Alle commotie over het opnieuw beoordelen van Natura 2000-gebieden leidt de aandacht af van het daadwerkelijke stikstofprobleem.

De discussie over de stikstofimpasse die na de zomer is opgelaaid, kent soms onnavolgbare wendingen. In reactie op de zoektocht naar maatregelen om de stikstofuitstoot te verminderen keren de agro-industrie en haar politieke vertegenwoordigers zich nu nadrukkelijk tegen natuur en roepen ze op om natuurgebieden te schrappen. Ondanks dat minister Schouten in eerste instantie duidelijk uitsprak dat er niet getornd wordt aan Natura 2000, ging ze op maandag 18 november wel naar Brussel om daar te praten over de mogelijkheden.

 

Alle commotie over het opheffen, herijken en opnieuw beoordelen van de aanwijzing van Natura 2000 leidt de aandacht af van het daadwerkelijke stikstofprobleem en van het feit dat het kabinet nog steeds geen keuzes heeft gemaakt over noodzakelijke maatregelen. Het is ook een discussie die totaal niet bijdraagt aan het vinden van een duurzame oplossing voor de stikstofcrisis.

 

De enige oplossing voor de huidige situatie is een fors reduceren van de uitstoot van ammoniak en stikstofoxiden. Het opheffen of herschikken van Natura 2000-gebieden draagt daar niet aan bij. Bovendien is een veel te hoge stikstofdepositie niet alleen een probleem voor Natura 2000-gebieden, maar voor grote delen van de Nederlandse natuur. Ook voor gebieden die niet wettelijk beschermd zijn. Het voorstel om natuurgebieden op te heffen gaat ook voorbij aan de negatieve gevolgen van de intensieve veehouderij voor volksgezondheid, de stankoverlast, waterkwaliteit en het klimaat. Niet voor niets deed het adviescollege Remkes een oproep voor integrale oplossingen.



AFBREUK

Het schrappen van Natura 2000-gebieden staat haaks op alle internationale verplichtingen waar Nederland zich aan heeft gecommitteerd. Het doet ook afbreuk aan alle inspanningen die in de afgelopen eeuw zijn gedaan om natuur te beschermen en de achteruitgang van biodiversiteit te stoppen. De wettelijke kaders zoals vastgelegd in de Vogel- en Habitatrichtlijn zijn daar heel helder over. Ook de jurisprudentie van (inter)nationale rechtelijke instanties laten overduidelijk zien dat het vrijwel onmogelijk is om Natura 2000 te verkleinen of te schrappen. Het kan alleen als er overduidelijk wetenschappelijke fouten zijn gemaakt bij de aanwijzing, als er sprake is van een buitengewoon algemeen belang, of als het door natuurlijke omstandigheden niet langer mogelijk is een gunstige staat van instandhouding van soorten of habitats te realiseren. Geen van deze redenen zijn van toepassing op de Nederlandse situatie. Nederland heeft bij de aanwijzing en de uitwerking van de doelen al ingezet op het aanwijzen van zo min mogelijk en zo klein mogelijke gebieden. Daarnaast zijn heel veel nationale doelstellingen van de voormalige natuurmonumenten die ook de status Natura 2000 kregen geschrapt. In de beheerplannen zijn vervolgens heel veel bestaande activiteiten aangewezen als bestaand gebruik, waardoor daadwerkelijk goede bescherming lang niet altijd meer is gewaarborgd. Met het huidige beschermingsregime zit Nederland dus al op het absolute minimum van de internationale verplichtingen. Nog meer schrappen is dus niet mogelijk en dat weet men in Den Haag ook wel.

 

Uiteraard weten alle partijen die nu voorstellen om Natura 2000-gebieden op te heffen heel goed dat het schrappen van Natura 2000-gebieden geen oplossing is voor de stikstofcrisis. Net zoals de meeste ervan ook weten dat het opheffen van Natura 2000-gebieden juridisch niet haalbaar is. Het is vooral een voorstel dat goed valt bij hun achterban en dat afleidt van de discussie over de oorzaak van vervuiling en van het feit dat er sinds de uitspraak van de Raad van State vrijwel niets is gedaan om het probleem op te lossen. Het vervelende van dit soort voorstellen is dat het twijfel en verdeling zaait. Ze polariseren het debat en maken het alleen maar lastiger om met elkaar tot een duurzame oplossingsrichting te komen. Het is dan ook uitermate kwalijk dat minister Schouten, de minister van natuur, hier niet nadrukkelijk afstand van neemt, zoals ze in eerdere instantie nog wel deed. Daarmee schaadt ze het vertrouwen in de politiek. Een beter voorbeeld is gedeputeerde Grashoff van de provincie Noord-Brabant die in een persbericht ondubbelzinnig aangaf wat er moet gebeuren: ‘De slechte effecten van stikstofneerslag in natuur los je op door minder stikstof en met natuurherstel, niet door te morrelen aan natuurbeschermingsregels.’

 

Bestuurders moeten het eerlijke verhaal durven vertellen: namelijk dat natuur en landschap belangrijk zijn voor het welzijn van de samenleving, dat de belastingbetalers nu opdraaien voor de kosten van vervuiling en dat zonder een flinke reductie van de uitstoot van stikstof het heel erg moeilijk blijft om vergunningen te verlenen voor nieuwe ontwikkelingen die bijdragen aan een hoge stikstofdepositie. Ook al is die bijdrage nog zo klein.

 

In plaats van natuurgebieden te schrappen zou het veel verstandiger zijn om natuurgebieden te vergroten en te zorgen voor bufferzones waarin ruimte is voor natuurinclusieve landbouw en recreatief medegebruik.

 


 

Boerenprotesten zetten politici onder druk om snel uit de stikstofimpasse te komen.

 

Raoul Beunen is universitair hoofddocent omgevingsbeleid aan de Open Universiteit. Dit stuk is mede gebaseerd op de publicatie Over administratieve en wetenschappelijke fouten en blijvend ongeschiktheid. De (on) mogelijkheden om aangewezen Natura 2000-gebieden te verkleinen of te schrappen: NBR 2018 (Sander Kole , NBR tijdschrift NatuurBeschermingsRecht, 1 mei 2018)