoleeuwerik (Alauda razae) op het onbewoonde vulkanische eiland Santa Luzia. Met leeuweriken van het piepkleine eilandje Razo, waar deze soort wist te overleven. Het nabijgelegen Santa Luzia is kat- en ratvrij gemaakt en in 2020 telden onderzoekers daar weer negen nesten en vijftig razoleeuweriken. De in Rotterdam geboren beroemde Britse vogelillustrator John Gerrard Keulemans (1842-1912) portretteerde de razoleeuwerik in 1898 (zie illustratie). Keulemans ging voor het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie in Leiden (nu: Naturalis) op expeditie naar West-Afrika en beschreef in 1866 als eerste de Kaapverdische rietzanger (Acrocephalus brevipennis), een iconische endemische soort die tot 2012 het 1000-escudobiljet van Kaapverdië sierde.



ETAPPE 1 - Plymouth-Tenerife - 14-26 augustus 2023



Vanaf 14 augustus 2023 vaart het Nederlandse zeilschip de Oosterschelde in 2 jaar en 32 etappes de Darwin200 Global Voyage om bijna twee eeuwen na Darwins wereldreis te inventariseren hoe natuur en milieu er wereldwijd voorstaan.

In deze eerste aflevering: Etappe 1 - Plymouth-Tenerife 

1832

Tenerife bezorgde Darwin misschien wel zijn grootste teleurstelling van zijn bijna vijfjarige Beaglereis. Hij had als student in Cambridge al geprobeerd een expeditie naar dit Canarische eiland op te zetten om in navolging van zijn held Alexander von Humboldt de vulkaan El Teide te beklimmen en El Drago Milenario met eigen ogen te aanschouwen. Zulke reusachtige drakenbloedbomen (Dracaena draco, illustratie) konden volgens Von Humboldt zelfs meer dan duizend jaar oud worden.


Toen de continu zeezieke Darwin op 6 januari 1832 met de Beagle de haven van Santa Cruz op Tenerife bereikte, kreeg kaptein Robert FitzRoy echter het bericht dat ze twaalf dagen in quarantaine moesten. Hij lichtte daarop meteen de ankers en zette koers naar Kaapverdië. Volgens FitzRoy een ‘ware ramp’ voor Darwin, maar een schrale troost is wellicht dat drakenbloedbomen aanzienlijk minder oud dan duizend jaar zijn. Juist de Canarische cederboom (Juniperus cedrus), op een vrijwel onbereikbare helling van El Teide, is met 1.481 jaar de oudste boom op Tenerife én van de Europese Unie (The Scientific Naturalist, 2022).

Tekening van een drakenbloedboom op schutblad Le Dragonnier de l’Orotava, A. von Humboldt & A. Bonpland, Paris 1810.



2023

Anno nu, vormen toerisme met zes miljoen vakantiegangers per jaar en soms ook illegale bouwpraktijken een belangrijke bedreiging voor de natuur op Tenerife, constateert geoloog Jaime Coello Bravo, directeur van de naar twee beroemde vulkanologen genoemde stichting Telesforo Bravo Juan Coello. Betonnen constructies aan de kust zorgen voor fragmentatie van natuurgebieden met ook geluid- en lichtvervuiling tot gevolg. Het Darwin200-project schenkt ook aandacht aan het plantaardig leven op El Teide dat steeds meer hoogte zoekt vanwege opwarming en voor de invloed van droogte door wateronttrekking op de endemische en bijna uitgestorven blauwe vink (Fringilla teydea) en de Canarische ondersoort van de grote bonte specht (Dendrocropos major canariensis).

Terwijl in de kustwateren van Tenerife vooral de toegenomen populariteit aan dolfijn- en walvisspotten door toeristen de nodige zorgen baart. Een populair zeezoogdier waarop rond de Canarische eilanden wordt ‘gejaagd’ is de kortvingriend (Globicephala macrorhynchus, foto), die met meer dan vierhonderd geïdentificeerde individuen een van de weinige residentiele griendenpopulaties ter wereld vormt. Massatoerisme zorgt voor verstoring en kan het voortbestaan van deze unieke populatie in gevaar brengen.

Een kortvin-griend (Globicephala macrorhynchus) voor de westkust van Tenerife. Foto: Cayambe

Dit is de eerste drie afleveringen van de 32-delige serie rond het Darwin200-project. Van 2023 tot 2025 vaart het Nederlandse zeilschip de Oosterschelde in 32 etappes de Darwin200 Global Voyage om bijna twee eeuwen na Darwins wereldreis inventariseren hoe natuur en milieu er wereldwijd voorstaan - darwin200.com en www.exploringbytheseat.com/darwin200 

Voor meer achtergrondinformatie over het Darwin200-project, zie interview met initiatiefnemer Stewart McPherson: ‘We creëren 's werelds opwindendste klaslokaal’ - Bionieuws, 2 juli 2022